1 / 13

Hoofdstuk 8

Hoofdstuk 8. Investeringsselectie. Investeringsoverzicht. Investeringen Materiële vaste activa Immateriële vaste activa Vlottende activa (geïnduceerd werkkapitaal) Bruto Investeringen Netto investeringen Vervangingsinvesteringen Netto investeringen Uitbreidingsinvesteringen

noam
Download Presentation

Hoofdstuk 8

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Hoofdstuk 8 Investeringsselectie

  2. Investeringsoverzicht • Investeringen • Materiële vaste activa • Immateriële vaste activa • Vlottende activa (geïnduceerd werkkapitaal) • Bruto Investeringen • Netto investeringen • Vervangingsinvesteringen • Netto investeringen • Uitbreidingsinvesteringen • Mutaties geïnduceerd werkkapitaal

  3. Operational leverage • Ondernemingen met relatief veel vaste activa hebben een starre kostenstructuur(de kosten veranderen niet mee met de omzet) • Het bedrijfsresultaat van ondernemingen met relatief veel vaste activa schommelt meer bij veranderingen in de omzet dan dat van ondernemingen met relatief weinig vaste activa • De mate waarin het bedrijsresultaat verandert als gevolg van een verandering in de omzet wordt weergegeven door de Operational leverage • Operational leverage = Δ Bedrijfsresultaat / Δ Omzet

  4. Soorten kasstromen bij een investering • Initiële kasstroom • tijdstip: begin • soort kasstroom: investering • Explotatie kasstroom • tijdstip: gedurende de looptijd van het project • soort kasstroom: debiteurenbetalingen, inkoop van grondstoffen, betaling van lonen etc. • Liquidatiekasstroom • tijdstip: op de einddatum van het project • soort kasstroom: verkoop van machine of andere productiemiddelen die over zijn

  5. Investeringsselectiecriteria • Terugverdienperiode (pay back period) • Netto contante waarde methode (NCW) • Interne rentevoetmethode (IR) • Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit (GBR)

  6. Terugverdienperiode (TVP) • Investeringsbedrag: 300.000 • Jaarlijkse exploitatiekasstroom: • Na vier jaar is 280.000 terugverdiend • In het vijfde jaar moet nog 20.000 worden terugverdiend • Uitgaande van een lineair verloop kost dat 20.000 / 120.000 = 0,17 jaar • De terugverdienperiode = 4 + 0,17 = 4,17 jaar • Moet dit project doorgaan?

  7. Netto contante waarde methode (NCW) • Investeringsbedrag: 300.000 • WACC = 7% • Jaarlijkse exploitatiekasstroom: • NCW = -300.000 + 37.383 + 52.406 + 65.304 + 76.290 + 85.558 + 79.961 = 96.902 • Moet dit project doorgaan?

  8. Interne rentevoet methode (NCW) • Investeringsbedrag: 300.000 • WACC = 7% • Jaarlijkse exploitatiekasstroom: • Zoeken naar rentevoet waarbij de NCW gelijk is aan nul = interne rentevoet: ? = 15,15% • Moet dit project doorgaan?

  9. Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit (GBR) gemiddelde winst na belasting GBR = gemiddeld geïnvesteerd vermogen • Investeringsbedrag: 300.000 (geen liquidatiewaarde) • Jaarlijkse winst: • GBR = 86.667 / (300.000 + 0) / 2 = 57,78%

  10. Waardering van ondernemingen • Intrinsieke waardemethode • Rentabiliteitswaarde methode • Dividend discount model

  11. Intrinsieke waardemethode • Waarderen van alle balansposten op marktwaarde (fair value) • Waarde van de onderneming = marktwaarde activa – marktwaarde passiva • Aandachtspunten • Latente belastingen • Balans is momentopname • Geen rekening gehouden met toekomstige winsten • Geen waarde toegekend aan goodwill

  12. Rentabiliteitswaardemethode • Waarde van het toekomstige bedrijfsresultaat • Uitgangspunt: bedrijfsresultaat loopt tot in het oneindige door • Vergelijking bij aanname nulgroeiBedrijfsresultaat na belastingWaarde onderneming = WACC • Vergelijking bij aanname constante groei: Bedrijfsresultaat na belastingWaarde onderneming = WACC - groeivoet

  13. Rentabiliteitswaardemethode • Waarde van de toekomstige vrije kasstromen • Uitgangspunt: vrije kasstromen lopen tot in het oneindige door • Vergelijking bij aanname nulgroeiVrije kasstroomWaarde onderneming = WACC • Vergelijking bij aanname constante groei: Vrije kasstroomWaarde onderneming = WACC - groeivoet

More Related