B i g I m a g e s – Visuele Communicatie

1. B i g I m a g e s – Visuele Communicatie • De textuurlaag: • textuur als elementair percept • textuur, schaal en oriëntatie • textuur – een statistische karakterisering • textuur - betekenis Kees van Overveld -1-

2. ‘klare lijn’ (Hergé, Dick Bruna): in de omgeving van een punt vind je alleen dezelfde kleur, voor omgevingen ter grootte van een object (broek, jas, hond, …). ‘expressionisme’ (van Gogh): in de omgeving van een punt vind je altijd punten met een andere kleur, voor omgevingen zo klein als een penseelstreek. (NB: de ‘ruwheid’ van dit schilderij is schijn. Het is zo nauwkeurig geschilderd dat uit de plaats van de zon in het landschap de tijd tot op ca. 5 minuten vastgesteld kon worden) ‘fractale werkelijkheid’ (geërodeerde rots): in de omgeving van een punt vind je altijd punten met een andere kleur, hoe klein die omgeving ook is. B i g I m a g e s – de textuur laag textuur als elementair percept Kees van Overveld -2-

3. B i g I m a g e s – de textuur laag textuur als elementair percept Kees van Overveld -3-

4. Retina: A Textuur: C B B i g I m a g e s – de textuur laag textuur als elementair percept Gebieden van constante kleur zijn een speciaal geval van texturen. Kees van Overveld -4-

5. B C D A E F G H A en E alleen gelijk op objectenlaag en hoger (‘herfst-blaadjes’) C en G op de retina-laag overal verschillend, maar dat is nauwelijks vaststelbaar: gelijk-heid op textuurlaag D en H puntsgewijs gelijk op de retinalaag (per definitie daarom ook op de textuurlaag)  zelfde situatie als bij C en G, maar ‘n gegeven textuur is alleen maar gedefi-nieerd op een beperkt schaalinterval B i g I m a g e s – de textuur laag textuur, schaal en oriëntatie Kees van Overveld -5-

6. ? ? Anisotrope textuur introduceert locale orientatie die van plaats tot plaats kan verschillen. Bij isotrope textuur zijn verschillende orientaties ononderscheidbaar. Niet-homogene textuur introduceert een notie van ‘karakteristieke lengte’ of ‘schaal’. Elk punt binnen een gebied met constante textuur krijgt zo een relatieve schaalwaarde toegekend. (Alleen textuur met perfecte 1/f karakteristiek heeft geen karakteristieke lengte) B i g I m a g e s – de textuur laag textuur, schaal en oriëntatie Veel mechanismen in de 3D oppervlakkenlaag zijn terug te voeren op de introductie van locale schaal en locale oriëntatie in de textuurlaag. Kees van Overveld -6-

7. B i g I m a g e s – de textuur laag textuur, schaal en oriëntatie De textuurlaag is de enige laag waarop percepten alleen maar binnen een beperkte schaal-range betekenis hebben Kees van Overveld -7-

8. B i g I m a g e s – de textuur laag textuur: een statistische karakterisering • we herinneren ons: • metingen door retina-detectoren leveren niet een ‘mentaal plaatje’ op • in ‘elk’ retina-punt zijn detectoren actief … • …met variërende footprint grootte (~ ‘schaalgrootte’) • …met variërende oriëntatie • …met variërende orde (0e orde, 1e orde, 2e orde) • …in elk van de 3 golflengte gebieden (kort, midden, lang) • dus de meting in elk retina punt levert niet één meetwaarde op, maar maarliefst negen (‘continue’) verdelingen van meetwaarden over schaal en oriëntatie • elk van die verdelingen kan gedacht worden gekarakteriseerd te zijn door een reeks kentallen (vgl. een Gaussische verdeling die gekarakteriseerd is door x0 en ) • die reeks kentallen noemen we een feature vector • (on-)gelijke feature vectoren  (on-)gelijke textuur • (NB: dit is voor machine-vision systemen voorlopig nog toekomstmuziek …) Kees van Overveld -8-

9. B i g I m a g e s – de textuur laag textuur: een statistische karakterisering Vergelijk feature- vector met een demografische kaart: de bron-data is discreet (afzonderlijke individuen); door middeling kan echter aan elk punt een karakterisering worden toegevoegd, ook als op die plaats niemand woont Kees van Overveld -9-

10. B i g I m a g e s – de textuur laag textuur: betekenis Textuur draagt betekenis; te onderscheiden in cultuur-onafhankelijke en cultuurgebonden betekenis Kees van Overveld -10-