1 / 44

“Algemene anatomie” o.a. vlakken, assen, termen, bewegingen

“Algemene anatomie” o.a. vlakken, assen, termen, bewegingen. Via deze button kun je telkens terug naar dit menu. Maak je keuze en klik op het gewenste onderwerp. Vlakken. Assen. Vlakken en assen, test je kennis. Anatomische termen. Anatomische termen, test je kennis.

slone
Download Presentation

“Algemene anatomie” o.a. vlakken, assen, termen, bewegingen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. “Algemene anatomie”o.a. vlakken, assen, termen, bewegingen

  2. Via deze button kun je telkens terug naar dit menu Maak je keuze en klik op het gewenste onderwerp Vlakken Assen Vlakken en assen, test je kennis Anatomische termen Anatomische termen, test je kennis Algemene anatomie, skelet Algemene gewrichtsleer (arthrologie) Bewegingsmogelijkheden per gewricht: Schoudergordel Bekkengordel Schoudergewricht Heupgewricht Elleboog Knie Polsgewricht Bovenste spronggewricht Vingergewrichten Onderste spronggewricht Duimgewricht Romp (wervelkolom) MENU

  3. Vlakken Frontaal vlak: een vlak // aan het os frontale Transversaal vlak: een horizontaal vlak Sagittaal vlak: een voor-achterwaarts verlopend vlak, sagitta is pijl Mediaan vlak: dit iseen sagittaal vlak dat het lichaam in een gelijke linker en rechter helft verdeelt Sagittaal en mediaan vlak MENU

  4. sagittale as, as in voor/achterwaartse richting (sagitta =pijl), ook: snijlijn van sagittaal en transversaal vlak frontale as, as evenwijdig aan os frontale, ook: snijlijn van transversaal en frontaal vlak longitudinale as, as in lengterichting van lichaam ook: snijlijn vanfrontale en sagittale vlak Assen MENU

  5. Vlakken en assen test je kennis ! Benoem het vlak of de as. Klik voor het juiste antwoord, na 3 sec komt er een ander vlak of andere as frontaal vlak longitudinale as transversaal vlak sagittaal vlak sagittale as mediaan vlak transversale as MENU

  6. Wat betekent: Het tegenovergestelde is: proximaal: mediaal: craniaal: superior: Anatomische termen 1 meer aan begin van de extremiteit = rompzijde distaal : meer naar het uiteinde naar de binnenzijde (romp of extremiteit) lateraal : naar de buitenzijde • naar de kant van de schedel • cranium = schedel caudaal : naar de staart cauda = staart inferior : aan de onderkant aan de bovenkant Alle termen zijn relatief, d.w.z. ten opzichte van elkaar ! voorbeeld: de elleboog ligt distaal t.o.v. de schouder, maar proximaal t.o.v. de hand MENU

  7. Wat betekent: Het tegenovergestelde is: palmair: plantair: mediaal: radiaal: fibulair: = mediaal = lateraal Anatomische termen 2 aan de handpalm zijde aan de voetzool zijde dorsaal: rugzijde(dorsum = rug) aan de binnenzijde lateraal : aan de buitenzijde aan de kant van deradius ulnair : aan de kant van de ulna aan de kant van de fibula tibiaal : aan de kant van de tibia deze laatste 4 termen hebben hier dezelfde betekenis als resp.: Alle termen zijn relatief, d.w.z. ten opzichte van elkaar ! voorbeeld: de middelvinger ligt radiaal t.o.v. de pink, maar ulnair t.o.v. de wijsvinger MENU

  8. Wat betekent: het tegenovergestelde is: ventraal superficiaal internus Anatomische termen 3 aan de buikzijde dorsaal : rugzijde oppervlakkig, dichter bij de huid profundus : dieper in het lichaam inwendig externus : uitwendig Alle termen zijn relatief, d.w.z. ten opzichte van elkaar ! voorbeeld: de navel ligt superficiaal en meer ventraal t.o.v. de darmen MENU

  9. Wat betekent: het tegenovergestelde is: Anatomische termen 4 test je kennis ! Per muisklik verschijnt willekeurig een term, vervolgens de betekenis daarna het tegenovergestelde proximaal meer aan begin van extremiteit distaal : aan uiteinde van extremiteit lateraal aan de buitenzijde (romp of extremiteit) mediaal : aan de binnenzijde caudaal naar de kant van de staart craniaal : naar de kant van de schedel internus inwendig externus : uitwendig profundus dieper in het lichaam superficiaal : oppervlakkig in lichaam dorsaal aan de rugzijde ventraal : buikzijde aan de handpalm zijde aan de voetzool zijde palmair / plantair dorsaal: dorsum : rugzijde inferior naar beneden superior: : naar boven Al deze termen zijn relatief, d.w.z. ten opzichte van elkaar ! MENU

  10. Skelet Functie skelet: • bepaalt (mede) de vorm van het lichaam • geeft steun aan het lichaam • biedt bescherming aan organen • maakt beweging mogelijk (spieraanhechting / gewrichten) • is ruimte biedend (beenmerg) • is betrokken bij calcium stofwisseling Indeling: axiaal skelet behoort tot romp appendiculair skelet behoort tot ledematen MENU

  11. Platte beenderen, bv scapula Pijpbeenderen, bv humerus ventraal dorsaal lateraal ventraal dorsaal boven aanzicht Korte beenderen, bv voetwortel botten • soorten beenderen, voorbeelden: • pijpbeenderen • platte beenderen • korte beenderen MENU

  12. botuiteinden ontstaan uit verbening van groeischijf, meestal 2 per pijpbeen (aan elk uiteinde een ) schacht groeischijf botvorming uit kraakbeen sterke kraakbeen celdeling = groei • pijpbeen bestaat uit: • epifyse • metafyse • diafyse • epifysairschijf • skelet is dynamisch: • vorm en funktie bepalen elkaar • trek- en drukkrachten zorgen voor aanmaak en afbraak MENU

  13. Gewrichtsverbindingen Een indeling is mogelijk volgens diverse criteria o.a.: • naar beweeglijkheid: • synarthrosen(straf gewricht, weinig/geen beweging; met tussenstof) • synostosen(tussenstof: bot) • synchondrosen(tussenstof: kraakbeen) • syndesmosen(tussenstof: bindweefsel) • diarthrosen(echt gewricht, veel beweging) • naar aantal assen: • 1 assig • 2 assig • 3 assig • naar vorm: • scharniergewricht (lengte of dwars) • zadelgewricht; eigewricht • kogelgewricht MENU

  14. Gewrichtsindeling naar vorm en aantal assen : klik met linker muisknop voor automatische animatie lengtescharnier 1 assig dwarsscharnier zadel 2 assig ei plat 3 assig kogel MENU

  15. lagen kunnen t.o.v. elkaar schuiven Algemene bouw gewrichten: caput cavum hyaline kraakbeen gewrichtskapsel :tunica synovialis tunica fibrosa ligamenten : capsulair(als onderdeel van kapsel) extra capsulair (niet als onderdeel van kapsel) extra articulair (niet als onderdeel van kapsel en buiten gewricht) intra articulair (niet als onderdeel van kapsel en binnen gewricht) kraakbeen (hulp) structuren : discus (in bovenaanzicht) meniscus labrum (labium) bursae MENU

  16. klik voor vergroting Congruentie: Wanneer kop en kom in vorm overeenkomstig zijn, spreekt men van congruente (= gelijkvormige) gewrichtsdelen. Naarmate de gewrichtsdelen meer aan elkaar aangepast zijn, is het gewricht - in het algemeen - stabieler. Niet congruente gewrichtsdelen kunnen meer aan elkaar aangepast worden door kraakbenige hulpstructuren (discus, meniscus, labrum) Gewricht tussen borstbeen en sleutelbeen: art. sternoclavicularis Let op de discus articularis Gewricht tussen bekken en heiligbeen: art. sacroiliaca = SI gewricht Let op de onregelmatige gewrichtsoppervlakken, hierdoor slechts geringe bewegingsuitslagen MENU

  17. ligament, ontspannen ligament, door beweging (tractie) strak om de kop gespannen ligament, door beweging strak om de kop gespannen Gewrichtsruimte: Gewrichten hebben enige speling (= speelruimte of “joint play”), dit is ook nodig om goed te kunnen bewegen. Deze speling komt voort uit de ruimte tussen de gewrichtsoppervlakken. De speelruimte wordt bepaald door de krommingen van de beide oppervlakken die niet geheel aan elkaar gelijk zijn, als ook door het gewrichtskapsel. Afhankelijk van de stand heeft een gewricht meer of minder speling en dus ook meer of minder ruimte tussen de gewrichtsoppervlakken (de gewrichtsruimte of gewrichtsholte). Meestal zijn in de uiterste standen van het gewricht de oppervlakken het meest congruent (= best passend) en zijn delen van het gewrichtskapsel zo op spanning, dat kop en kom strak tegen elkaar zitten (close packed position). In de ongeveer neutrale positie is het kapsel ontspannen en kunnen kop en kom het meest ten opzichte van elkaar bewegen (loose packed position), er is dan dus de meeste “joint play” close packed position loose packed position meest beweeglijke positie ! ook : Bonnetse stand MENU

  18. Beweging verplaatsingsrichting van synovia op gewrichtscontactvlak Ook door wisselende druk (pompwerking) wordt synovia verspreid Smering kraakbeen Beweging zorgt voor smering MENU

  19. Bewegingsrem In de eindstand van een gewricht wordt de beweging geremd door: • benige structuren • ligamentaire structuren • weke delen (spierweefsel, bindweefsel, vetweefsel) MENU

  20. klik voor automatische elevatie en depressie bewegingen : gebruik pijltjestoets voor herhaling! elevatie neutrale positie beweging: depressie schouderhoogte in neutrale positie elevatie stand neutrale positie depressie stand weer elevatie tot neutrale positie depressie beweging depressie beweging elevatie beweging tot maximale depressie stand depressie beweging depressie beweging elevatie beweging Bewegingen van de schoudergordel 1, (van 3) MENU

  21. klik voor automatische protractie en retractie beweging : gebruik pijltjestoets voor herhaling! retractie neutrale positie protractie ook wel retrotractie neutrale positie retractie naar neutrale positie retractie protractie neutrale positie Bewegingen van de schoudergordel 2, (van 3) MENU

  22. klik voor automatische laterorotatie en mediorotatie beweging : (gekoppeld aan bewegingen van de arm !) gebruik pijltjestoets voor herhaling! Bewegingen van de schoudergordel 3, (van 3) laterorotatie beweging neutrale positie laterorotatie stand mediorotatie beweging MENU

  23. klik voor automatische anteflexie en retroflexie beweging : gebruik pijltjestoets voor herhaling! retroflexie stand neutrale positie anteflexie stand Bewegingen van het schoudergewricht 1, (van 3) retroflexie beweging anteflexie beweging MENU

  24. klik voor automatische abductie en adductie beweging : gebruik pijltjestoets voor herhaling! abductiebeweging adductiebeweging abductiestand neutrale positie adductieiestand Bewegingen van het schoudergewricht 2, (van 3) MENU

  25. klik voor automatische endorotatie en exorotatie beweging : gebruik pijltjestoets voor herhaling! Bewegingen van het schoudergewricht 3, (van 3) Let op: gehele arm beweegt: ventrale zijde: draait naar binnen : endorotatie ventrale zijde: draait naar buiten : exorotatie MENU

  26. klik voor automatische flexie en extensie beweging : gebruik pijltjestoets voor herhaling! flexiebeweging extensiebeweging extensiestand ook: neutrale positie (900) flexiestand Beweging van de elleboog 1, (van 2) MENU

  27. klik voor automatische pronatie en supinatie beweging : Ligging van pronatie- supinatieas gebruik pijltjestoets voor herhaling! supinatiestand pronatiestand supinatie pronatie Beweging van de elleboog (onderarm !)2, (van 2) neutrale positie MENU

  28. klik voor automatische palmair- en dorsaalflexie beweging : gebruik pijltjestoets voor herhaling! dorsaalflexie beweging dorsaalflexie palmairflexie palmairflexie beweging Bewegingen van de polsgewrichten 1, (van 2) MENU

  29. klik voor automatische ulnaire en radiale deviatie beweging : gebruik pijltjestoets voor herhaling! radiale deviatie neutrale positie ulnaire deviatie inplaats van de term deviatie wordt ook wel abductie gebruikt Bewegingen van de polsgewrichten 2, (van 2) MENU

  30. klik voor automatische abductie en adductie beweging (2x) : gebruik pijltjestoets voor herhaling! abductie adductie stand adductie abductie beweging Bewegingen van de vingergewrichten 2, (van 2) De teengewrichten functioneren op dezelfde wijze Deze bewegingen vinden plaats in de metacarpophalangeale gewrichten (mcp) en zijn uitsluitend in gestrekte stand mogelijk ! MENU

  31. klik voor automatische flexie en extensie beweging (2x) : gebruik pijltjestoets voor herhaling! extensie flexie flexie beweging extensie beweging extensie flexie Bewegingen van de vingergewrichten 1, van 2 De teengewrichten functioneren op dezelfde wijze MENU

  32. klik voor automatische flexie en extensie beweging (2x) : gebruik pijltjestoets voor herhaling! extensie beweging flexie beweging flexiestand extensiestand beweging in vlak van de hand ! Bewegingen van de duim 1, (van 3) MENU

  33. klik voor automatische abductie en adductie beweging (2x) : gebruik pijltjestoets voor herhaling! adductiestand abductiestand adductie beweging abductie beweging Bewegingen van de duim 2, (van 3) MENU

  34. klik voor automatische oppositie en repositie beweging (2 x) : gebruik pijltjestoets voor herhaling! repositie oppositie oppositie beweging repositie beweging Bewegingen van de duim 3, (van 3) MENU

  35. klik voor automatische bekken kanteling (eerst achterover, dan voorover en weer terug tot neutrale positie: 2 keer): gebruik pijltjestoets voor herhaling! voorover gekanteld neutrale positie achterovergekanteld bekkenkanteling Bewegingen van de bekkengordel Voorover kantel beweging Achterover kantel beweging MENU

  36. klik voor automatische anteflexie en retroflexie beweging : gebruik pijltjestoets voor herhaling! retroflexie stand neutrale positie anteflexie stand Bewegingen van het heupgewricht 1, (van 3) anteflexie beweging (Engels: flexion) retroflexie beweging (Engels: extension) MENU

  37. klik voor automatische abductie en adductie beweging : gebruik pijltjestoets voor herhaling! abductiestand neutrale positie adductiestand Bewegingen van het heupgewricht 2, (van 3) abductie beweging adductie beweging MENU

  38. klik voor automatische exorotatie en endorotatie beweging : gebruik pijltjestoets voor herhaling! neutrale positie endorotatie stand exorotatie stand Bewegingen van het heupgewricht 3, (van 3) Let op: hele been beweegt ! endorotatie beweging exorotatie beweging MENU

  39. klik voor automatische flexie en extensie beweging : gebruik pijltjestoets voor herhaling! extensie stand = neutrale positie flexie stand Bewegingen van de knie 1, (van 2) extensie beweging flexie beweging MENU

  40. klik voor automatische endorotatie en exorotatie beweging: gebruik pijltjestoets voor herhaling! endorotatie stand neutrale positie exorotatie stand Bewegingen van de knie 2, (van 2) Let op: alleen onderbeen beweegt ! exorotatie beweging endorotatie beweging MENU

  41. klik voor automatische plantairflexie en dorsaalflexie beweging: gebruik pijltjestoets voor herhaling! neutrale positie plantairflexie dorsaalflexie Bewegingen van het bovenste spronggewricht dorsaalflexie beweging plantairflexie beweging MENU

  42. klik voor automatische evrsie en inversie beweging: gebruik pijltjestoets voor herhaling! eversie stand (= pronatie stand) neutrale positie inversie stand (= supinatie stand) Bewegingen van het onderste spronggewricht supinatie beweging pronatie beweging MENU

  43. klik voor automatische ventraalflexie en dorsaalflexie beweging: gebruik pijltjestoets voor herhaling! dorsaalflexie neutrale positie ventraalflexie Bewegingen van de romp (wervelkolom) 1, (van 2) dorsaalflexie beweging ventraalflexie beweging MENU

  44. klik voor automatische lateroflexie beweging: gebruik pijltjestoets voor herhaling! lateroflexie naar rechts naar links is altijd t.o.v. de persoon zelf ! lateroflexie neutrale positie lateroflexie Bewegingen van de romp (wervelkolom) 2, (van 2) MENU EINDE Algemen Anatomie

More Related