1 / 24

PSYCHOFARMACA ↔ SOMATISCHE MEDICATIE ANTIDEPRESSIVA PIJNMEDICATIE BENZODIAZ

PSYCHOFARMACA ↔ SOMATISCHE MEDICATIE ANTIDEPRESSIVA PIJNMEDICATIE BENZODIAZEPINEN W.Garenfeld 12122011 en 15122011. CASUS Mw. J. ; 72 JARIGE DAME • VERWEZEN IVM DEPRESSIEVE STEMMING EN PANIEKKLACHTEN • PSY-VG: BLANCO

steve
Download Presentation

PSYCHOFARMACA ↔ SOMATISCHE MEDICATIE ANTIDEPRESSIVA PIJNMEDICATIE BENZODIAZ

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. PSYCHOFARMACA ↔ SOMATISCHE MEDICATIE ANTIDEPRESSIVA PIJNMEDICATIE BENZODIAZEPINEN W.Garenfeld 12122011 en 15122011

  2. CASUS Mw. J. ; 72 JARIGE DAME • VERWEZEN IVM DEPRESSIEVE STEMMING EN PANIEKKLACHTEN • PSY-VG: BLANCO • SOCIAAL: ECHTGENOOT IN VERPLEEGHUIS VANWEGE DEMENTIE • A/ SINDS ENKELE MAANDEN DEPRESSIEVE STEMMING GENIETEN↓; "OPGEBRAND"; EETLUST ↓; GEWICHT ↓; SLAPEN ↓; HUILBUIEN ; SUICIDALITEIT: - SINDS 3 WEKEN TOENEMEND ANGST/PANIEK , GEJAAGDHEID, TREMOREN, HARTKLOPPINGEN, OPVLIEGERS, TRANSPIREREN • SOMATIEK: COXARTROSE ; PIJN ↑ • R/ CITALOPRAM 20MG, SINDS 3 WEKEN VERHOOGD NAAR 30MG R/ TRAMADOL 2DD50MG

  3. DISCUSSIE • WAT IS UW WAARSCHIJNLIJKHEIDSDIAGNOSE ? • WAT VINDT VAN DE KEUZE VOOR CITALOPRAM ? • WAT VINDT U VAN DE DOSERING ? • WAT VINDT U VAN DE COMBINATIE MET TRAMADOL ?

  4. SEROTONINE GERELATEERDE BIJWERKINGEN • GEJAAGDHEID • ANGST • AGITATIE • OVERMATIG TRANSPIREREN • MISSELIJKHEID, DIARREE • URINE INCONTINENTIE • BLOEDRUKWISSELINGEN, VERSNELDE HARTSLAG • VERSNELDE ADEMHALING • BEWEGINGSONRUST, SPIERSTIJFHEID, MYOCLONIEËN • DESORIENTATIE, VERWARDHEID, HALLUCINATIES • CONVULSIES • BEWUSTZIJNSDALING, COMA

  5. NOCICEPTIEVE PIJN • PARACETAMOL • NSAID'S (Ibuprofen, Diclofenac [+ misoprostol], Naproxen) • COX-2-REMMERS (Celecoxib, Etoricoxib) • TCA's (Chronische pijn) • ZWAKKE OPIAAT-Agonist (Codeïne ; Tramadol) • STERKE OPIAAT-Agonist (Morfine, Oxycodon , Fentanyl) NEUROPATHISCHE PIJN • AD: TCA (Amitriptyline); SNRI (Duloxetine) • ANTICONVULSIVA (Carbamazepine, Gabapentine, Pregabaline) • ANTIPSYCHOTICA (Haloperidol) • TRPV1-Agonist (Capsaïcine) (Lokale desensibilisatie) • OPIAAT-Agonist (Tramadol, Oxycodon , Methadon) • GABA-B-Agonist (Baclofen) Folmer H, et al Farmacother. voor de huisarts.2009 UPCM (Univ Pijncentr Maastricht. 2011) Farmacotherapeutisch Kompas .2011

  6. ARACHIDONZUUR METABOLISME Naar: Totten J. 2006

  7. ENKELE OPMERKINGEN M.B.T. PIJNSTILLERS I.C.M. PSYCHOFARMACA • NSAID's : o.a. Cardio-, Nefro-, Hepato-toxische effecten ; Trombo-aggregatie ↓ • (Ibuprofen blokkeert bloedplaatjesremmende werking van acetylsalicylzuur) • NSAID + SSRI: Trombo-aggregatie ↓ • Diclofenac + Misoprostol → Diarree → Absorptie ↓ • NSAID + Lithium: Lithiumspiegel ↑↑ • COX-2 Remmers: Cardiovasculaire risico's ; Geen invloed op trombo-aggregatie • OPIAAT-ANTAGONISTEN - Demping CZS - Potentiëring Benzodiazepinen - Afhankelijkheid - Serotonine-heropname ↓↓ ; Noradrenaline heropname ↓ - Tramadol niet combineren met SSRI's of MAO-remmers

  8. VERWANTSCHAP ANALGETICA, ANTIARITMICA, ANTIEMITICA, ANTIPSYCHOTICA

  9. ALGEMENE FARMACOLOGIE FARMACOKINETIEK • ABSORPTIE • DISTRIBUTIE • METABOLISERING • EXCRETIE FARMACODYNAMIEK • FARMACON -> RECEPTOR -> EFFECT

  10. ABSORPTIE / TOEDIENINGSROUTE • ORAAL (POEDER,TABLET,DRAGEE,CAPSULE,DRANK,MATRIX,OROS) • SLIJMVLIEZEN (BUCCAAL,SUBLING.,NASAAL,OOGSLIJMVLIES,OOR) (SPRAY,SPOELING,DRUPPELS) • INHALATIE (AEROSOL,NEVEL,GAS) [2μm - 100 μm] • DERMAAL (STROOIPOEDER,ZALF,PASTA,CREME,LOTION) • TRANSDERMAAL (PLEISTER,POUR-ON) (LIPOFIELE STOFFEN) • RECTAAL (ZETPIL,RECTIOLE,KLYSMA) • INJECTIE (S.C, I.M, I.V.) • INFUSIE • ABSORPTIE : AFH. VAN VOEDING , LAXANTIA, ETC. • T(Max) : AFH. VAN TOEDIENINGSROUTE

  11. DISTRIBUTIE • VERDELINGSVOLUME • LICHAAMSGEWICHT • HARTMINUUTVOLUME • EIWITBINDING • BLOED-WEEFSEL-BARRIERES • BLOED-HERSEN-BARRIERE • ENDOTHEEL-CELMEMBRAAN-PERMEABILITEIT • DIFFUSIE (LIPOFIELE STOFFEN !) • ACTIEF TRANSPORT • SPECIFIEKE TRANSPORT-EIWITTEN • TRANSCYTOSE (FAGOSOOM-LYSOSOOM) • ENDOCYTOSE (RECEPTOR-ENDOSOOM)

  12. METABOLISERING (BIOTRANSFORMATIE) VNL. IN DE LEVER (endoplasmatisch reticulum) MOEDERSTOF / PRO-DRUG ↓ FASE 1: FUNCTIONALISERINGSREACTIES (HYDROLYSERING; OXIDATIE; REDUCTIE; (DES)ALKYLERING) (CYP-450-ENZYMEN) (IN)ACTIEVE METABOLIET ↓ FASE 2: CONJUGATIEREACTIES (KOPPELING AAN GLUCURONZUUR / ZWAVELZUUR) WATEROPLOSBARE STOF

  13. CYTOCHROOM P450 ENZYMEN CELLULAIRE GEKLEURDE ENZYMEN (HAEM-GROEP) MONOXYGENASE (OXIDATIE-HYDROXYLASE) REACTIE CYP450-Fe3+ → CYP450-Fe2+ SUBSTRAAT + O2 + 2H+ + 2e- → SUBSTRAAT-OH + H2O

  14. EXCRETIE • LEVER / DARMEN • NIEREN • HUID • LONGEN REKENING HOUDEN MET: • LF-STOORNISEN • NF-STOORNISSEN • DIURETICA • NSAID's

  15. FARMACODYNAMIEK FARMACON > RECEPTOR > EFFECT • KLINISCH EFFECT • FARMACODYNAMISCHE BIJWERKINGEN • FARMACODYNAMISCHE INTERACTIES

  16. METABOLISME

  17. BIJWERKINGEN:  Potentiering van centraal dempende stoffen  Stapeling bij metabolieten / Lange T½  Oversedatie / Overmyorelaxatie / Valgevaar  Ademdepressie  Nadelige cognitieve effecten  Retrograde amnesie  Paradoxale reacties / Rebound reacties  Tolerantie / Verslaving (m.n. bij korte T½ )  Zopiclon  Bittere Smaak  Dromen / Psychotische symptomen

  18. CYTOCHROOM P450 INTERACTIES: METABOLISERING VIA CYP3A4 : DIAZEPAM (VALIUM ; STESOLID) MIDAZOLAM (DORMICUM) TRIAZOLAM (HALCION) ZOLPIDEM (STILNOCT) ZOPLICON (IMOVANE) ALPRAZOLAM (XANAX) REMMING VAN CYP3A4: AZOOLANTIMYCOTICA (MICONAZOL ; KETOCONAZOL; ITRACONAZOL) CIMETIDINE ERYTROMYCINE GRAPEFRUITSAP HIV-PROTEASE-REMMERS

  19. GEEN CYTOCHROOM P450 INTERACTIES: TEMAZEPAM (NORMISON) LORAZEPAM (TEMESTA) LORMETAZEPAM (LORAMET) OXAZEPAM (SERESTA)

  20. ANTIDOTUM: FLUMAZENIL (ANEXATE) Titreren I.V. in stapjes van 0.1mg. Max 1mg LET OP: T½ = 1uur  Risico op Re-Intoxicatie !

More Related