1 / 42

Cannabis en hulpverlening

Cannabis en hulpverlening. Koen Leysens CGG Vagga Koen.leysens@vagga.be Perron 11. Categoriale Afdeling Verslavingszorg- en preventie. Preventieteam. Jongeren- en jongvolwassenen team. Volwassenen- en ouderenteam. Vroeginterventie / Therapie Advies. Instroom. Verschillende wegen

Download Presentation

Cannabis en hulpverlening

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Cannabis en hulpverlening Koen Leysens CGG Vagga Koen.leysens@vagga.be Perron 11

  2. Categoriale Afdeling Verslavingszorg- en preventie Preventieteam Jongeren- en jongvolwassenen team Volwassenen- en ouderenteam Vroeginterventie / Therapie Advies

  3. Instroom • Verschillende wegen • 1) via JRB/Therapie-Advies/ of vroeginterventie (clb, bijzondere jeugdzorg,…) 2) Vrijwillig: - ouders eerst - jongere eerst

  4. Doelgroep • Jongeren en jongvolwassenen van 14-26j • Dubbeldiagnose, combi- en/of multigebruik • Ook partners, familieleden, broers, zussen, kinderen of andere jongeren uit het systeem van iemand met een druggerelateerde probl. • Ouders (individueel of in groep) • Jongeren/kinderen met verslaafde ouders • nazorg

  5. Visie • Van bij de aanmelding stellen dat het ons streefdoel is om met jongeren en beide ouders samen te werken en met de cliënt uitzoeken hoe dit te realiseren valt • We verkennen samen de functie en de invloed van het gebruik op de verschillende levensdomeinen en kijken samen of we behandeldoelen kunnen stellen en welke thema’s voorrang hebben

  6. Stadia van gebruik • Kennismaking • Experimenteren; nieuwsgierig, in groep (functie: ontdekken van eigen grenzen, normen en waarden) • Recreatief gebruik: verstandig en bewust (van de voordelen en nadelen) • Gewoonte of functioneel gebruik: gekoppeld aan vaste gebeurtenissen, gedrag of stemming • Excessief gebruik: het maakt deel uit van de levensstijl; enkel vrienden die blowen, belangrijkste bezigheid, problemen op meerdere levensgebieden • Verslaving/afhankelijkheid

  7. Ontstaan van verslaving • 1) aangeleerd gedrag: situaties, maar ook personen of emoties worden, mits ze gedurende lange periode worden gebruikt, gekoppeld aan drang en gebruik. • 2) Operant leren: het gebruik wordt versterkt door het positieve effect dat het middel op het gemoed of gedrag heeft. Gebruik wordt ook versterkt doordat iets negatiefs uitblijft. • 3) Sociaal leren: jongeren zijn extra beïnvloedbaar voor het uitproberen van nieuw gedrag. Wanneer de jongere beoordeelt dat het gebruik bij anderen een positief effect heeft, is de kans groot de de jongere het gedrag kopieert.

  8. Problematisch druggebruik • Gebruik van verschillende middelen • Ontkenning,minimaliseren, craving • Impulsiviteit, prikkelbaarheid, agressie • Wisselende stemming, overspoeld worden door emoties, negatief zelfbeeld • Aandacht- en concentratieproblemen, geheugenproblemen • Kloof met volwassenen, conflicten in gezin en op school, respect daalt • Ontwikkelingsstilstand, waarden en normen dalen, vrijetijdsinvulling daalt

  9. Diagnostiek van het druggebruik • Andere klachten of problemen • Schools functioneren • Gezin • Sociale vaardigheden, relatie met leeftijdsgenoten • Ontspanning/ vrije tijdsbesteding • Gesprek met ouders: problemen, druggebruik, psychiatrische symptomen, ontwikkelingsverloop, voorgeschiedenis, familiegeschiedenis

  10. Kenmerken van cannabismisbruik • Verslaving werkt remmend op de ontwikkeling van belangrijke vaardigheden die een jongere dient te ontwikkelen in de puberteit: zo een achterstand op leeftijdsgenoten wat betreft schoolprestaties, sociale vaardigheden, impulscontrole en frustratietolerantie • Met de ernst van de verslaving neemt de kans toe dat het samengaat met een gedrags- of psychiatrische stoornis (in wording) of ernstige opvoedingsproblematiek • Psychose (vdip)

  11. Kenmerken van cannabismisbruik • Jongeren ervaren weinig last van hun verslaving waardoor ze nauwelijks zijn gemotiveerd voor verandering. Dit komt door: • a) door de korte duur waardoor ze weinig negatieve consequenties van hun gebruik ervaren • b) hangt samen met de ontwikkelingsfase: jongeren zijn nog niet vaardig in het overzien van de consequentie van hun gedrag. Hierbij bepaalt ook de eigen leefstijl en peergroep de ervaring van de jongeren;’iedereen gebruikt toch?’ • c) weed heeft vaak een direct positief effect zoals het dempen van onlusten, onderdrukken van agressie of (psychiatrische)stoornissen en het verbeteren van inslapen

  12. Risico- en beschermende factoren • Specifieke risicofactoren voor drinken en druggebruik: • Jongere: verkeerde opvattingen over gebruik, verkeerde inschatting van gebruik onder leeftijdgenoten, misbruik of afhankelijkheid van andere middelen, jonge leeftijd van eerste consumptie • Ouders: overmatig drinken en druggebruik door de ouders zelf, vergoelijkende opvattingen over alcohol en drugs, eigen verslavingsproblematiek • Vrienden: gebruik van drugs, vergoelijkende opvattingen • Buurt: verkrijgbaarheid van alcohol en drugs

  13. Risico-en beschermende factoren • Verslavingsproblematiek staat in wisselwerking met ander probleemgedrag • Meervoudige problematiek = combi van twee of meer zaken als verslaving, delinquentie, psychologische of gedragsstoornissen. • Bij de helft van alle adolescenten met meervoudige problematiek is er een verslavingsproblematiek • Delinquentie en probleemgebruik kunnen leeftijdsgebonden verschijnselen zijn. Maar bepaalde risicofactoren verminderen de kans dat dit gebeurt. De kans is verkleind als de jongere zowel delinquent als verslavingsproblematiek vertoont: die twee soorten problematiek versterken elkaar

  14. Voornaamste Risicofactoren • Delinquentie/deviant gedrag: (kleine) criminaliteit, spijbelen, slechte schoolprestaties • Cannabis heeft een functie: zelfmedicatie • Gezinsproblematiek: inconsequente opvoedingsstijl, ouders hebben zelf een psychiatrische- en/of verslavingsproblematiek • Beginnende of aanwezigheid van psychiatrische/gedragsproblematiek • Gebrek aan zinvolle (vrije)tijdsbesteding • Omgang met drinkende, blowende en criminele leeftijdsgenoten • Vroege startleeftijd

  15. Signalen uiterlijk • Gebruik van parfum/wierook • Veranderde kledijkeuze • Opvallende bleekheid • Vermoeidheid • Gewichtsverlies • Veranderde hygiëne • Ogen • Veranderd eetpatroon

  16. Signalen sociaal • Verandering in besteden van geld • Veranderde activiteit • Veranderd slaapgedrag • Opvallende verandering in de vriendenkring • Relationele/seksuele problemen • Onverklaarbare stemmingswisselingen of agressie • Geheimhouding rond alles-veel praten over drugs • Vereenzaming en isolement

  17. Signalen studie/werk, hobby • Spijbelen, werkverzuim • Verschil in geheugencapaciteit • Sterk wisselende concentratie • Gedaalde motivatie om iets (goed) te doen • Sterk wisselende interesses en prestaties • Opmerkelijk verschil in handigheid of praktische vaardigheid, ongevalletjes

  18. Veranderingen in de persoon • Zichzelf overschatten • Idealiseren van gebruik • Instrumentele relaties • Eigen genot ten koste van …alles • Controle verwerven • Hier- en-Nu • Beperkte frustratietolerantie • Belangrijke anderen ophemelen en weer afbreken • ‘onrecht’gevoel

  19. Vroeginterventie 1 • Jongeren die riskant of beginnend problematisch gebruiken (12-18jaar) • 3 of 5 gesprekken (+kennismakings- en evaluatiegesprek, en op verplaatsing mogelijk) • Ouders en opvoeders worden betrokken • Afspraken over doorgeven van informatie • Individueel of in groepsverband

  20. Vroeginterventie 2 • Concreet, kortdurend en gekaderd • Geen wachtlijst • Thema’s: • Informatie over druggebruik en gevolgen • Hoe omgaan met problemen • Invloed van vrienden, familie,… • Toekomstplannen • Aandacht voor vragen van jongeren

  21. Vroeginterventie 3 • Vroeg-interventie: • Vroeg: nog geen ‘stoornis’, levensstijl nog niet volledig problematisch, nog voldoende krachten aanwezig • Interventie: acties van professionelen

  22. Meerwaarde vroeginterventie • Jongeren zijn nog in ontwikkeling en zijn vatbaar voor groepsdruk. Het zicht op eigen gebruik en de functie van het gebruik is belangrijk. • Veel jongeren experimenteren. Psycho-educatie rond de gevolgen en risico’s van gebruik kan van belang zijn. • Evolutie in gebruik is afhankelijk van mens, middel en milieu: duidelijke screening

  23. Meerwaarde vroeginterventie 2 • Kortdurende interventies kunnen motiverend, preventief en gedragsveranderend werken

  24. Een goede relatie met jongere • Communicatie (luisteren, goed gesprek, ik-boodschap) • Respect • Aanspreken op gedrag (goed gedrag belonen) • Kind leren omgaan met groepsdruk en frustraties • Verantwoordelijkheid bij jongere laten • Interesse = toezicht • Onderhandelen • Niet wachten tot er (grote) problemen zijn • Blijf eerlijk • Angst is slechte raadgever

  25. Grenzen stellen • Noodzakelijk voor ontplooiing • Wat niet mag is aantrekkelijk • Duidelijkheid wie/wat/wanneer • Respect voor de regels van het huis • Hoe dicht ligt de grens bij gevaarlijk gedrag? • Consequent bij straffen • Conflicten zijn normaal • Storend gedrag meer controleerbaar dan druggebruik • Fouten maken (beiden)

  26. Wat doet de deur toe? • Je kwaad maken • Bekritiseren van vriendenkring • Telkens controleren • Alleen maar over drugs praten • Doorvragen over school, vrienden,geld • Op zoek gaan naar bewijzen • Vragen stellen aan vrienden • Derden betrekken • Preken/argumenteren • Maatschappelijke waarden verdedigen • Vergelijken met anderen • Naar de hulpverlening sturen

  27. Communicatie Gebruiker Omgeving Bezorgdheid Er is een probleem Geen probleem Bezorgdheid Er is een probleem Geen probleem Inspanningen gericht op verandering Verveeld Machteloos Kwaadheid Kwaadheid

  28. Wat zet de deur op een kier? • Luisteren naar je kind, interesse voor leefwereld • Oog hebben voor wat wel goed loopt • Op het juiste moment waardering uiten • Duidelijk aangeven dat je op de hoogte bent van gebruik • Bereidheid tonen om over problemen te praten • Niet doorgaan op conflict bij crisis • Verantwoordelijkheid laten • Je eigen mening, gevoel vertolken/ je eigen stijl bewaren • Helpen bij hun probleem

  29. Communicatie Gebruiker Omgeving Bezorgdheid Er is een probleem Geen probleem Bezorgdheid Er is een probleem Geen probleem Inspanningen gericht op contact Invloed Openheid Bezorgdheid neemt af Bezorgdheid neemt toe

  30. Met je kind praten over drugs • Onderschat uw kind niet • Niet onder invloed • Ook genot van middel bespreken • Leer hen normen voor sociaal gebruik • Concrete aanleidingen, functioneren • Eigen ervaring • Open houding, altijd eerlijk • Geen horrorverhalen • Timing-inhoud-locatie-dosering

  31. De hulpverlening

  32. Wie is de jongere in de HV? • Kwetsbare situaties: vechtscheidingen, vader in cel, traumatische ervaringen, sterfgeval van broer/ziekte,… • Kopp-kind • Gezinssituaties die niet de norm zijn (thuisonderwijs, zeer rijk, strenge godsdienst, opgevoed door grootouders,…) • Beperkte kerngezinnen • Verwenning of verwaarlozing

  33. Theoretische invalshoeken • Motiverende gespreksvoering (Miller) • Gedragstherapie • Bio-psychosociaal model • Transtheoretisch model van gedragsverandering (Prochaska & DiClemente) • Systeemtheoretische Psychotherapie • Ontwikkelingspsychologie • Risico- en Beschermende factoren • Oplossingsgericht (solution focused)

  34. Behandelmethoden en technieken • 1) motiverende gespreksvoering. Drie technieken: -ambivalentie -reflecteren -open vragen Vijf strategieën;a)uitdrukken van empatie en acceptatie b)vergroten van discrepantie c) vermijden van discussie d)omgaan met weerstand e)vergroten van persoonlijke effectiviteit

  35. Behandelmethoden • Meestal dragen alle domeinen in het leven van de jongere bij aan de problematiek en ze kunnen dus ook bijdragen aan de verbetering • De therapeut preekt niet, steekt geen vingertje op, veroordeelt niet. • Het is meestal niet moeilijk om af te kicken; de uitdaging begint daarna (‘craving’) • 2) Gedragstherapeutische technieken: opmaak van een functioneel analyse • Het innemen van drugs is niet iets dat je overkomt: het betreft lastig te doorbreken gewoontes. Verslavingsgedrag wordt in stand gehouden door ‘bekrachtigers’. • Die gewoontes zijn aangeleerd uit eigen keus. Elke jongere heeft eigen beweegredenen waarom hij besloot tot (overmatig) middelengebruik. Die moeten duidelijk worden. • De bedoelde bekrachtigers moeten worden afgezwakt door de jongere te leren ze te vermijden en door er bekrachtigers van gezonder gedrag voor in de plaats te stellen (beloning van alternatief gedrag, andere vrienden,andere vrijetijdsbesteding, betere verhoudingen in het gezin en betere relatie met school) • Essentie van verslavingsproblematiek = verlies van controle over zichzelf. Dus moet de controle met inzet van de jongere zelf en met behulp van buitenaf worden hersteld. • Een behandeling sorteert meer effect als er ‘belangrijke anderen’ bij betrokken zijn.

  36. Behandelmethoden 3) Gezinstherapie • Keuze van de setting • Ter evaluatie • Scoort hoog op therapietrouw en ‘engagement’ = de bereidheid van de jongere om in begeleiding te gaan

  37. Volledige abstinentie vs gecontroleerd gebruik • Afhankelijk van mate van afhankelijkheid • Afhankelijk van comorbiditeit • Afhankelijk van probleemsamenhang • Afhankelijk van motivatie van cliënt • Afhankelijk van hulpverlenersvisie • Kan gedifferendieerd worden per middel, tabak inclusief.

  38. Op een rijtje… • Sluit aan bij stadium van motivatie • Aandacht en bevragen van signalen • Zoek de functie van het gebruik (voor de cliënt) • Biedt keuze tussen 2 haalbare gedragsopties hier & nu (autonomie) • Werk aan de relatie (verbondenheid) • Haal de sterktes naar voor, beloon initiatief (competentie) • Herhaling werkt (blijven proberen)

  39. Methodieken • Kwaliteitenspel • Drugkwis • Voor-en nadelen van middelengebruik • Levenslijn van genotsmiddelen • Seld-lijst = aan de jongere wordt gevraagd of het in bepaalde situaties moeilijk zal zijn om niet te gebruiken • Registratie van gebruik

  40. Methodieken 2 • Sociaal atoom • Rollenspel (bv. Neen leren zeggen • 10 manieren om je ouders te versieren • Waarden en normen: wat is voor jou een gezin?, wat zijn de waarden van thuis (= zaken die je ouders belangrijk vinden), met welke waarden ben je het eens/oneens?, wat waardeer je in je ouders,…

  41. Methodieken 3 • Motivatiepeiler • 4 affecten: toetsing van de vier basisemoties (blij, kwaad, bang en droevig): Hoe gaat de jongere hiermee om (copingvaardigheden)? Ook screening op emotionele problemen • Risicosituaties en hoe ze te vermijden

  42. dubbeldiagnose • Twee maanden regel • Foutieve diagnoses/labels • Emoties mogen er zijn; iedereen is bipolair • Medicatie: te snel, te toegeeflijk, waslijst • Duidelijke afspraken met de context • Samenwerken psychiater • Verschillende hulpverleners betrokken:’gezamenlijke cliënt’ • Opname en nazorg

More Related