130 likes | 249 Views
Cqizo;V ejeikostw:/ fuvgon h[mati oi[nopa povnton` tovfra dev m j aijei; ku:m j ejfovrei kraipnaiv te quvellai nhvsou ajp j jWgugivhV`. Gisteren ontsnapte ik op de twintigste dag aan de wijnkleurige zee; zólang droegen mij steeds de golven en de snelle stormen vanaf het eiland Ogygia;.
E N D
Cqizo;V ejeikostw:/ fuvgon h[mati oi[nopa povnton` tovfra dev m j aijei; ku:m j ejfovrei kraipnaiv te quvellai nhvsou ajp j jWgugivhV` Gisteren ontsnapte ik op de twintigste dag aan de wijnkleurige zee; zólang droegen mij steeds de golven en de snelle stormen vanaf het eiland Ogygia; fugon = ejfugon pontoV : typisch Homerisch word voor zee De bekendste ‘pontoV j is overigens de Pontus Euxinus (eujxeinoV) : de ‘gastvrije’ zee (bij ons bekend als: de Zwarte Zee!) En die was bepaald niet gastvrij, vandaar de ironische benaming! ejforei : enkelvoud, hoewel het technisch meervoud zou moeten zijn (kuma samen met quellai onderwerp)
nu:n d j ejnqavde kavbbale daivmwn, o[fra tiv pou kai; th:/de pavqw kakovn` ouj ga;r oji?w pauvsesq j, ajll j e[ti polla; qeoi; televousi pavroiqen. en nu heeft een godheid mij hier neergeworpen, opdat ik ook hier, denk ik, iets slechts onderga; want ik denk niet dat het zal ophouden, maar eerst zullen de goden nog veel ellende volbrengen. pascw, ejpaqon : één van de vele voorkomende thematische aoristi Zie H. 16, nr. 6 teleousi : = telousi (geen contractie) pausesq j : Ken je verschillende uitgangen! Welke letter moet je hier aanvullen? pausesqe zou hier onzin opleveren. -ai (infinitief)
jAllav, a[nass j, ejlevaire` se; ga;r kaka; polla; moghvsaV ejV prwvthn iJkovmhn, tw:n d j a[llwn ou[ tina oi\da ajnqrwvpwn, oi} thvnde povlin kai; gai:an e[cousin. Maar, meesteres, heb medelijden; want u bereikte ik na veel rampen doorstaan te hebben als eerste, en van hen, de andere mensen ken ik niemand die deze stad en dit land hebben/bewonen prwthn: acc. ev. F. ,dus het hoort bij Nausikaa (se) Wel lastig te vertalen in het Nederlands, het wordt al gauw als een bijwoord vertaald (bij u kwam ik eerst) Bij predicatief gebruikte woorden wil het wel eens helpen om het woordje ‘als ‘ te gebruiken (zoals ook hierboven is gedaan) ouj .. tina = niet … iemand = niemand ejcw hier weer in de betekenis: hebben , bezitten → bewonen
“Astu dev moi dei:xon, do;V de; rJavkoV ajmfibalevsqai, ei[ tiv pou ei[luma speivrwn e[ceV ejnqavd j ijou:sa. Maar wijs mij de stad en geef mij een lap om om te doen, als u ergens ,hierheen komend, een of ander omhulsel van doeken had. deixon / doV : de wat lastiger vormen in het Grieks Tip: achter in je woordenboek (Eisma) staat de gehele vervoeging van didwmi. Het helpt natuurlijk wel als je al weet dat de (echte) stam van didwmi dw-/ do- is! In de –x- van deixon zitten natuurlijk de –k van deik-(numi) en de – s- (van de aoristus) ejceV = eijceV
Soi; de; qeoi; tovsa doi:en, o{sa fresi; sh:/si menoina:/V, a[ndra te kai; oi\kon, kai; oJmofrosuvnhn ojpavseian ejsqlhvn` En mogen de goden u alles geven, wat u in uw gedachten verlangt, zowel een man als een huis, en mogen ze u een voortreffelijke eensgezindheid geven; Weer een wat minder voorkomende vorm : ojpaseian Sla je grammatica nog eens open bij de sigmatische aoristus! (en voor je basiskennis van de optativus deze link: http://www.jmpauw.nl/downloads/grieks/grammatica/Optativus.pdf
ouj me;n ga;r tou: ge krei:sson kai; a[reion, h] o{q j oJmofronevonte nohvmasin oi\kon e[chton ajnh;r hjde gunhv` want werkelijk niet is er (iets) beter en voortreffelijker dan dat, (dan) wanneer zij (beiden) eensgezind in gedachten een huis bewonen man en vrouw; -ton is een zgn. dualis-uitgang, d.w.z. dat er twee personen of zaken het onderwerp zijn(in dit geval: 3e meervoud : zij beiden) de -h- is echter nog wel de verlengde klinker , die aangeeft dat het een coniunctivus betreft. Het is hier een algemene uitspraak, vandaar de aantekening + ajn : coniunctivus generalis hjde Hopelijk onderhand een overbodige opmerking: let op de …….? spiritus natuurlijk hjde = en hJde = deze
povll j a[lgea dusmenevessi, cavrmata d j eujmenevth/si` mavlista dev t j e[kluon aujtoiv. ” zij zijn/vormen veel pijn voor hun vijanden maar vreugde voor hun vrienden; maar het meest ondervinden zij het zelf.’ dusmenevessi : metrische diektasis (H.T. 14) ej-kluon: Voorde manieren waarop de aoristus of bijv. het imperfectum in het Grieks gebruikt kunnen worden (wat betreft betekenis): zie grammatica (K.G.G. : pag. 109) Dit is een aoristus gnomicus (van hJ gnwmh: oordeel, inzicht) en geeft een algemene waarheid weer ; Je kunt het vergelijken met onze spreekwoorden
To;n d j au\ Nausikava leukwvlenoV ajntivon hu[da` “Xei:n j, ejpei; ou[te kakw:/ ou[t j a[froni fwti; e[oikaV, Hem antwoordde op haar beurt Nausicaä met blanke armen: ‘Vreemdeling, aangezien u noch op een lage, noch op een onverstandige man lijkt - to;n d j au\ …...................... ajntivon hu[da` een formule ; op de puntjes kun je invullen wie je maar wilt, als het maar metrisch past. Een dergelijke opdracht (met verschillende keuzemogelijkheden) kun je verwachten op je S.E. of op het C.E. ejoika (perfectumvorm met praesensbetekenis)+ dativ. = lijken op ‘onverstandige man’
Zeu;V d j aujto;V nevmei o[lbon jOluvmpioV ajnqrwvpoisin, ejsqloi:V hjde; kakoi:sin, o{pwV ejqevlh/sin, eJkavstw/` maar de Olympische Zeus zelf deelt de voorspoed toe aan de mensen, van goede en lage afkomst, zoals hij het wil, aan eenieder; aujtoV betekent bij Homerus bijna altijd ‘zelf’ , ook in de verbogen naamvallen !
kaiv pou soi; tavd j e[dwke, se; de; crh; tetlavmen e[mphV. en dit gaf hij, denk ik, aan u, maar u moet het tóch verdragen. tlhnai, ejtlhn (aor.) 1: dulden , verdragen 2: wagen, durven Perf.: tetlhka hier met de Homerische infinitief-uitgang – men (het praesens van dit werkwoord bestaat dus niet) N.B. epitheton van Odysseus : polu-tlaV (die veel verdragen heeft!) pou (zonder accent) : 1. denk ik ; misschien 2. ergens
Nu:n d j, ejpei; hJmetevrhn te povlin kai; gai:an iJkavneiV, ou[t j ou\n ejsqh:toV deuhvseai ou[te teu a[llou, w|n ejpevoic j iJkevthn talapeivrion ajntiavsanta. Maar nu, aangezien u in onze stad en ons land komt/bent gekomen, zult u dus noch gebrek hebben aan kleding, noch aan iets anders, waaraan een zwaarbeproefde smekeling die ons ontmoet geen gebrek behoort te hebben. w|n ejpevoic j iJkevthn talapeivrion ajntiavsanta : lastige constructie. Probeer altijd eerst te weten te komen waar het relativum naar verwijst (hier: kleding en iets anders) of vervang het door een aanwijzend vnw. Aantekening geeft aan dat er een infinitivus bijgedacht moet worden Dan krijg je ongeveer: ejpeoike iJkethn …… mh deuesqai toutwn
“Astu dev toi deivxw, ejrevw dev toi ou[noma law:n` FaivhkeV me;n thvnde povlin kai; gai:an e[cousin, De stad zal ik u wijzen en ik zal u de naam van de mensen zeggen; de Phaeaken bewonen deze stad en dit land, ejrw, ejreiV , etc. : futurum van legw (hier: niet gecontraheerd) toi = soi (H.T. 29) Polin kai gaian herhaling (op precies dezelfde plek in het vers) van regel 191
eijmi; d j ejgw; qugavthr megalhvtoroV jAlkinovoio, tou: d j ejk Faihvkwn e[cetai kavrtoV te bivh te. en ik ben de dochter van de fiere Alcinoüs, en bij hem berust de macht en de kracht van de Phaeaken.’ kavrtoV te bivh te = kartoV kai bih FaihkeV = FaiakeV bih = bia (H.T. 2)