820 likes | 1.09k Views
Verlofstelsels bij de diensten van de Vlaamse overheid. Voorafgaand. A. Begripsverduidelijking p ersoneelsleden: ambtenaren en personeelsleden met een arbeidsovereenkomst s tatutaire personeelsleden: ambtenaren c ontractuele personeelsleden: personeelsleden met een arbeidsovereenkomst .
E N D
Voorafgaand A. Begripsverduidelijking • personeelsleden: ambtenaren en personeelsleden met een arbeidsovereenkomst • statutaire personeelsleden: ambtenaren • contractuele personeelsleden: personeelsleden met een arbeidsovereenkomst
Voorafgaand B. Rechtsbasis • statutair personeel: het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, Arbeidswet • contractueel personeel: het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, de Arbeidswet, de Arbeidsovereenkomstenwet, uitvoeringsbesluiten enz, …
Voorafgaand C. Administratieve stand • dienstactiviteit • non-activiteit • wat als een personeelslid afwezig is zonder toestemming of akkoord? • wat bij een georganiseerde werkonderbreking?
Voorafgaand D. Aanvragen / opzeggen van verlof • aanvraagprocedures en -termijnen: bepaald door de lijnmanager • opzegprocedures en –termijnen: vastgesteld in het arbeidsreglement
1. Jaarlijks verlof • Recht of Gunst? • recht, maar opname gebeurt rekening houdend met continuïteit van de dienst • vier dagen verlof waar tegen over het dienstbelang niet kan worden gesteld
1. Jaarlijks verlof B. Aantal dagen? • 35 dagen per jaar • extra dagen vanaf het jaar waarin men 55 jaar wordt • pro rata vermindering bij: • in & uitdiensttreding tijdens het jaar; • deeltijdse werken; • opname van onbetaalde afwezigheid
1. Jaarlijks verlof C. Overdracht van verlof • overdracht van maximaal 11 dagen naar het volgende jaar • opname ten laatste voorafgaand aan het pensioen en in overleg met de lijnmanager
1. Jaarlijks verlof D. Uitbetaling van verlof • enkel bij het definitief verlaten van de DVO • overstap naar andere entiteit DVO: overdracht van jaarlijks verlof • pensionering: enkel uitbetaling indien voorafgaande opname door ziekte of ongeval onmogelijk was
1. Jaarlijks verlof E. Gevolgen opname jaarlijks verlof • afwezigheid gelijkgesteld met dienstactiviteit d.w.z.: • recht op loon • normale opbouw anciënniteiten • geen recht op MC bij volle afwezigheidsdag
2. Feestdagen • Aantal dagen • 10 wettelijke feestdagen • 1 decretale feestdag (11 juli) • verlof op 2 & 15.11 & 26.12
2. Feestdagen B. Compensatieverlof • verlof tussen Kerst en Nieuw voor de feestdagen die met een zaterdag of zondag samenvallen • werken op een feestdag of tussen Kerst en Nieuw: extra jaarlijkse vakantiedag(en)
2. Feestdagen C.Gevolgen opname Feestdag • afwezigheid gelijkgesteld met dienstactiviteit d.w.z.: • recht op loon • normale opbouw anciënniteiten • geen recht op MC
3. Moederschapsrust A. Statutair - contractueel • voor beide een recht op hetzelfde aantal weken verlof (p.b.v. Arbeidswet van 17.03.71) • verschillende verloning tijdens het verlof
3. Moederschapsrust B. In kennisstelling van de werkgever • van de zwangerschap: • van zodra het personeelslid hiervan kennis heeft • schriftelijk of mondeling? • van de vermoedelijke bevallingsdatum: • ten laatste 7de / 9de (meerling) week voor deze datum • via een geneeskundig getuigschrift
3. Moederschapsrust B. Duur van het verlof • Prenataal verlof • personeelslid kiest zelf de startdatum van het verlof • startdatum: ten vroegste vanaf de 6de / 8ste week voor de vermoedelijke bevallingsdatum • eerste 5 / 7 weken: facultatief (personeelslid mag verder werken) • verplicht verlof: vanaf de zevende dag voor de vermoedelijke bevallingsdatum
3. Moederschapsrust b.Postnataal verlof • start: • normaliter de dag van de bevalling • dag na de bevalling als het personeelslid op de dag van de bevalling nog heeft gewerkt • duur: negen weken • verplicht verlof = verbod op arbeid
3. Moederschapsrust c.Verlenging van de postnatale rust • op verzoek van het personeelslid • aaneensluitend op de verplichte 9 weken • opname niet verplicht
3. Moederschapsrust • Verlenging met: • de periodes van arbeid vanaf de 6de / 8ste week voor de werkelijke bevallingsdatum • met arbeid gelijkgestelde afwezigheden vanaf de 6de / 8ste week voor de werkelijke bevallingsdatum • 2 weken bij bevalling van een meerling • 1 week, als het personeelslid gedurende de 6 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum ononderbroken arbeidsongeschikt was
3. Moederschapsrust • verlenging met: • maximaal 24 weken als het kindje na de eerste 7 dagen ten rekenen vanaf de geboorte in het ziekenhuis moet blijven • verlofdagen van postnatale rust
3. Moederschapsrust C. Gevolgen opname moederschapsrust
3. Moederschapsrust • prenataal onderzoek: • dienstvrijstelling voor de duur van het onderzoek op voorwaarde dat het onderzoek niet buiten de werkuren kan • dienstactiviteit en doorbetaling loon • borstvoedingspauzes: • de benodigde tijd • om melk af te kolven, niet om het kind te voeden op het werk
4. Omzetting moederschapsrust in vaderschapsverlof/meemoederschapsverlof • Wanneer • bij overlijden van de moeder • bij opname van de moeder in het ziekenhuis, ten vroegste vanaf 8ste dag na de geboorte, op voorwaarde dat het kind het ziekenhuis mag verlaten en de opname van de moeder meer dan 7 dagen duurt
4. Omzetting moederschapsrust in vaderschapsverlof/meemoederschapsverlof B.Duur van het verlof • overlijden: niet opgenomen gedeelte van de moederschapsrust • hospitalisatie: zolang dat de moeder in het ziekenhuis blijft voor zover de moederschapsrust nog niet is uitgeput
4. Omzetting moederschapsrust in vaderschapsverlof/meemoederschapsverlof C.Gevolgen opname vaderschapsverlof
4. Omzetting moederschapsrust in vaderschapsverlof/meemoederschapsverlof D. Gevolgen opname meemoederschapsverlof
5. Opvangverlof A. Statutair - contractueel • dezelfde regeling qua duur en verloning B. Wanneer • adoptie of pleegvoogdij (≠pleegzorg) van een minderjarig kind (< 18) C. Duur • kind < 3j 6 weken • kind > 3j 4 weken
5. Opvangverlof D. Gevolgen opname opvangverlof • doorbetaling loon • normale opbouw anciënniteiten • geen recht op MC • geen impact op jaarlijks verlof
6. Ziekteverlof • Regeling statutair personeel A.1. Ziekteverlof • ambtenaar afwezig door ziekte of ongeval recht op ziekteverlof • tijdens het ziekteverlof: • afwezigheid gelijkgesteld met dienstactiviteit • recht op loon • controle door het controle orgaan procedure in AR
6. Ziekteverlof A.2. Ziektecontingent • 666 werkdagen afwezigheid wegens ziekte of ongeval waarop: • alle ziekteafwezigheden vanaf de start van de statutaire proeftijd worden aangerekend • de ziekteafwezigheden als contractueel personeelslid niet worden aangerekend
6. Ziekteverlof • worden niet aangerekend op het contingent: • arbeidsongeval • ongeval op de weg van en naar het werk • ongeval van gemeen recht met schuldige derde • beroepsziekte • vrijstelling van arbeid van de zwangere ambtenaar • ziekteverlof in de 6 weken voor de bevalling • bij langdurige ziekte wordt het jaarlijks verlof in mindering gebracht op het contingent
6. Ziekteverlof • wat bij uitputting van het ziektecontingent? • de ambtenaar kan naar Medex worden doorgestuurd • beslissing tot doorsturen: bevoegdheid van het controleorgaan na overleg met de lijnmanager • bij doorsturing neemt Medex één van de volgende beslissingen: • A beslissing leidt niet tot pensionering • B beslissing leidt tot een tijdelijke pensionering • C beslissing leidt tot een definitieve pensionering
6. Ziekteverlof A.3. Deeltijds werken wegens ziekte • doel: voltijdse re-integratie in het arbeidscircuit na een lange/zware ziekte • controleorgaan beslist over: • de toekenning van het verlof • de duur van het verlof max 3 maanden • het prestatieregime min. 50% • de mogelijkheid tot verlenging
6. Ziekteverlof B. Contractueel personeel B.1. Algemeen • geen ziektecontingent • vooralsnog verschillende regeling voor arbeiders en bedienden
6. Ziekteverlof B.2. Bediende • recht op gewaarborgd loon gedurende de eerste dertig kalenderdagen • wat bij een nieuwe ziekteperiode na een hervatting? • is de nieuwe ziekteperiode te wijten aan een andere aandoening? • is de nieuwe ziekteperiode binnen de 14 KD na de ziekteperiode die GL voor gevolg had?
6. Ziekteverlof B.3. Arbeiders • bediende op proef of met contract minder dan 3 maanden systeem arbeider • anciënniteitsconditie • carenzdag: geneutraliseerd in VPS • specifieke gewaarborgdloonregeling
7. Verlof voor deeltijdse prestaties A. Statutair - contractueel • verlofvorm: enkel toegankelijk voor statutair personeel • contractueel: tijdelijke of definitieve verdeeltijdsing arbeidsovereenkomst
7. Verlof voor deeltijdse prestaties B. Recht – gunst • gunst, tenzij de ambtenaar behoort tot één van de volgende categorieën dan is het een recht: • ouder dan 50 j • twee kinderen jonger dan 15j ten laste • gehandicapt kind ten laste • als 1 oudergezin 1 kind jonger dan 15j te laste • mantelzorg: inwonend familielid 1ste of 2 graad
7. Verlof voor deeltijdse prestaties • weigering van verlof dat een gunst is beroep bij derde kamer RVB mogelijk • ziekteverlof maakt geen einde aan VDP • VDP op feestdag geen recht op compensatie • opschorting bij bevalling, adoptie
7. Verlof voor deeltijdse prestaties C. Ergens anders werken tijdens verlof • kan als de lijnmanager de cumulatie toestaat D. Gevolgen opname VDP • pro rata verloning • pro rata jaarlijks verlof • volle dag VDP: geen MC
8. Verlof voor loopbaanonderbreking 8.1. ALGEMEEN STELSEL • Duur • mogelijkheid om de loopbaan gedurende 60 maanden voltijds en 60 maanden deeltijds (1/2, ¼ of 1/5) te onderbreken • Verlof opgenomen bij andere werkgevers wordt in mindering gebracht
8. Verlof voor loopbaanonderbreking B. Recht – gunst • de ambtenaar kan in beroep gaan tegen de weigering van een gunst
8. Verlof voor loopbaanonderbreking 8.2. DEELTIJDSE LOOPBAANONDERBREKING TOT AAN HET PENSIOEN • onderbreking met ½, ¼ of 1/5 • voor ambtenaren een recht; voor contractuelen een gunst • algemeen: vanaf de leeftijd van 55 jaar
8. Verlof voor loopbaanonderbreking • uitzondering: vanaf de leeftijd van 50 jaar: • in de 5 van de 10 of 7 van de 15 die ½, ¼ of 1/5 LO voorafgaan een zwaar beroep hebben uitgeoefend: • bij ½ en ¼ LO moet zwaar beroep voorkomen op een federale knelpuntenlijst • in geval van 1/5 LO: een beroepsloopbaan van 28 jaar hebben doorlopen
8. Verlof voor loopbaanonderbreking 8.3. PALLIATIEF VERLOF • voor het verstrekken van palliatieve zorgen • recht voor zowel het statutair als contractueel personeel • opname met ofwel voltijdse of ½ LO
8. Verlof voor loopbaanonderbreking • gedurende één maand, verlengbaar met één maand • opgenomen verlof telt niet mee voor de berekening van de 60 maanden voltijds en 60 maanden deeltijdse LO
8. Verlof voor loopbaanonderbreking 8.4. BIJSTANDSVERLOF • voor de bijstand aan en zwaar ziek familie- of gezinslid • maximumduur / patiënt: • voltijdse LO: 12 maanden • halftijdse LO: 24 maanden
8. Verlof voor loopbaanonderbreking • opname met min 1 maand en max 3 maanden • mogelijkheid om bij nieuwe periode te veranderen van opnamevorm • opgenomen verlof telt niet mee voor de berekening van de 60 maanden voltijds en 60 maanden deeltijdse LO
8. Verlof voor loopbaanonderbreking 8.5. OUDERSCHAPSVERLOF • recht voor zowel statutair, als contractueel personeel • max periode per kind