Maligne en premaligne huidtumoren

1. Maligne en premaligne huidtumoren Karine arxhoek Maart 2007

3. Premaligne huidtumoren • facultatief > kunnen ontaarden in maligniteiten, maar minder frequent - obligaat > altijd maligne ontaarding ‘als de patiënt lang genoeg zou leven’

4. Facultatief premailgne huidtumoren Keratosen • keratosis actinica • cornu cutaneum • leukoplakie

5. Keratosis actinica • meest voorkomende premaligne huidafwijking • vooral ouderen, door zonlicht gelaat, handruggen • vlakke, hard en droog aanvoelende keratotische elementen met rode hof • < 1cm • regelmatige controle • maligne ontaarding > rode basis en infiltratie

7. therapie • Cryotherapie • Fluorouracil - 1-2 daags (>erosief). Stop na 2-3 weken (re-epithealisatie)

8. Cornu cutaneum • zeldzame, gesteelde uitwas • cave verruca vulgaris, keratosis actinica en plaveiselcelcarcinoom

10. therapie • excisie (diagnostische biopsie) • verdere beleid afhankelijk van histologisch beeld

11. leukoplakie • niet afveegbare, witte, scherp omschreven laesie op slijmvlies • predisponerende factoren: • roken • hete/gekruide spijzen • chron. Irritatie (bv prothese, wangbijten) - lichen sclerosus

12. leukoplakie

13. leukoplakie • maligne ontaarding in plaveiselcelcarcinoom in 5-10% • verwijzen naarmondziekten/kaakchirurgie voor biopsie

14. therapie • 0,1% tretinoine orale gel lokaal • cryotherapie • shaving excisie

15. Facultatief premaligne huidtumoren • Chronische dermatosen • lichen sclerosus • ulcus cruris • litteken

16. Lichen sclerosus

17. Lichen sclerosus • chronisch • onbekende oorzaak • iedere leeftijd • kan leiden tot phimosis en dyspareunie • voorkeurslokalisatie regio anogenitalis

18. Lichen sclerosus • vulva rood en gezwollen • later stadium atrofie • veel jeuk en pijn • prognose kinderen beter dan bij volwassenen • helft kinderen geneest spontaan <1-10 jr

19. therapie • Toediening van corticosteroiden klasse 2-4 lokaal • verwijzen dermatoloog Ps - klachten vaak zeer hardnekkig en moeilijk te bestrijden - soms spontaan ‘uitblussen’ ziekteproces

20. Facultatief premalige huidtumoren • Aangeboren huidafwijkingen • naevus pigmentosus et pilosus • dysplastische-naevussyndroom • basale-cellen-naevussyndroom

21. Naevus pigmentosus et pilosus • harige pigmentnaevus • zeldzaam • maligne ontaarding in 4-10% in malige melanoom

23. therapie • Excisie vóór de leeftijd van een half jaar

24. Dysplastische naevus syndroom • polygenetisch, soms familiair • enkele (10) tot honderden atypische naevi • in puberteit of later • verhoogde kans op melanoom • diagnose: 2 of meer histologisch bevestigde dysplastische naevi

25. Obligaat premaligne huidtumoren • plaveiselcelcarcinoom in situ (Bowen) • plaveiselcelcarcinoom in situ (ziekte van Querat) • lentigo maligna • xeroderma pigmentosum

26. Ziekte van Bowen

27. Morbus Bowen

28. Ziekte van Bowen • intra epidermaal plaveiselcelcarcinoom • 0,5-1 cm • solitair/scherp begrensd/erythematosquameus • Makkelijk bloedend • rug hand, slijmvliezen (Queyrat) • reageert niet op lokale anti-eczeem- of anti-psoriasistherapie

29. therapie • cryochirurgie • zo nodig excisie

30. Lentigo

31. lentigo • Egaal, bruin gepigmenteerd, ovaal of grillig • Enkele milimeters tot centimeters • Zeer algemene goedaardige huidafwijking • Licht huidtype/blootstelling zonlicht

32. therapie • goedaardig, hoeft niet behandeld te worden • om cosmetische redenen: • stikstofbehandeling • laser

33. Lentigo maligna

34. Lentigo maligna • laatste stadium vóór melanoom • grillig, wisselende pigmentatie • vaak > 1cm • Cave lentigines die veranderen of klachten geven • gelaat • moet altijd behandeld worden

35. therapie • excisie,cryochirurgie

36. Maligne huidtumoren • Basale-cellencarcinoom • Plaveiselcelcarcinoom • Morbus paget • Melanoom • Cutaan lymfoom • Metastase • Kaposi-sarcoom

37. Basale cellencarcinoom

46. basaalcercarcinoom • meest voorkomende maligne huidtumor • gunstige prognose • glanzend parelmoerrandje • vaak teleangiectasieen • vooral gelaat (zonlicht) • >risico op plaveiselcelca. en melanoom • nacontroleschema

47. therapie • Excisie, cryochirurgie

48. plaveiselcelcarcinoom