1 / 41

Fysica

Fysica. Eendi mensionale bewegingen. Begrippen. Afgelegde weg Δ s ↔ verplaatsing Δ x Vb. 70 m 30 m Δ s = 100 m (scalair) Δ x = 40 m (vector) De afgelegde weg kan verschillend van 0 zijn, terwijl de verplaatsing van Δ x gelijk is aan 0. Begrippen. Verplaatsing Δ x

elewa
Download Presentation

Fysica

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Fysica Eendimensionale bewegingen

  2. Begrippen • Afgelegde weg Δs ↔ verplaatsing Δx • Vb. 70 m • 30 m • Δs = 100 m (scalair) • Δx = 40 m (vector) • De afgelegde weg kan verschillend van 0 zijn, terwijl de verplaatsing van Δx gelijk is aan 0. Sint-Paulusinstituut

  3. Begrippen • Verplaatsing Δx • O x1 x2 • t1 t2 • Punt O: oorsprong, referentiepunt • Δx = x2 – x1 • Δt = t2 – t1 • Δx > 0 : volgens x-as Δx < 0 : negatieve zin • Δs altijd positief Sint-Paulusinstituut

  4. Snelheid Sint-Paulusinstituut

  5. Het begrip snelheid • Scalaire grootheid • Dagelijks leven: bv. sport • Hoe snel kan een mens bewegen? • Wat is de maximum snelheid van een atleet bij het lopen? • Kim Gevaert 100 m 11,04 s • Twee grootheden: • afstand - tijd Sint-Paulusinstituut

  6. Gemiddelde snelheid Sint-Paulusinstituut

  7. Gemiddelde snelheid • Hoeveel meter moet Kim elke seconde afleggen? • Waarom noemen we de gemiddelde snelheid niet eenvoudigweg snelheid? Sint-Paulusinstituut

  8. Gemiddelde snelheid Sint-Paulusinstituut

  9. Oefening • Geg: t1 = 3.00 s t2 = 5.50 s • x1 = 40.5 m x2 = 18.2 m • Gevr: v • v > 0 : beweegt volgens de positieve zin van de x-as • v < 0 : beweegt volgens de negatieve zin van de x-as Sint-Paulusinstituut

  10. Voorbeeld: Afstand – tijd diagram Sint-Paulusinstituut

  11. Gemiddelde snelheid grafisch bepalen • Grafiek bord • Helling van het lijnstuk • Hoe steiler  hoe … Sint-Paulusinstituut

  12. Experimentele bepaling • Pingpong balletje helling • Auto helling • Skateboard • Opwindbare auto Sint-Paulusinstituut

  13. Experiment • Meting: B van een helling op skateboard Sint-Paulusinstituut

  14. Meetresultaten Sint-Paulusinstituut

  15. Tijd – afstand grafiek Sint-Paulusinstituut

  16. Tabel verwerking Sint-Paulusinstituut

  17. Gemiddelde snelheid – tijd grafiek Sint-Paulusinstituut

  18. De gemiddelde snelheid geeft geen informatie over de snelheid op een bepaald tijdsstip. • Hoe zouden we haar snelheid op een bepaald ogenblik noemen? • Van welk toestel lezen we deze af bij een auto? Sint-Paulusinstituut

  19. Ogenblikkelijke snelheid Sint-Paulusinstituut

  20. Ogenblikkelijke snelheid • = snelheid op een bepaald tijdsstip • Vb. wagen rijdt 2,0h en legt 150 km af •  Onwaarschijnlijk wagen steeds aan 75 km/h Sint-Paulusinstituut

  21. Tabel verwerking Sint-Paulusinstituut

  22. Ogenblikkelijke snelheid • = snelheid op een bepaald tijdsstip • Vb. wagen rijdt 2,0h en legt 150 km af •  Onwaarschijnlijk wagen steeds aan 75 km/h • = limietwaarde van de gemiddelde snelheid over een oneindig klein tijdsinterval Sint-Paulusinstituut

  23. Ogenblikkelijke snelheid grafisch bepalen • Grafiek bord • Helling van de raaklijn Sint-Paulusinstituut

  24. Versnelling Sint-Paulusinstituut

  25. Gemiddelde snelheid – tijd grafiek Sint-Paulusinstituut

  26. Besluit • a = v/t = cte Sint-Paulusinstituut

  27. Gemiddelde versnelling Sint-Paulusinstituut

  28. Gemiddelde versnelling Sint-Paulusinstituut

  29. Versnelling • = snelheidsverandering • Δv > 0  het systeem versnelt • Δv < 0  het systeem vertraagt • Bv: • a) 10 s 11 s • 2 m/s 3 m/s • b) 10 s 11 s • 3 m/s 2 m/s Sint-Paulusinstituut

  30. Ogenblikkelijke versnelling Sint-Paulusinstituut

  31. Ogenblikkelijke versnelling Sint-Paulusinstituut

  32. Oefeningen • Opdr. 3 p. 25 • … Sint-Paulusinstituut

  33. Sint-Paulusinstituut

  34. ERB Sint-Paulusinstituut

  35. ERB • Op een voorwerp dat met constante snelheid op een rechte lijn beweegt, werkt er geen resulterende kracht. • → Eenparige rechtlijnige beweging • Voorbeeld: • Parachutist • Rijdende trein • Vliegtuig Sint-Paulusinstituut

  36. Bepaling • Stel een fietser die elke seconde 5 m aflegt. Na 1 s is dus 5 m, na 2 s is 10 m en na 3 s is 15 m afgelegd. • Deze beweging is eenparig op voorwaarde dat • in elke 1 s 5 m, • in elke 1/10 s 0,5 m en • in elke 1/100 s 0,05 m • wordt afgelegd. Sint-Paulusinstituut

  37. Conclusie • Een beweging is eenparig, als in gelijke tijden, hoe klein ook genomen, de verplaatsing gelijk is. Sint-Paulusinstituut

  38. x-t grafiek Sint-Paulusinstituut

  39. Vergelijking van de rechte Sint-Paulusinstituut

  40. v-t grafiek Sint-Paulusinstituut

  41. EVRB Sint-Paulusinstituut

More Related