370 likes | 549 Views
Alternatieve financiering van multifunctionele landbouw. Roeland Cappon. Musical-project. Financiering: Federaal Wetenschapsbeleid Programma SDO (duurzame ontwikkeling). Looptijd: 2007 – begin 2011 (tot januari 2010). Coördinator: Vakgroep Landbouweconomie (UGent)
E N D
Alternatievefinanciering van multifunctionelelandbouw Roeland Cappon
Musical-project Financiering: Federaal WetenschapsbeleidProgramma SDO (duurzame ontwikkeling) Looptijd: 2007 – begin 2011 (tot januari 2010) Coördinator: Vakgroep Landbouweconomie (UGent) Partners: AMRP (UGent) – ILVO - ISEG (KULeuven) – FRW Onderzoekshypothese:multifunctionele landbouw + regionale identiteit → plattelandsontwikkeling
plattelandsontwikkeling Multifunctionele landbouw Landbouw Voorziening van publieke diensten Verbreding / diversificatie 3.3. Landschap / Identiteit 3.2. 3.1. Rurale actoren(vastgoed, toerisme, locale overheden) Musical-project Werkpakketten ‘alternatieve financiering van multifunctionele landbouw’ (3.2.)
Leader Financiering: LEADER = Europees subsidëringsprogramma voor plattelandsontwikkeling Looptijd: 2007 – 2013 (vanaf maart 2010) In Vlaanderen: Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling (PDPOII). • As 1: concurrentievermogen van land- en bosbouw • As 2: Milieu- en landbeheer • As 3: leefkwaliteit op het platteland en diversificatie van plattelandseconomie • As 4: LEADER • Gelijkenissen As 3 en As 4: • Verbetering van de leefkwaliteit • Verhoging van de sociale samenhang • Versterking van het streekgevoel • Diversificatie van de plattelandseconomie • Verschil As 3 en As 4: • Uitvoeringsgebied: LEADER enkel in afgebakende LEADER-gebieden. • LEADER-methode: autonomie aan de regio’s
Leader-aanpak:- Bottom-up - Innovatief - Multisectoraal en geïntegreerd - Gebiedsgericht - Beoordeeld en begeleid door Publiek-Privaat partnerschap (Plaatselijke Groep) - Netwerk - Samenwerking Leader Leader-gebieden: 2 criteria voor ruraliteit:- < 300 inw/km²- maximum 15% bebouwde oppervlakte
Doelstellingen MUSICAL-onderzoek Probleemstelling (afbakenen onderwerp) Overzicht & kenmerken alternatieve financieringsmechanismen (AFM’s)→ Selectie kansrijke AFM’s Draagvlakbepaling- voor kansrijke AFM’s- bij relevante groepen actoren (publiek ↔ bestuurlijk draagvlak)- in verschillende studiegebieden Conclusies
I. Probleemstelling Plattelandsontwikkeling: 4 elkaar versterkende processen (Wiskerke)- verbinden van rurale actoren- vervlechten van economische met niet-economische functies- verankeren in het eigene van de streek- verbreden (diversificatie van de landbouweconomie) Landbouw = multifunctioneel! Wit Groen Geel Blauw Rood • Verkoop & verwerking hoeveproducten • Voedselzekerheid en -veiligheid • Landschap • Natuur • Milieu (bvb. koolstofcaptatie bodem) • Tewerkstelling • Verhuur gronden en gebouwen • Toerisme en recreatie • Groene Zorg • Regionale identiteit • Erfgoed • Bescherming overstromingen • Verbeteren waterkwaliteit • Energieproductie (windmolens, biobrandstoffen, …)
I. Probleemstelling • Stijgende vraag naar publieke diensten (van multifunctionele landbouw) • Stijgende welvaart => hedonisme: meer genieten • Meer vrije tijd om te recreëren op platteland • Toenemende mobiliteit => meer mogelijkheden voor recreatie • Meer belang gehecht aan welzijn, gezondheid • Milieuproblemen, klimaatsverandering => meer belang aan natuur & milieu • Toenemende druk op open ruimte door stijgende bevolking, industrie uitsluitbaar niet-uitsluitbaar rivaal niet-rivaal
I. Probleemstelling • Vraag naar publiek diensten? Op basis van eigen onderzoek in Meetjesland (MUSICAL-project, 2009)
I. Probleemstelling Groen Focus op groene publieke diensten Landbouwlandschappen Natuurgebieden Dynamiek / Agrarisch gebruik Huidig beleid = inzet publieke middelen- ruimtelijke ordening – marktregulering vb. toekennen bestemmingen- gerichte financiering – markthandeling vb. beheersovereenkomsten- fiscale maatregelen – marktstimulering Bedreigingen- verstedelijking, versnippering- intensivering en schaalvergroting in de landbouw • Aanbod (groene) publieke diensten ondermaats! - ontwikkeling groen gescheiden van rood (private initiatieven/middelen )- duur & omvang publieke vergoedingen = beperkt
I. Probleemstelling VRAAG: Is landschap & natuur enkel verantwoordelijkheid van overheid & grondgebruikers? ANTWOORD = neen! • Investeren in landschap (Braaksma & Bos, 2007)levert baten op vlak van - woongenot, recreatie (gebruikswaarden) - overerving van natuur & landschap (niet-gebr.w) • Publieke en private (directe & indirecte) vraag naar ‘groene’ diensten
Publiek ? Privaat I. Probleemstelling Een dienst komt tot stand- door vrijwillige transactie- tussen de aanbieder die hiervoor een vergoeding krijgt van - en de publieke en/of private vrager ‘Groene’ diensten = samengesteldgoed(Leneman et al., 2006) Publieke of vrijwillige voorziening Marktfalen!Overheidsbemoeienis noodzakelijk Welke alternatieve financieringsmechanismen?- beperken tot mechanismen gekoppeld aan geldstromen, maar vrijwilligerswerk = ook belangrijk!- gericht op het genereren van de middelen (verzilveren van de vraag) niet vergoedingsmechanismen!- georiënteerd op de Belgisch-Nederlandse context (instrumentarium, verstedelijking,…)
Publiek ? Privaat I. Probleemstelling Alternatieve financiering > private financiering = ook kaderen in bredere processen! • ruimtelijk beleid- uitvoeringsgericht, decentralisering, …- ruimtelijk beleid toelatingsplanologie →ontwikkelingsplanologie Alternatieve financiering - op basis van samenwerking van lokale & regionale en publieke & private plattelandsactoren- financiële verantwoordelijkheid richting niet-overheidspartijen- faciliterende rol van de overheden- gebiedsgericht- gericht op omgevingskwaliteit landbouwbeleid- leefkwaliteit, omgevingskwaliteit, diversificatie- van sectoraal landbouwbeleid → plattelandsontwikkeling
Natuur & landschap = hoofddoel Lokaal landschapsfonds Rood voor Groen Ontwikkelingstaks Toeristenbelasting Certificaten Algemeen Groenfonds Economisch Ideologisch Partnership Sponsoring Publiekscampagnes Financiële adoptie Arrangementen II. Overzicht + kenmerkenAFM’s Overzichtalternatievefinancieringsmechanismen(Padt et al., 2002) - verticale as: landschap & natuur als doel (semi-kwantitatieve scores, bandbreedte) - horizontale as: economische ↔ ideologische motieven (ruwe inschatting)- nevencriteria (‘goed verhaal’, lokaliteit, e.a.) Beperkingen: - niet volledig + tijdsgebonden- indicatie voor ‘geschiktheid’ van mechanismeWaarde: - inzicht in clusters/groepen van AFM’s Giften Bestemmingsrekening Vrijwilligerswerk streekproducten CSA lidmaatschap Natuur & landschap = nevendoel
II. Overzicht + kenmerkenAFM’s Cluster I: vrijwillige investeringsvormen voor natuur en landschap Kenmerken- motieven: eerder ideologisch- basishouding: financieel beheer van N&L - doelstelling: betrokkenheid, draagvlak = ‘Warm geld’ SelectiekansrijkeAFM’s: basis = bijdrageaanplattelandsontwikkeling
II. Overzicht + kenmerkenAFM’s Landschapsveiling: Kenmerken:- koper ≠ eigenaar, wel mogelijkheid tot adoptie- fysieke veiling (versus internetveiling)- eerste veiling in Nederland (in de wereld?)- 110.000 € - bedrijven, particulieren, natuurorganisaties - landbouwers: 10-jarige contracten - Triple E: intermediaire organisatie - tegemoetkomingen Nadelen:- meer controle op doen en laten landbouwer- transactiekosten landschapsveiling Voordelen:- zonder tussenkomst van overheid- combineren met beheersubsidies- sterke betrokkenheid / breed doelpubliek- impact: lokaal + goed zichtbaar- korte voorbereidingstijd Randvoorwaarden- zekere mate van betrokkenheid aanwezig- sociaal netwerk (Via Natura, e.a.)- inbedden in visie op landschap (LOP)- belang van informatiecampagne!
II. Overzicht + kenmerkenAFM’s Cluster II: financieringsmechanismen ~ gebruik of vervuiling van landschap Kenmerken- motieven: ‘gebruiker betaalt’, ‘vervuiler betaalt’- basishouding: gekoppeld aan gebruik landschap- doelstelling: genereren van private middelen indeling:A. bijdragen < recreatie en toerisme (vb. toeristentaks)B. bijdragen < wonen (vb. zichtgaranties)C. bijdragen < nieuwe dynamische ontwikkelingen op het platteland (‘rood voor groen’)D. partnerships = 2 partijen / gemeenschappelijke doelen / op commerciële basis (vb. KOH – verwarming openbare gebouwen)
II. Overzicht + kenmerkenAFM’s A. Bijdragen uit recreatie en toerisme • rechtstreeks (consument → landschap): zie cluster I • onrechtstreeks (consument → dienstverlener → landschap) Herinvesteren van meerwaarde die producten/diensten halen < landschap Opmerkingen:- meerwaarde = product- en contextafhankelijk- meerwaarde = afhankelijk van productdifferentiatie echter meer promotionele investeringen!
II. Overzicht + kenmerkenAFM’s A. Bijdragen uit recreatie en toerisme Herinvesteren van meerwaarde die producten/diensten halen < landschap Mogelijke knelpunten:- concurrentiepositie - administratieve afhandeling
II. Overzicht + kenmerkenAFM’s B. Bijdragen uit de functie wonen Uitzichtgarantie: - aankoop huis + uitzicht = koopsom + 2,5%- garantie voor 30 jaar - bij schending van het uitzicht: 25 % van de koopsom terugbetaald door gemeente- juridisch sluitend! ‘van wanneer is uitzicht belemmerd?’- ook projectontwikkelaars
II. Overzicht + kenmerkenAFM’s C. Bijdragen uit nieuwe ontwikkelingen op het platteland ‘rood-voor-groen’ Verruimen tot ‘Rood-voor-open ruimte’ Toenemende impact • Nieuwe verkavelingen- Ontginningen - Nieuwe bedrijventerreinen- Golfterreinen- Functiewijzigingen- Ontwikkelingsmogelijkheden voor zonevreemde woningen / voor manèges • Landschap- Woonomgeving- Toegankelijkheid- Natuur
II. Overzicht + kenmerkenAFM’s C. Bijdragen uit nieuwe ontwikkelingen op het platteland 2 soorten: KostenverhaalVerevening • Ruimtelijke relatie‘rood profiteert van groen’- lokale kwaliteitsverbetering- Eén projectenveloppe & projectplan- via bijvoorbeeld PPS • Financiële relatie ‘groen = als compensatie voor rood’ ruimtelijke koppeling = wel van belang- globale kwaliteitsverbetering- hoger schaalniveau • via ontwikkelingsfonds of zelfsturing • planologische, bestuurlijke en juridische (financiële) knelpunten! 3-tal voorbeelden kostenverhaal:- lage impactfactor rood- verhouding groen/rood = gunstig- vervlechten van functies! → synergie Verhandelbare ontwikkelingsrechten
II. Overzicht + kenmerkenAFM’s Kostenverhaal • Nieuwe landgoederen- 30 landgoederen minimaal 5-10 ha (2008) - 90 % publiek toegankelijk! - stimulerende rol overheid • Golfbaan Gaasterland - groenlabel – verhouding natuur/golf = 3/1 - PPS 3. Knooperven- kleinschalige landschapsontwikkeling = verantwoordelijkheid nieuwe bewoners- schaalvergroting lanbouwbedrijven- autonome gemeentebedrijven?- nieuwe dynamiek op het platteland Hoevecomplex Gebouwen +paden + landschap Landbouwgronden
II. Overzicht + kenmerkenAFM’s Verevening (vereffening) 1. Verhandelbare ontwikkelingsrechten (= Transferable development rights) markt voor verhandelbare ontwikkelingsrechten Open ruimtemet beperking van ontwikkelingsmodgelijkheden= ‘sending site’ Ruimte met ontwikkelingsmogelijkheden‘receiving site’ overheid kent ontwikkelingsrechten toe overheid legt bezit van ontwikkelings-rechten als verplichting op - afstemming vraag en aanbod via private transacties = zelfregulering- rol van de overheid: * ORGANISATOR: vaststellen regels - vrijwillige interactie tussen private actoren (eventueel met rechtenbank als tussenschakel) * FACILITATOR: via RUP rechten toekennen in SS + verplichtingen in RS * ACTOR: zelf ontwikkelingsrechten aankopen (bv. Creëren van schaarste)- transactiekosten!
II. Overzicht + kenmerkenAFM’s Evaluatie kostenverhaal Voordelen:- Veelpotentieelvoorhetgenereren van privatemiddelen- verschuivenfinanciëleverantwoordelijkheidnaarprivateactoren- globale omgevingskwalieit ↗ Nadelen(Reinhard & Silvis, 2007) - normatief: ‘latenwetoedat er in de open ruimtewordengebouwd’?- strategisch: ‘hoeveelgroenvoorhoeveelrood’?- bestuurlijk: complexproces + velepartijen- operationeel: veelonbekendefactoren (stijginggrondprijzen….) + organisatorischehindernissen- gericht op kapitaalkrachtigeplattelandsactoren- actieveoverheidsrolvereist! (alsactor, alsstimulator, alsfacilitator)
II. Overzicht + kenmerkenAFM’s Cluster III: Landschapsfondsen Landschapsfondsen- lokaal initiatief van meerdere lokale/bovenlokale instellingen of organisaties- bundelen van middelen (privaat en/of publiek) = efficiënt (uitvoeringskosten ↘) Landschapsfondsen – gevuld met:- private middelen: investeringsvormen < cluster I financieringsmechanismen < cluster II- publieke middelen (staatsteun!) Landschapsfondsen ≠ doel op zich = continuïteit van financiële middelen voor omgevingskwaliteit= samenhang in uitvoering (landschap overstijgt het lokale!) = effectief= lokale niveau bevordert de herkenbaarheid van maatregelen Landschapssfondsen = randvoorwaardelijk voor alternatieve financiering!
II. Overzicht + kenmerkenAFM’s Cluster III: Lanschapsfondsen Veel dimensies! Privaat Financiële doelen Publiek Korte termijn(inrichting) Lange termijn(beheer) Inhoudelijke doelen Beperkt Breed Aanbodgestuurd Vraaggestuurd Organsiatie (proces) Bottum-up Top-down Beheerders Gebruikers/financiers - Context (actoren, functies in het gebied, verstedelijking, …) = bepalend voor de invulling van een landschapsfonds- Belangrijke andere kenmerken:stabiliteit: voor het verzekeren van continuïteit van middelentransactiekosten voor de opzet van een landschapsfonds (3 C’s)
II. Overzicht + kenmerkenAFM’s 2 voorbeelden: Privaat Publiek Korte termijn(inrichting) Lange termijn(beheer) Beperkt Breed Aanbodgestuurd Vraaggestuurd Bottum-up Top-down Beheerders Gebruikers/financiers Landschapsfonds‘t Boerenlandschap LandschapsfondsEnschede - momenteel: weinig stabiel- zoektocht om zowel inhoudelijk als financieel te verruimen - ruime financiële + inhoudelijke doelen- momenteel: publiek + zoektocht privaat- opstart 4 jaar – transactiekosten ↗
II. Overzicht Zonderoverheidsbemoeienisgeenalternatievefinanciering! AlternatievefinancieringsvormOverheidsrolStimulerenActorFaciliteren Cluster I: Vrijwilligeinvesteringen X- Landschapsveiling- Streekrekening Cluster II: AFM’s – gebruik/vervuiling- bijdragenuitrecreatie & toerisme X- ‘rood-voor-open ruimte’: X X Xkostenverhaal ↔ verevening Cluster III: Landschapsfondsen X X
Bijdrage Betrokkenheid Bekendheid III. Draagvlakbepaling • Draagvlakbepaling: • in 2 studiegebieden: Meetjesland & Leievallei → invloed van regionale context (ruraal ↔ verstedelijkt) → 3 workshops: - 2 in het Meetjesland (juni 2009 & april 2008) - 1 in de Leievallei (april 2009)- voor (clusters van) alternatieve financieringsmechanismen- bij diverse groepen actoren Meetjesland Leievallei Onderzoek naar:- aanwezigheid van randvoorwaarden voor AF: draagvlak, visie, sociaal netwerk- bestuurlijk & publiek draagvlak (de 3 B’s)
III. Draagvlak in hetMeetjesland? • Randvoorwaarden aanwezig voor alternatieve financiering? • Sterk sociaal netwerk (organisaties + sectoren) en een trekker (Streekplatform+) • Landschap = strategische doelstelling in de streekvisie (Meetjesland 2020) • Betrokkenheid op het Meetjesland = groot genoeg?schaalniveau = wellicht te groot → consequenties voor opzet AF • Bestuurlijk draagvlak: • Plattelandsgemeenten = weinig bereidheid tot investeren! – middelen? • Publiek draagvlak: • Bijdragen uit toerisme – concurrentiepositie voor sector in opmars! ‘Collabor8’: duurzame clusters • Landbouw: wel draagvlak, mits voldaan aan randvoorwaarden.
III. Draagvlak in de ‘Leievallei’ • Randvoorwaarden? • Sociaal netwerk: eerder top-down (vanuit de provincie & intercommunale) • Betrokkenheid = eerder laag.- gebiedsomschrijving? gebiedsnaam? - verstedelijkte context • - initiatieven voor draagvlakvorming • Wel geïntegreerde gebiedsvisie - op initiatief van locale overheden (bottum-up) - planologische bescherming + inrichting - trekkers: gebiedswerking West-Vlaanderen, Intercommunale Leiedal • Draagvlak - bestuurlijk draagvlak = relatief groot • - publiek draagvlak ?
III. Draagvlakalternatievefinanciering • Draagvlak voor (clusters van) alternatieve financieringsmechanismen • Cluster I: vrijwillige bijdragen voor landschaps- en natuurbeheer- veel bijval voor ‘warm geld’ = 10 % middelen + 100 % betrokkenheid - professionele benadering nodig! Omkadering van gebiedsvisie, communicatieplan, landschapsfonds, … • Cluster II: bijdragen gekoppeld aan gebruik/vervuiling van het landschap - draagvlak ↗ als overheid in een minder dwingende rol- taksen versus fiscale stimuli (toeristentaks ↔ Visitor Payback) - bijdragen uit ‘vervuiling’ van het landschap – weinig draagvlak - impact ↗ draagvlak ↘ - actieve overheidsrol beperkt bestuurlijk draagvlak • Cluster III: Landschapsfondsen (gebiedsfondsen) - publiek draagvlak = groot (kapstok voor vele instrumenten & investeringen) - bestuurlijk draagvlak – beschikbare middelen!
(lokaal) draagvlak Gebiedsvisie Realisatie Alternatieve financieringGebiedsfonds IV. Conclusies Randvoorwaarden voor alternatieve financiering * betrokkenheid van (private) actoren op het gebied * netwerk van actoren (sociaal kapitaal) – vertrouwen tussen actoren (intersectoraal + diverse bestuursniveaus) * trekker van de initatieven (organisatie, persoon)! Landschapsontwikkeling op (boven)lokaal niveau werken op 3 domeinen! Landschapsfonds = hoeksteen voor alternatieve financiering?- interactie met gebiedsvisie (samenhang in uitvoering)- interactie met draagvlak (anders geen invulling)- gebiedsspecifieke invulling!
Gebiedsvisie Realisatie Gebiedsfondscluster II cluster I (lokaal) draagvlak IV. Randvoorwaarden voor alternatieve financiering Landschapsfondsen katalayseren de inzet van AFM’s uit cluster I en II Eveneenswisselwerking met visie & draagvlak- Landschapsveilingenvereisen en versterkendraagvlak!- inbedden van taksen in gebiedsvisie (doelheffing) Inzet van de instrumenten = contextafhankelijk Inzet van instrumenten – principes ‘smart regulation’ (Van Gossum, 2009)- bredeinzetinstrumenten (complementairesterktes cluster I en II)- maximaliseren ‘win-win’-situaties- vermijdinstrumenten die weerstandoproepen (in 2deinstantie) Opmerking: ookinstrumenten die niet gekoppeldzijnaan fonds- vb. partnership, e.a.
IV. Randvoorwaarden voor alternatieve financiering Landschapsfonds = ook drager van duurzame financieringsconstructie voor landschapsontwikkeling- initiatiefnemer (voor bv. landschapsveiling)- aanjager (voor andere publieke geldstromen) Realisatie Publieke geldstromen Gebiedsfonds Rol van de overheden, organisaties en instellingen- faciliteren gebiedsfondsen (provincie) procesgeld uitvoeringsstructuur gebiedsfonds- faciliteren andere instrumenten (cluster I en II)- ook ruimtelijk instrumentarium- ..
Dank voor uw aandacht! * Bijkomende opmerkingen/suggesties: cf. evaluatieformulier * Presentatie te raadplegen op: http://www.planning.ugent.be/