190 likes | 382 Views
Termen overbrengen. De vergelijking 5 x – 2 = 2 x + 13 is een voorbeeld van een lineaire vergelijking. Bij het oplossen van een lineaire vergelijking mag je termen van het ene lid naar het andere lid overbrengen, maar je moet dan – vervangen door + en + vervangen door –.
E N D
Termen overbrengen De vergelijking 5x – 2 = 2x + 13 is een voorbeeld van een lineaire vergelijking. Bij het oplossen van een lineaire vergelijking mag je termen van het ene lid naar het andere lid overbrengen, maar je moet dan – vervangen door + en + vervangen door –. Dus 5x – 2 = 2x + 13 geeft 5x – 2x = 13 + 2 en 7x = –5x + 24 7x + 5x = 24 In een vergelijking mag je termen van het ene naar het andere lid overbrengen, maar dan moet je – vervangen door + en + vervangen door –. 3 havo
Voorbeeld Opgave a 3x + 8 = –2x – 22 3x + 2x = –22 – 8 5x = –30 x = b 3p – 1 = 4p – 9 3p – 4p = –9 + 1 –p = –8 p = c 3q – 2 = 8q – 3q – 2 3q – 8q + 3q = –2 + 2 –2q = 0 q = d 5a – 4a = 6 – 2a 5a – 4a + 2a = 6 3a = 6 a = 3 havo 0 –2 –30 5 = 0 = 6 –8 –1 6 3 = 8 = 2
Werkschema: zo los je een lineaire vergelijking op Staan er haakjes? Werk ze weg! Breng alle termen met x naar het linkerlid en de rest naar het rechterlid. Herleid beide leden. Deel door het getal dat voor x staat. Opgave 8 a 3(2a – 1) + 3 = 18 6a – 3 + 3 = 18 6a = 18 + 3 – 3 6a = 18 a = 3 havo 18 6 = 3
Opgave 8 b 2(p – 2) = 3(p + 5) 2p – 4 = 3p + 15 2p – 3p = 15 + 4 –p = 19 p = c 5(3k – 7) + 7 = 7(2k – 4) 15k – 35 + 7 = 14k – 28 15k – 14k = –28 + 35 – 7 k = 0 d 5(x – 1) = –2x + 3x + 15 5x – 5 = –2x + 3x + 15 5x + 2x – 3x = 15 + 5 4x = 20 x = 3 havo 19 –1 = –19 20 4 = 5
De grafiek van een lineaire formule Een voorbeeld van een lineaire formule is y = 2x – 1. Bij x = 3 hoort y = 2 · 3 – 1 = 6 – 1 = 5 Om de grafiek te tekenen gebruik je de tabel De grafiek is een rechte lijn. Het snijpunt van de y-as is (0, –1). Ga je 1 naar rechts, dan ga je 2 omhoog. Het getal 2 heet de richtingscoëfficiënt van de lijn. 3 havo 2 1
De formule van een lijn opstellen De algemene vorm van de formule van een lijn is y = ax + b. Van de lijn l: y = ax + b is het snijpunt met de y-as het punt (0, b) rcl = a, dus ga je 1 naar rechts, dan ga je a omhoog. Werkschema: zo stel je de formule van een lijn op Stel y = ax + b Zoek het snijpunt van de lijn met de y-as. Je hebt b. Bereken a met behulp van a = rc = Schrijf de formule op. 3 havo verticaal horizontaal
Opgave 24 a Lijn l 1 Stel y = ax + b 2 Snijpunt met de y-as is (0, 2) dus b = 2. 3 Gebruik de punten (0, 2) en (1, 3). a = rcl = 4 l: y = x + 2 3 havo 1 1 verticaal horizontaal 1 1 = = 1
Opgave 24 a Lijn m 1 Stel y = ax + b 2 Snijpunt met de y-as is (0, 1) dus b = 1. 3 Gebruik de punten (0, 1) en (2, –2). a = rcm = 4 m: y = –1x + 1 3 havo 2 verticaal horizontaal –3 2 = = –1 –3
Opgave 24 a Lijn n 1 Stel y = ax + b 2 Snijpunt met de y-as is (0, 4) dus b = 4. 3 Gebruik de punten (0, 4) en (3, 3). a = rcn = 4 n: y = –x + 4 bk is evenwijdig met n, dus a = rck = rcn = – Snijpunt met de y-as is R(0, –3), dus b = –3. Dus k: y = –x – 3. 3 havo 3 –1 verticaal horizontaal –1 3 = = –
Lineaire formules vergelijken De x-coördinaat van het snijpunt S van de grafieken van y = 0,5x + 1 en y = –x + 2,5 is de oplossing van de vergelijking 0,5x + 1 = –x + 2,5 Oplossen geeft 0,5x + x = 2,5 – 1 1,5x = 1,5 x = 1 De y-coördinaat krijg je door x = 1 in te vullen in y = 0,5x + 1 of in y = –x + 2,5. Dit geeft y = 1,5. Dus S(1; 1,5) 3 havo
Snijpunten van grafieken De x-coördinaat van het snijpunt van de grafieken van y = 3x + 5 en y = –2x + 15 is de oplossing van de vergelijking 3x + 5 = –2x + 15. De y-coördinaat krijg je door de gevonden oplossing in één van de formules in te vullen. 3 havo
Voorbeeld bereken een snijpunt 0,6x – 4 = –1,2x + 4,1 0,6x + 1,2x = 4,1 + 0,4 1,8x = 4,5 x = x = 2,5 invullen bij y = 0,6x – 0,4 geeft y = 0,6 · 2,5 – 0,4 = 1,1 dus S(2,5; 1,1) 3 havo 4,5 1,8 = 2,5
Functie en formule De lineaire formule f(x) = 5x – 8 komt op hetzelfde neer als de formule y = 5x – 8. De x is het origineel en de y is het beeld. Een functie voegt aan elk origineel het bijbehorende beeld toe. 3 havo 1.5
De haakjesnotatie De functie f met de formule y = 3x + 7 schrijven we in de haakjesnotatie f(x) = 3x + 7. 3 havo + 7 × 3 1.5
De functie f(x) = ax + b De functie f(x) = 3x + 1 Haakjesnotatie f(x) = 3x + 1 Formule y = 3x + 1 Tabel Grafiek 1.5
Snijpunten met de x-as en de y-as Voor de grafiek van de functie f geldt: snijpunt met de x-as de y-coördinaat is 0 de x-coördinaat volgt uit f(x) = 0 snijpunt met de y-as de x-coördinaat is 0 de y-coördinaat is f(0) 3 havo 1.5
Snijpunten van grafieken van functies f(x) = g(x) 2x – 3 = –x + 3 2x + x = 3 + 3 3x = 6 x = x = 2 yB = f(2) yB = 2 · 2 – 3 = 4 – 3 = 1 Dus B(2, 1). Het snijpunt van de grafieken van f en g krijg je als volgt. De x-coördinaat volgt uit f(x) = g(x). De y-coördinaat krijg je door de gevonden oplossing vervolgens bij f(x) of g(x) in te vullen. 3 havo 6 3 1.5