1 / 22

Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1

Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1. Les 2 Een nieuw geloof. Een slimme koning. Rond 500 hadden de Franken een slimme en machtige koning: Clovis. Hij veroverde veel gebieden. Hij liet mensen schattingen betalen. Dat is een soort belasting.

Download Presentation

Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Hoofdstuk 4De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof

  2. Een slimme koning Rond 500 hadden de Franken een slimme en machtige koning: Clovis. Hij veroverde veel gebieden. Hij liet mensen schattingen betalen. Dat is een soort belasting. Bijna iedereen was bang voor hem, omdat hij dorpjes plunderde en hij liet koningen vermoorden en nam hun rijk in. Hij kreeg steeds meer macht en zijn land werd steeds groter. Hij viel ook het Romeinse Gallië aan. Dat ligt nu in Frankrijk.

  3. Koning Clovis

  4. Licht blauw = rijk van de Franken

  5. Clovis wordt christen Clovis geloofde in de Germaanse goden. Maar veel mensen in Gallië waren christen. Hij kon dus ook maar beter christen worden. Mensen zouden hem dan meer vertrouwen en gehoorzamen. Clovis liet zich dus dopen. Nu kreeg hij ook steun van de kerk.

  6. Verandering Kerstening De kerk begreep dat Clovis alleen christen wilde worden om meer macht te krijgen. Clovis was de koning van het Frankische Rijk. De kerk hoopte dat er dus ook meer Franken christen zouden worden. E hadden gelijk. Langzaam verdween het geloof in de Germaanse goden. Vroeger heette een christen “kersten”. Daarom heet deze verandering kerstening.

  7. Wilibrord In het jaar 700 waren veel Franken christen geworden. Er werden overal kerken en kapellen gebouwd. Ze vonden dat andere volken ook christen moesten worden. Omdat te bereiken stuurden ze predikers naar de mensen toe. Dat zijn mensen die vertellen over Christus. Ze probeerden de andere volken over te halen. Een bekend prediker was Wilibrord. Hij zorgde ervoor dat de eerste kerk in Nederland werd gebouwd, in Utrecht.

  8. Bonifatius Bonifcius was een andere prediker. Hij was de leerling van Wilibrord. Hij liet in Duitsland veel kerken bouwen.

  9. Harde werkersKloosters Een klooster is een plaats waar mensen wonen die god heel belangrijk vinden. Zij houden zich aan strenge regels. Zij bidden veel en werken hard. Wij noemen hen kloosterlingen. Mannen in een klooster heten monniken. Vrouwen heten nonnen. Het hoofd van een klooster is de abt. Als het een vrouw is een abdis. Het woord klooster komt uit het latijs “clusea”. Dat betekent afgesloten ruimte.

  10. De eerste kloosters In de Middeleeuwen ontstonden veel kloosters. Veel gelovige mensen wilden in een klooster wonen. Ook geleerden werkten er. Ook arme mensen werden vaak kloosterling. Veel kloosters waren rijk en machtig. Dat kwam omdat ze veel land hadden; grote akkers en velden. De akkers werden bewerkt door boeren en monniken. De opbrengst was voor het klooster.

  11. Werken in een klooster Kloosterlingen brachten hun dag door met bidden en werken. Ze gingen vaak naar de kerk. Soms wel 7 keer per dag. Tijdens het eten werd voorgelezen uit de bijbel. De monniken droegen lange pijen. Dat droegen ze om te laten zien dat ze allemaal gelijk waren. Aan hun pij zat een soort muts: een monnikskap.

  12. Klooster als herberg Een klooster was ook een soort herberg. Reizigers en zwervers waren altijd welkom. Zelf misdadigers mochten binnenkomen. Soms werkten monniken ook buiten het klooster. In sommige streken hielpen zij met het bouwen van dammen en dijken. Ze hielpen iedereen zo veel mogelijk.

  13. Monnikenwerk Kloosterlingen waren vaak geleerde mensen. Er waren artsen en apothekers bij. Ook waren er verplegers, boekenschrijvers en leraren. Bij veel kloosters hoorde een school: kloosterschool. Dit waren de eerste echte scholen. Ze waren bedoeld voor kinderen die later priester wilde worden. Priesters werkten in de kerk. Op een kloosterschool leerden zij lezen, schrijven, rekenen en zingen.

  14. Wat deden de monniken? • Land bewerken • Groenten kweken • Kruiden kweken • Brood bakken • Wijn en bier maken • Zieke en oude mensen verplegen in speciale ziekenzalen. Veel ziekenhuizen zijn vroeger door kloosters gesticht.

  15. Lezen en schrijven De meeste mensen konden nog niet lezen of schrijven. In kloosters werden al wel boeken gemaakt. Ze werden op perkament geschreven. Dit is net een soort papier. Monniken waren soms wel jaren bezig met het maken van een boek. De eerste letter van een bladzijde werd prachtig versierd.

  16. 4 vragen • Wat deed Clovis zodat het volk hem beter zou vertrouwen? • Hoe heette het rijk van koning Clovis? • Welke prediker zorgde voor de eerste kerk in Nederland? • Wat deden de kloosterlingen/ monniken in het klooster?

More Related