410 likes | 568 Views
De economische activiteit omschrijven Een beter inzicht verwerven in de economische indicatoren. Brussel, 21 oktober 2009. Rudi Acx Monica Maeseele. Plan van de uiteenzetting. 1. De nationale rekeningen in de pers 2. Op welke vragen kunnen de nationale rekeningen een antwoord bieden?
E N D
De economische activiteit omschrijvenEen beter inzicht verwerven in de economische indicatoren Brussel, 21 oktober 2009 • Rudi Acx • Monica Maeseele
Plan van de uiteenzetting 1. De nationale rekeningen in de pers 2. Op welke vragen kunnen de nationale rekeningen een antwoord bieden? 3. Enkele karakteristieken van de nationale rekeningen (frequentie en publicatiekalender; regionale dimensie) 4. Het institutionele kader van de nationale rekeningen, op Belgisch en op Europees vlak 5. Gebruik van de nationale rekeningen 6. Bronnen en ramingsmethoden
1. De nationale rekeningen in de pers 2. Op welke vragen kunnen de nationale rekeningen een antwoord bieden? 3. Enkele karakteristieken van de nationale rekeningen (frequentie en publicatiekalender; regionale dimensie) 4. Het institutionele kader van de nationale rekeningen, op Belgisch en op Europees vlak 5. Gebruik van de nationale rekeningen 6. Bronnen en ramingsmethoden
De nationale rekeningen in de pers Het Belang van Limburg, 11/6/2009 De Standaard, 3/11/2008 De Tijd, 12/3/2009 De Tijd, 1/4/2009
Sleutelvariabele: het bbp • Bbp (maatstaf van de economische activiteit gedurende een bepaalde periode: een jaar of een trimester) economische groei: bbp-groei • t.o.v. het voorgaande jaar • t.o.v. het voorgaande kwartaal (! kalendereffecten en seizoeninvloeden) economische vertraging: vertraging van het (trimestrieel) groeitempo van het bbp recessie: twee opeenvolgende kwartalen met een negatieve groei economisch herstel: een groeiversnelling (bv. ingevolge discretionaire maatregelen) • Economische activiteit: bbp naar volume
De nationale boekhouding:veel meer dan het bbp • Het bbp maar ook ... • sectorrekeningen (huishoudens, vennootschappen, overheid) • werkgelegenheid en arbeidsvolume • kapitaalgoederenvoorraad • aanbod- en gebruikstabel (SUT) regionale dimensie dimensie per bedrijfstak / product
De nationale rekeningen in de pers(vervolg) De Morgen, 3/8/2009 De Tijd, 12/6/2009 De Tijd, 3/3/2009 De Tijd, 22/5/2008
Wat dient er onder nationale boek-houding te worden verstaan? • Boekhoudkundig kader dat een gedetailleerd globaal cijferoverzicht van de economie geeft • verzameling en organisatie van de statistische info • voorstelling van de economische stromen • samenhang van het geheel • berekening van aggregaten • Economische informatie van de eerste orde Weerspiegeling van de economische realiteit • Internationale vergelijkbaarheid
1. De nationale rekeningen in de pers 2. Op welke vragen kunnen de nationale rekeningen een antwoord bieden? 3. Enkele karakteristieken van de nationale rekeningen (frequentie en publicatiekalender; regionale dimensie) 4. Het institutionele kader van de nationale rekeningen, op Belgisch en op Europees vlak 5. Gebruik van de nationale rekeningen 6. Bronnen en ramingsmethoden
Het belangrijkste aggregaat: het bbp en de 3 invalshoeken • Productieoptiek • wat is de waarde van de goederen en diensten die door het productieproces wordt gecreëerd in termen van « toegevoegde » waarde? • wie creëert die goederen en diensten? (specialisatie van de economie per activiteit) bbp = bruto TW + saldo van de productgebonden belastingen en subsidies waarbij bruto TW = output – intermediair verbruik
Het belangrijkste aggregaat: het bbp en de 3 invalshoeken (vervolg) • Inkomensoptiek • hoe worden diegenen die meehelpen aan het productie-proces vergoed? bbp = beloning van werknemers + bruto exploitatieoverschot / gemengd inkomen + saldo van belastingen en subsidies op productie en invoer • Bestedingsoptiek • geeft de invulling van de vraagzijde bbp = C + I + (X-M) + Δvoorraden
De institutionele sectoren • Eenheden die tot een relevant geheel worden gegroepeerd: gelijksoortig economisch gedrag • 5 institutionele sectoren • niet-financiële vennootschappen (S.11) • financiële instellingen (S.12) • overheid (S.13) • huishoudens (incl. zelfstandigen) (S.14) • izw’s t.b.v. huishoudens (S.15) • buitenland (S.2) Totale economie (S.1)(aggregaten; 3 optieken v/h bbp)
De sectorrekeningen • In welke economische situatie bevindt zich een bepaalde sector? Weergave van alle middelen en bestedingen van de sector (“resultatenrekening”) • Stromen tussen sectoren • beloning • inkomen uit vermogen • belastingen en subsidies • sociale premies en uitkeringen • overige transferten • Sequentiële indeling van de sectorrekening in “subrekeningen” met intermediaire saldoposten (belangrijkste economische informatie wordt in een helder daglicht gesteld)
De belangrijkste economische indicatoren uit de sectorrekeningen • Intermediaire saldi hoeveel bedraagt het beschikbaar inkomen (BI) van de huishoudens? hoeveel bedraagt de spaarquote van de huishoudens (besparingen/BI)? hoeveel bedraagt het investeringspercentage van de huishoudens (inv/BI) en van de niet-financiële vennootschappen (inv/bruto TW)? • Finaal saldo • per sector hoeveel bedraagt het financieringssaldo? • totale economie versus buitenland: kunnen de nationale besparingen de nationale investeringen financieren? moet de nationale economie schulden aangaan bij andere landen?
De belangrijkste economische indicatoren uit de sectorrekeningen(vervolg) • Overgang van het primair naar het beschikbaar inkomen Welke herverdelende rol speelt de overheid? • Naast het finaal saldo: de financiële rekeningen vorderingen en schulden per sector: stromen en uitstaande bedragen Hoeveel bedraagt het netto financieel vermogen van de huishoudens? Hoeveel bedraagt de overheidsschuld? Hoeveel ervan wordt gefinancierd door bv. de huishoudens?
De bedrijfstakken • Tot 60 economische bedrijfstakken • landbouw • nijverheid (incl. energie) • bouwnijverheid • diensten (waarvan overheid) • Klemtoon op toegevoegde waarde, beloning, werkgelegenheid en investeringen laat economische analyse toe: • loonkosten • productiviteit
1. De nationale rekeningen in de pers 2. Op welke vragen kunnen de nationale rekeningen een antwoord bieden? 3. Enkele karakteristieken van de nationale rekeningen (frequentie en publicatiekalender; regionale dimensie) 4. Het institutionele kader van de nationale rekeningen, op Belgisch en op Europees vlak 5. Gebruik van de nationale rekeningen 6. Bronnen en ramingsmethoden
De frequentie van de rekeningen • Jaarrekeningen • bijdrage aan de structurele macro-economische analyse • fundamentele ontwikkelingen in de loop van de laatste jaren • Kwartaalrekeningen • laten een korte-termijnmonitoring van de conjunctuur toe studie van de economische cycli verband bbp/conjunctuurenquêtes • seizoeninvloeden en kalendereffecten brutoreeksen en reeksen met gecorrigeerde gegevens
De publicatie- en revisiekalender • Revisies hoofzakelijk ingevolge de uitbreiding van het bronnen-materiaal in de loop van de jaren • Jaarrekeningen: lopende revisies / occasionele revisies • Kwartaalrekeningen: op 30 dagen (="flash") / 70 dagen / 120 dagen Rekeningen van het jaar T (lopende revisies)
De regionale dimensie (jaarrekeningen) • Per bedrijfstak • bruto TW / investeringen / beloning / werkgelegenheid • 60 bedrijfstakken x gewesten • 31 bedrijfstakken x provincies • 6 bedrijfstakken x arrondissementen • Inkomensrekening van de huishoudens • gemengd inkomen / beloning van werknemers / inkomen uit vermogen • sociale uitkeringen / sociale premies / inkomens-overdrachten • gewesten / provincies / arrondissementen • Kalender: 15 (gedeeltelijk) en 24 maanden
1. De nationale rekeningen in de pers 2. Op welke vragen kunnen de nationale rekeningen een antwoord bieden? 3. Enkele karakteristieken van de nationale rekeningen (frequentie en publicatiekalender; regionale dimensie) 4. Het institutionele kader van de nationale rekeningen, op Belgisch en op Europees vlak 5. Gebruik van de nationale rekeningen 6. Bronnen en ramingsmethoden
Het institutionele kader In België • Oprichting van het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) door de Wet van 21.12.1994 en aangepast door de Wet van 08.03.2009 • Geassocieerde instellingen: • Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI, =voormalig NIS) • Federaal Planbureau (FPB) • Nationale Bank van België (NBB) • FOD Economie (ECO)
Het INR • Geen eigen personeel De taken worden verdeeld onder de diverse instellingen • ADSEI: verzameling van de basisgegevens • FPB: input-outputtabellen en economisch budget • NBB: nationale en regionale rekeningen en statistiek buitenlandse handel • FOD ECO: observatorium v/d prijsontwikkelingen • Raad van bestuur • Wetenschappelijk comité voor de nationale rekeningen (6 vertegenwoordigers van de instellingen + 6 universiteitsprofessoren) advies (ook afzonderlijke comités voor economisch budget en prijsontwikkeling)
Het institutionele kader (vervolg) Op Europees vlak Europese reglementering: Europees systeem van nationale rekeningen 1995 (ESR 1995) • Bepaalt de aggregaten en rekeningen die moeten worden opgemaakt • Bepaalt de rapporteringskalender aan de Europese Commisie • Bepaalt de nomenclatuur, het detailniveau, de interpretatie en definitie van de inhoud
Eurostat Eurostat = bureau van de statistiek van de Europese Unie • Controle van de toepassing van de ESR 1995-reglementering • Controle van de tijdige transmissie en van de inhoud • Audits in de nationale statistische bureaus over de ramingsmethoden en de procedures
1. De nationale rekeningen in de pers 2. Op welke vragen kunnen de nationale rekeningen een antwoord bieden? 3. Enkele karakteristieken van de nationale rekeningen (frequentie en publicatiekalender; regionale dimensie) 4. Het institutionele kader van de nationale rekeningen, op Belgisch en op Europees vlak 5. Gebruik van de nationale rekeningen 6. Bronnen en ramingsmethoden
Gebruik van de nationale rekeningen • Algemene economische analyse • Officiële referentiecijfers in verschillende domeinen: op Europees vlak: • Maastrichtnormen, Groei- en Stabiliteitspact
Deficit en schuld van de EMU-landen(Raming EC van 2009) DEFICIT (pct. van bbp) SCHULD (pct. van bbp)
Gebruik van de nationale rekeningen • Algemene economische analyse • Officiële referentiecijfers in verschillende domeinen: op Europees vlak: • Maastrichtnormen, Groei- en Stabiliteitspact • bijdrage van een land aan het budget van de Europese Unie
Europees budget: Indeling naar oorsprong TOTAAL: 120 miljard EUR
Bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen(Aandeel van België in de EU-27, pct.)
Gebruik van de nationale rekeningen • Algemene economische analyse • Officiële referentiecijfers in verschillende domeinen: op Europees vlak: • Maastrichtnormen, Groei- en Stabiliteitspact • bijdrage van een land aan het budget van de Europese Unie op Belgisch vlak: • financiering van de gemeenschappen en gewesten • naleving van de loonnorm door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven
1. De nationale rekeningen in de pers 2. Op welke vragen kunnen de nationale rekeningen een antwoord bieden? 3. Enkele karakteristieken van de nationale rekeningen (frequentie en publicatiekalender; regionale dimensie) 4. Het institutionele kader van de nationale rekeningen, op Belgisch en op Europees vlak 5. Gebruik van de nationale rekeningen 6. Bronnen en ramingsmethoden • Productieoptiek • Bestedingsoptiek • Inkomensoptiek
Bronnen en ramingsmethoden:productieoptiek • Repertorium van productie-eenheden • identificatienummers (RSZ, BTW) • statistische karakteristieken (activiteit, institutionele sector, gemeentecode, enz.) • quasi exhaustief • koppeling aan administratieve gegevens per onderneming • Niet-financiële vennootschappen (62 pct. bbp) • jaarrekeningen van de vennootschappen, BTW-aangiften, RSZ-aangiften • correcties voor de overgang van administratieve gegevens naar ESR 1995-aggregaten
Bronnen en ramingsmethoden:productieoptiek (vervolg) • Financiële instellingen (5 pct. bbp) • schema’s A, structuurenquête • Overheid (15 pct. bbp) • overheidsrekeningen • Huishoudens, zelfstandigen (16 pct. bbp) • BTW- en fiscale aangiften • IZW’s (1 pct. bbp) • structuurenquête, RSZ-aangiften, jaarrekeningen van de VZW’s
Bronnen en ramingsmethoden:bestedingsoptiek • Consumptieve bestedingen v/d huishoudens (52 pct. bbp) • gezinsbudgetenquête • administratieve gegevens • Consumptieve bestedingen v/d overheid (23 pct. bbp) • overheidsrekeningen b.v.: onderwijs, defensie, gezondheidszorg • Investeringen door de privésector (17 pct. bbp) • jaarrekeningen v/d vennootschappen • BTW-aangiften
Bronnen en ramingsmethoden:bestedingsoptiek (vervolg) • Investeringen in woongebouwen (6 pct. bbp) • administratieve gegevens voor het aantal woningen • enquête bij de ondernemers naar de prijzen • Overheidsinvesteringen (2 pct. bbp) • overheidsrekeningen • Netto-uitvoer (uitvoer min invoer, 1 pct. bbp) • statistieken van de buitenlandse handel en van de betalingsbalans
Bronnen en ramingsmethoden:inkomensoptiek • Beloning van werknemers (51 pct. bbp) • RSZ-aangiften en jaarrekeningen • Saldo van de belastingen op productie en invoer en subsidies (11 pct. bbp) • overheidsrekeningen en jaarrekeningen v/d vennootschappen • Bruto exploitatieoverschot en gemengd inkomen van de zelfstandigen (38 pct. bbp) • saldo
Bbp maar ... • Invraagstelling van het bbp als welvaarts- en groei-indicator • bbp gericht op verhandelbare en monetaire productie en bestedingen (er wordt geen rekening gehouden met huishoudelijk en vrijwilligerswerk) • er wordt geen rekening gehouden met de berokkende schade v/d economische activiteit aan de natuurlijke bronnen, het milieu en de gezondheid • positieve boeking van schadelijke en herstellende activiteiten • er wordt geen rekening gehouden met de ongelijke verdeling v/d welvaart • er wordt geen rekening gehouden met het welbehagen • Talrijke struikelblokken inzake definitie en meting