540 likes | 664 Views
Enquête : met voeding verbonden gedragingen en levensstijlen. Brutoresultaten (geanalyseerd uit het oogpunt van de BMI) (DRAFT). Juni 2005. 1. CPSO - Centre de Psychosociologie de l’Opinion. Methodologie. Populatie : alle Belgen van 18 tot 55 jaar Steekproef : 610 personen
E N D
Enquête : met voeding verbonden gedragingen en levensstijlen Brutoresultaten (geanalyseerd uit het oogpunt van de BMI) (DRAFT) Juni 2005 1 CPSO - Centre de Psychosociologie de l’Opinion
Methodologie • Populatie : alle Belgen van 18 tot 55 jaar • Steekproef : 610 personen • Methode waarop de steekproef werd genomen : door quota’s (op basis NIS « Samenstelling van de gezinnen en familiale kernen op 1 januari 2004 ») • Hoofdquota’s: leeftijd, geslacht, gezinsgrootte, taal (Gewest), • Secundaire quota’s: beroepsactiviteit, grootte van de gemeenten. • Interviewmethode: persoonlijk interview door beroepsenquêteurs (14 Nederlandstalige, 9 Franstalige). Gemiddelde duur van het interview : 50 minuten (tussen 35 en 70 minuten) • Periode van de enquête : van 27 april tot 29 mei 2005 • Foutenmarge: statistische betrouwbaarheid met zekerheidscoëfficiënt van 95,45% • Marge in % op percentages van de antwoorden: • 50%/50% = 4,05 % (maximale marge) • 25%/75% = 3,51% • 10%/90% = 2,43% • Gegevensverwerking: SPSS versie 11.0
Waarschuwing • Wat deze enquête niet is > een studie van de oorzaken van overgewicht en obesitas. • Wat ze wel is > een studie: • van de standpunten van het publiek over overgewicht, obesitas en voeding; • een onderzoek van de levensstijl (foto) in samenhang met de voeding, vergelijkend volgens een klassering van het gewicht van de personen (BMI). • Dit voorlopig en voorbereidend rapport bevat de brutoresultaten volgens de BMI (zonder verbetering)
Samenstelling van de enquête en van de vragenlijst • Wetenschappelijke literatuur over de problematiek • Onderzoek van recente enquêtes: • gezondheidsenquêtes (België, Frankrijk, Nederland, Canada, Engeland,…) • WGO-enquêtes • Uitwerking van de vragenlijst • 6 herhalingen • 74 hoofdvragen uitgesplitst in 269 subvragen (325 gecodeerde of variabele gegevenseenheden per vragenlijst) • Pretest op 8 personen • Vertaling en controe van de vertaling • Terrein • Berekening van de quota’s • Routebladen • Briefing enquêteurs • Kaarten, instructies, steekkaarten • Inzameling van de vragenlijsten • Controles en coderingen • Analyse van de gegevens
Principes van de vragenlijst • Onderscheid tussen psychosociologische enquête en epidemiologische studie • Behandelde thema’s: • Voedingsgewoonten en –stijlen, waaronder • Verbruikte voeding • Vorm, tijdstip, duur en plaats waar de maaltijden in de loop van de dag worden genomen • Bereiding van de maaltijden • Andere vormen van voedingsverbruik (knabbeltjes, fastfood,…) • Context van het nemen van de maaltijden • Gegevens (overgewicht, …) • Vormen van aankoop van de voeding (boodschappen, bereide schotels, take-home, -away, …) • Bereiding van de maaltijden (tijd,…) • Toestand en kenmerken van de persoon, waaronder • Lengte, gewicht • Slaap, gezondheid, stress, gewichtstoename, dieet • Verslaving (tabak, alcohol, …) • Zelfperceptie en algemene perceptie van het gewicht van de persoon • Levensstijlen • Sport • Lopen, wandelen en andere dagelijkse lichaamsactiviteiten • Vrijetijdsbesteding en hobby’s • Televisie, internet, spelconsoles en daarmee verbonden voedingsgedrag • Standpunten • Over voeding en de daarmee samenhangende ideeën • Over verdeelautomaten • Over de oorzaken van overgewicht en obesitas • Over de remedies voor overgewicht en obesitas • Sociaal-cultureel, demografisch, economisch,… profiel van de persoon
BMI (Quetelet-index - 1835). • Lichaamsmassa-index of Body Mass Index : overgenomen door de WGO • De BMI is de verhouding van het gewicht (kg) over de lengte in het kwadraat (m2) BMI = gewicht (kg) / lengte2 (m) • Maar ook: • Formule van Lorenz : ideaal gewicht = (lengte in cm -100) - (lengte - 150/2 (vrouw) of 150/4 (man) • WHR « waist-hip ratio » • Gewichtsstatus
BMI - steekproef - vergelijking FEVIA-ULB / ISP 2001 Enquête ISP : < 18 jaar Enquête FEVIA-ULB : 18-55 jaar Gedeeld gevoel bij de enquêteurs dat sommige personen hun gewicht (bewust?) onderschatten
Referentiemodel dat het gewicht bepaalt op een tijdstip « t » Potentiële mogelijkheid van veranderingen Levensstijl, sedentariteit, lichaamsbeweging, vrijetijdsbesteding,… Gedrag hoog Voeding Voedingskeuzes, middelen, gewoonten, smaken,.. Context Problemen met familie, beroep, … gemiddeld Gewicht Houdingen Onderwijs, familiecultuur, … Tegenover voeding (hedonisme,…) Tegenover gewichtstoename,… Terrein laag Genetica, erfelijkheid, ziekten, leeftijd, ….
Voornaamste resultaten van de enquête • 1) Volgens de geïnterviewden zijn overgewicht en obesitas gevolgen van persoonlijk gedrag, zowel op gebied van voeding als van levensstijl. Personen met overgewicht en zwaarlijvige personen zijn zich daarvan bewust en geven toe dat ze te veel eten. • 2) Volgens de geïnterviewden liggen de voornaamste oorzaken van overgewicht en obesitas in onze maatschappij (volgens de enquête) ook voornamelijk in een « slechte voeding », te veel eten en sedentair leven. • 3) In het algemeen wordt vastgesteld dat vele voedingsgedragingen en levensstijlen volgens het gewicht van de personen op dezelfde wijze verspreid zijn. Andere zouden specifiek kunnen zijn. • 4) Volgens onderzoek van de levensstijlen zou overgewicht niet de wachtkamer van obesitas zijn. Er zou geen lineaire evolutie zijn van de gedragingen en houdingen die een toename van de BMI met zich meebrengen: personen met overgewicht onderscheiden zich duidelijk van zwaarlijvige personen.
Resultaat (pt1) Algemene standpunten over overgewicht, obesitas en voeding
Oorzaken toegekend aan obesitas en overgewicht : open vraag = top of mind (Q62) • De voornaamste redenen die door 50% van de ondervraagden spontaan worden opgegeven als oorzaken van overgewicht en obesitas zijn: • 1) Slechte voedingsgewoontes, ongezonde voeding (gebrek aan afwisseling) en onevenwichtige voeding, voeding die te rijk is aan vetten of suikers (overmatig gebruik van…), te veel (hoeveelheid). • 2) Het gebrek aan beweging, sedentariteit, gebrek aan sport, te veel televisie kijken • 3) Verkeerde « opvoeding » mbt voeding, gebrek aan informatie en gebrek aan kennis over de gevaren van obesitas, gebrek aan respect voor het eigen lichaam. • 4) Levensstijl, problemen en stress (met inbegrip van de gezondheidstoestand, erfelijkheid en ziekte).
Oorzaken waaraan obesitas en overgewicht worden toegeschreven (Q63)
« Voedingslevensstijlen » volgens de BMI
Aantal maaltijden per dag (Q2) Chi2 sign. P=.02
Ontbijt (Q1) Chi2 total NS Sign. P=.08 (BMI>30 / Rest)
Knabbelen (Q9) CHI2 non sign.
Tijd besteed aan de bereiding van de maaltijden in het gezin (Q50) CHI2 sign. P=.05
Ongeduld bij hongergevoel voor de maaltijden (Q10) CHI2 niet sign.
Gevoelens met betrekking tot de opgenomen hoeveelheden voedsel (Q11) CHI2 sign. P < 001
Persoonlijke en sociale controle van de opname van voedsel (H° Birch) : vragen
Persoonlijke en sociale controle (Q17) CHI2 sign. P = 002
‘s Avonds laat of na televisie-uitzending eten (Q16) CHI2 sign. P = .07 BMI 25/30 sign.P=.008
Toevlucht tot « take home » of « take away » (Q15) CHI2 Non sign.
Aankoop van kant-en-klare gerechten voor thuis (Q48) CHI2 Niet sign.
Bezoek aan fastfoodrestaurants (Q14) CHI2 Niet sign.
Met de levensstijlen verbonden contexten (geanalyseerd volgens de BMI)
Slaap, gezondheid en stress (Q22, Q23 en Q24) • Belangrijke effecten: • Slaap: • Zwaarlijvige personen hebben de neiging minder te slapen dan anderen, vooral minder vaak meer dan 8 uur per nacht. Dit resultaat toont en bevestigt het verband tussen zwaarlijvigheid en het gebrek aan slaap, alsook tussen het « goede gewicht » en de evenwichtige slaap (CHI2 sign p=.03). • Gezondheid: • Personen met een te laag gewicht of met overgewicht en vooral zwaarlijvige personen vinden dat ze in minder goede (uitstekende of zeer goede) gezondheid zijn dan de anderen (BMI 18,5-24,9) (CHI2 sign < .001). • Stress : • Personen met een te laag lichaamsgewicht zijn het meest gestresseerd. Daarna die met overgewicht. De zwaarlijvige personen zijn het minst gestresseerd (CHI2 sign. P= .10)
Actueel gebruik van tabak (Q27) CHI2 sign. P=.05
Alcoholverbruik (Q28) CHI2 Niet sign.
Alcoholverbruik – gemiddeld aantal glazen per week bij de verbruikers ANOVA F. Sign P=.002
Zelfperceptie en algemene perceptie van het gewicht van de persoon (Q37, Q38) • Zelfperceptie (CHI2 sign. P= < .001) • « Zwaarlijvige personen » : slechte perceptie van eigen gewicht • 5,4 % van de zwaarlijvigen denken dat ze een normaal gewicht hebben • 69,6 % dat ze « enkel » overgewicht hebben • 21,4 % dat ze zwaarlijvig zijn • 3,6 % weten het niet en maken er zich geen zorgen over • « Magere » personen of personen met een te laag gewicht: slechte perceptie • 60,5 % denken dat ze een normaal gewicht hebben (ongetwijfeld effect van de reclame) • 2,3 % dat ze « overgewicht hebben » • 32,6% dat ze een gewicht onder het normale hebben • 4,7% maken er zich geen zorgen over • Personen met « overgewicht » : goede perceptie van eigen gewicht • 30,8 % denken dat ze een normaal gewicht hebben • 62,7 % dat ze overgewicht hebben • 1,8 % dat ze zwaarlijvig zijn • 3,6 % maken er zich geen zorgen over
Zelfperceptie en algemene perceptie van het gewicht van de persoon (Q37, Q38) • Algemene perceptie • Zwaarlijvige personen (CHI2 sign. P= < .001) : • 25% denken dat de anderen hen dik vinden. • 66,1% denken dat de anderen hen een beetje dik, een beetje struis vinden. • Magere personen of personen met een te laag lichaamsgewicht (CHI2 sign. P= < .001) : • 30,2 % denken dat de anderen hen dik noch mager vinden • 46,5 % een beetje mager • 11,6 % zeer mager • Personen met « overgewicht » (CHI2 sign. P= < .001) : • 55,0 % denken dat de anderen hen een beetje dik, een beetje struis vinden • 39,2 % denken dat de anderen hen dik noch mager vinden
Gebeurtenissen die een invloed hebben op het gewicht (Q25) CHI2 sign. P < .001
Voedingsdieet om gewicht te verliezen (Q35) CHI2 sign. P<.001
Activiteiten, vrijetijdsbesteding, lichamelijke inspanningen (geanalyseerd volgens de BMI)
Sportbeoefening (Q39) BMI >30 vs anderen : CHI2 sign. P=.05
Wandelen (Q41) CHI2 sign. P=.03
Zoveel mogelijk de trap gebruiken (Q42) CHI2 sign. P=.05
Hobby’s (Q44) CHI2 sign. P=.02
Vrijetijdsbesteding buitenshuis (Q45) CHI2 sign. P < .001
Tijd doorgebracht voor de televisie (uitzendingen, DVD, enz.) (Q52) CHI2 sign. P = .01
Andere resultaten in verband met het gebruik van de televisie² • Een steeds groter aandeel van mensen die televisie kijken in de slaapkamer of in bed vertoont minder problemen van overgewicht en zwaarlijvigheid (CHI2 sign. P= .02). De nabijheid van de koelkast of het gemak om te consumeren, speelt hier ongetwijfeld een rol. • De maaltijden genomen op een dienblad in de woonkamer of in de slaapkamer vertonen geen correlatie met het overgewicht of de zwaarlijvigheid (CHI2 niet sign). Even veel « magere » mensen als mensen met een normaal gewicht of zwaarlijvige personen doen dit. De praktijk lijkt wat minder verspreid bij zwaarlijvige personen. • De snacks en tussendoortjes die voor de televisie worden verbruikt, worden vooral verbruikt door de « magere personen » (75,6%) en de zwaarlijvige personen (67,9%) (CHI2 sign. P= .09). De personen met een normaal gewicht (63,9%) en vooral met overgewicht (56,4%) (CHI2 sign. P= .02) gaan er minder vlug toe over. • De waarnemingen zijn dezelfde voor wat de dranken betreft, maar de verschillen (%) zijn kleiner. • Betreffende de spelconsoles: te klein aantal om geldige conclusies te trekken. Ongetwijfeld verbonden met de geïnterviewde leeftijdsgroepen.
Internet (Q59) • 64,7% hebben thuis toegang tot het internet. • 74,9 % besteden er minder dan een uur per dag aan. • 9,5% nemen een of meer maaltijden terwijl ze « op het internet » zijn. • Minder zwaarlijvige personen nemen in dit geval een maaltijd (5,9%). • Meestal zijn het personen met een normaal gewicht (11,7%). • Tussen de twee, de « magere personen» (8,0%) en de «personen met overgewicht » (6,8%). • 23,0% eten snacks als ze «op het internet» zijn. • Volgens de BMI geen belangrijke verschillen (CHI2 non sign) : • 30,0 % van de magere mensen • 24,0% van de mensen met een normaal gewicht • 19,4% van de mensen met overgewicht • 23,3% van de zwaarlijvigen. • De helft van de personen nemen dranken, zonder opvallend verschil volgens de BMI.