270 likes | 722 Views
Voeding en vertering. 6A. Regeling. In hypothalamus: ophoping van zenuwen die zich bezighouden met de regulering van het lichaamsgewicht. Een hongercentrum en verzadigingscentrum. Hormonen. Gastrine: secretie door maagwand
E N D
Regeling • In hypothalamus: ophoping van zenuwen die zich bezighouden met de regulering van het lichaamsgewicht. Een hongercentrum en verzadigingscentrum.
Hormonen • Gastrine: secretie door maagwand • Zorgt ervoor dat maagsapklieren beginnen met het afscheiden van maagsappen • Stimuli: Oprekken maag, aanwezigheid eiwitten en aminozuren en stijgen pH (feedback systeem?) • Maagsap • Breekt voedseldeeltjes af tot kleinere deeltjes • Denatureert eiwit en nucleïnezuren • Activeert eiwitverterend enzym • Vernietigt bacteriën
Hormonen • Secretine: secretie 12-vingerige darm. • Zorgt ervoor dat de alvleesklier alvleessap gaat maken • Secretine reguleert zuurgraad van de 12-vingerige darm door het remmen van de maagzuursecretie • Stimulus: zuur in de 12-vingerige darm • Wat zou het doel zijn van de neutralisatie van de voedselbrij in de 12-vingerige darm?
Hormonen • Ghreline: maagwand • Wekt eetlust op • Stimuleert secretie groeihormoon (GH) • Stimuleert de opname van spijsverteringsproducten door de cellen van de darmwand • Hoe zal de concentratie ghreline veranderen voor en na een maaltijd?
Regeling • Lege maag: ghreline aangemaakt: seintje naar de hersenen. Lichaam moet eten binnenkrijgen • Ophoping van vetweefsel: leptine gevormd • In verzadigingscentrum leptine-gevoelige receptoren: remmen voedselopname • Ongevoeligheid voor leptine zou oorzaak kunnen zijn van obesitas
Gezonde voeding • BMI: gewicht/(lengte)² • BMI van 20-25 = gezond • Voedsel nodig om: • Het steeds beschikken over voldoende energie • Opbouw nieuwe cellen voor groei en vervanging • Vervullen van speciale functies in je cellen • Energiebehoefte verschilt. Welke factoren zullen hier invloed op kunnen hebben?
Voedingstoffen • Koolhydraten • Eiwitten • Vetten • Nucleïnezuren • Vitaminen • Water • Mineralen
Energie • Joule= hoeveelheid energie die nodig is om een voorwerp te verplaatsen over 1 meter afstand met een kracht van 1 newton. • 1 kj = 1000joule. Voor etenswaren: 1 kilocalorie = 4,1868 kJ • 2000kcal vrouwen en 2500kcal voor mannen (gemiddeld 30-50 jaar) • 1 gram vet levert 38kJ en 1 gram, eiwit/koolhydraat levert 17 kJ
Koolhydraten • Koolhydraten gedissimileerd • Voor marathon veel koolhydraatrijk voedsel: grote glycogeenvoorraad • Veganisten • Belangrijk: plantaardige eiwitten combineren (granen en peulvruchten): alle aminozuren binnen. • Vlees veel ijzer en vitamine B12: B12 ook in granen, peulvruchten, noten en abrikozen.
Resorptie • Darmplooi: darmvlokken: microvili • Kleine deeltjes (>0,75mm) passief door darmepitheel (osmose) • Grotere deeltjes worden actief opgenomen • Monosachariden, aminozuren, glycerol en losse vetzuren worden naar de lever getransporteerd via de poortader