200 likes | 541 Views
7. Spieren en beweging. spierweefsel. Beweging doordat spierweefsel zich samentrekt glad spierweefsel : organen Geïnnerveerd door autonome zenuwstelsel Samentrekking traag, niet snel moe Langwerpige cel met celkern Huid Wand van buisvormige of holle organen Darmkanaal Bronchiën
E N D
spierweefsel • Beweging doordat spierweefsel zich samentrekt • glad spierweefsel: organen • Geïnnerveerd door autonome zenuwstelsel • Samentrekking traag, niet snel moe • Langwerpige cel met celkern • Huid • Wand van buisvormige of holle organen • Darmkanaal • Bronchiën • Bloedvaten • blaas • Urinewegen • Zaadleiders • Eileiders • baarmoeder
skeletspieren • Dwarsgestreept spierweefsel • Bestaat uit spiervezels met veel celkernen • (versmelting van vele spiercellen) • Dwarse streping • Geïnnerveerd door animale zenuwstelsel • Vast aan skelet of huid • huidspieren: beide uiteinde vast aan huid • Tongspieren • gelaatspieren
hartspier • Dwarsgestreept • met verbindingen tussen de vezels
Bouw en werking van de skeletspieren • skeletspier • is omgeven door bindweefsel =spierschede • Bindweefsel gaat over in pezen • spier bestaat uit spierbundel, • Spierbundel bestaat uit spiervezels
zenuwimpuls • Impuls motorische zenuw axon vertakt zich • motorisch eindplaatjes ≠ spiervezels • Motorische eenheid = • Alle spiervezels die via motorische eindplaatsjes in verbinding staan met 1 motorisch zenuwcel
impuls • Alle spiervezels van een motorische eenheid • trekken samen op dezelfde tijd • dezelfde prikkeldrempel voor motorische eenheid • Prikkeldrempel • Hangt samen met de impulsfrequentie • Bepaalde spieren trekken samen bij lage impulsfrequentie • andere bij hoge impulsfrequentie
Samentrekking spier • Samentrekking volgens “Alles of niets-wet” • Altijd maximaal • krachtige samentrekking veel motorische eenheden trekken samen • veel motorische zenuwen kregen impuls
Spier microscopisch • Spiervezel groot aantal spierfibrillen • Tussen spierfibrillen • veel mitochondriën • Veel glycogeenkorrels (reservestof) • Elke spierfibril bestaat uit filamenten spierfibril
filamenten • Dunne filamenten uit actine • Dikke filamenten uit myosine • Regelmatig patroon dwarse streping
samentrekking • Impuls motorische eindplaatjes • schuiven actine en myosinefilamenten in elkaar • spier wordt korter • energie nodig • door dissimilatie van glucose • Glycogeen omgezet in glucose • Niet alle motorische eenheden tegelijk • Snelle vermoeidheid tegengaan
Houding en beweging • Elke houding en elke beweging veel spieren betrokken • Bij ontspanning: skeletspier nooit helemaal ontspannen • motorische eenheden geven nu en dan impuls motorische eenheid trekt zich nu en dan samen • Aantal te klein om beweging te veroorzaken • Wel trekkracht op aanhechtingsplaats pezen • spierspanning • handhaven lichaamshouding • Rechtstaan wordt reflexmatig gecorrigeerd (o.a.kuitspieren)
Antagonisten • Spieren waarvan het samentrekken een tegengesteld effect geeft • Biceps en triceps • samentrekken biceps • spierspanning triceps laag • triceps ontspannen • minder weerstand bij buigen arm • Triceps trekt samen arm gestrekt
conditie • Regelmatige lichaamsbeweging • minder snel geblesseerd • Kans op hart en vaatziekten kleiner • Zittend leven minstens 3x per week ½ uur lichamelijke activiteit ( zwemmen, hardlopen, fietsen) • krachttraining • betere prestaties • Spieren worden zwaarder • Meer spiervezels, meer spierfibrillen • Training op uithoudingsvermogen • Doorbloeding neemt toe • spieren worden niet zwaarder
doping • Anabole steroïden • Zelfde werking als testosteron • eiwitsynthese, • groei van spieren • Vorming van bloedcellen • Vrouwen gaan er mannelijker uitzien • Stimulerende middelen • prestatieverhoging door onderdrukking vermoeidheid • Gevaarlijk: voelt niet hoever hij/zij kan gaan • Dopingcontrole : urine positief • diskwalificatie Ben johnson 1988
Anabole steroïden Bij mannen verhoogt het de kans op impotentie.