480 likes | 705 Views
Financieel Management 3. Onderwerp Werkkapitaalbeheer werkkapitaalmanagement Rente- en valutamanagement Voorbereidende studie "Vlottend Financieel Management" Hoofdstuk 7 en hoofdstuk 8. Werkkapitaal componenten. Voorraden Debiteuren Crediteuren. De cashconversion cycle.
E N D
Financieel Management 3 Onderwerp • Werkkapitaalbeheer • werkkapitaalmanagement • Rente- en valutamanagement Voorbereidende studie • "Vlottend Financieel Management" • Hoofdstuk 7 en hoofdstuk 8
Werkkapitaal componenten • Voorraden • Debiteuren • Crediteuren
De cashconversion cycle • Voorraadtermijn • Grondstoffen • Halffabricaten / Onderhanden werk • Gereed product • Crediteurentermijn • Debiteurentermijn
voorraden • Technische en economische voorraad • Veiligheidsvoorraden
Liquiditeitenbeheer • Optimalisering van de uitzetting/ aantrekking naar • bedrag • looptijd • afsluittijdstip • Hulpmiddelen • Liquiditeitenprognose • rentevisie • Achtergrond • waarde
Liquiditeitenbeheer Kenmerken van suboptimaal liquiditeitenbeheer • Geen of beperkte geldmarktuiteenzettingen bij positieve liquiditeit • Geen of beperkt gebruik van kasgeldfaciliteitenten opzichte van rekening-courant kredieten • Tegengestelde liquiditeiten in de geldmarkt • Te weinig aandacht voor saldo– en rentecompensatie
Liquiditeitenbeheer • Kasvoorraden aanhouden wegens: • Transactiemotief • Voorzorg motief • Speculatiemotief • De liquiditeitsprognose vormt de basis voor het schatten van de toekomstige liquiditeitenbehoefte of het toekomstig liquiditeitenoverschot
Voorbeeld Liquiditeitenprognose Datum : Planningsinterval PlanningshorizonWerkmij : dag 1-5 week 2 week 3 week 4 maand 2 maand 3 kwart. 2 kwart. 3 beginsaldo Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten en uitgaven uit hoofde vanKas/ call geldleningen enDeposito’s Mutatie liquide middelen eindsaldo
Liquiditeitenbeheer/ begrippen • Saldo- en rentecompensatie • Insolventierisico (kredietrisico) • Renterisico • Verhandelbaarheidsrisico
Voordelen van adequaat credit management Kasstroomverhoging en risicoverlaging Dat zien ondernemers bijvoorbeeld aan: • afname van de kosten en benodigde financieringen • toename van de rentebaten • afname van de risico’s en kosten door wanbetaling, incasso van debiteuren en incourante voorraden • verbetering van de financiële relaties met leveranciers • verbetering van de relatie met financiers. Of meer conceptueel: de vrije kasstroom neemt toe; het risico neemt af en daarmee wordt waarde gecreëerd.
Purchase to pay cycle • Betalingscondities en leveringsvoorwaarden • Procurement • Ontvangst producten • Checking • Factuurontvangst • Betaling
Stock cycle • Grondstoffen/ overig • Halffabrikaten en onderhanden werk • Ook in de dienstverlenende sector • Gereed produkt • Transactiemotief • Voorzoorgsmotief • Speculatiemotief
Order to collect cycle • het op praktische wijze presenteren van richtlijnen met betrekking tot inning • risico’s met klanten tot een aanvaardbaar minimum beperken • Korting en kortingstermijn versus waarde
Renterisico • Risico als gevolg van mutatie in rente • Rentedaling en rentestijging • Activa en passiva • Duration is meeteenheid
Renterisico • Wat is het maximaal acceptabele risico? • Wat is de rentegevoeligheid van het bedrijf? • Wat heeft men er voor over deze risico’s af te dekken? • Wil men met een rentevisie werken ?
Duration • Meeteenheid voor renterisico • Gewogen gemiddelde looptijd • Zowel bepalen voor activa als passiva
Renterisico • Grote verschillen tussen de duration van uitzettingen en aantrekkingen veroorzaken renterisico’s: • Banken (korte duration aantrekkingen) • Woningbouwcorporaties • Beleggingsfondsen OG
Valutarisico • Translatierisico’s (herwaardering balansposten) • Transactierisico’s (op transactieniveau) • Economische risico’s (concurrentiepositie)
Afdekking • Interne dekking • Leading en lagging • Keuze factureringsvaluta • Verplaatsing economische activiteiten
Afdekking • Externe dekking • Valuta termijncontract • Valutaoptie • valutaswaps
energierisico Energiegevoeligheid: waardeverandering van de onderneming a.g.v. mutatie energieprijs
Financieel Management 4 Onderwerpen • Investeringen • Strategie in relatie tot investeringen • Risicoanalyse, gevoeligheidsanalyse • Vereiste informatie ten behoeve van investeringsbeslissingen • Koppeling van investeringen aan de doelstelling van de onderneming Voorbereidende studie • Uit "Vlottend Financieel Management": Hoofdstuk 4 en 5.
Investeringen • Positionering investeringen binnen het vakgebied • Investeren bij zekerheid • Soorten investeringen • Kasstroombepaling • Investeringsselectie
Strategische proces: motieven • Concurrentie-/marktpositie • Technologische positie • Efficiency • Defensief • Offensief • Combinaties
Soorten investeringen • Uitbreidingsinvesteringen • Vervangingsinvesteringen • Breedte-investeringen (aanschaf gelijksoortigeproductiemiddelen) • Diepte-investeringen (voorbeeld personeelsreductie) • Directe investeringen • Indirecte investeringen
Fasen in het investeringsproces Strategie bepalen Formuleren van lange termijndoelstellingen Zoeken Zoeken naar nieuwe projecten Schatten Schatten van kasstromen Evalueren Evalueren van verschillen projecten Selecteren Selecteren van verschillende projecten Implementeren Implementeren nieuwe projecten in de onderneming Controleren Controleren of de implementatie volgens plan verloopt, anders bijstellen
Relevante informatie • (Vrije) kasstroom initieel • (Vrije) kasstromen in de prognoseperiode • De minimale rendementseis
Aandachtspunten relevante kasstroombepaling • Bezie alleen de mutaties die in kasstromen optreden • Houd rekening met alternatieve kasstromen • Bezie kasstromen na belasting • Sluit bij het schatten van de kasstromen de financieringskasstroom uit (het gaat immers om vrije kasstromen)
Initiële kasstroom • Directe uitgaven van een project • Indirecte uitgaven van een project (extra voorraden etc.) • Kasstromen bij de verkoop van oude vaste activa (let op belastingverplichtingen!)
Selectietechnieken • Terugverdienperiode • NCW • Interne rentabiliteit • (Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit)
Terugverdienperiode De tijd welke nodig is om de initiële investering te dekken met de kasstromen die het project genereert
Netto contante waarde • Berekenen van de contante waarde van toekomstige kasstromen van investeringsproject • Te verminderen met initiële investering
Netto contante waarde Jaar Kasstroom x 1/(1+K)t Contante waarde op t = 0 0 - 100.000 1,000 - 100.000 1 34.000 0,943 32.062 2 34.000 0,890 30.262 3 34.000 0,840 28.560 4 34.000 0,792 26.928 5 75.000 0,747 + 56.025 Netto contante waarde + 73.835
Interne rentabiliteit • De interne rentabiliteit geeft het rendement aan dat met het project wordt behaald • Voordelen: gebruik van kasstromen en rekening houden met tijdwaarde van geld • Nadeel: Veronderstelling dat vrijkomende kasstromen tegen eenzelfde rendement kunnen worden belegd als IR
De gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit GBR = (∑ Ct /N) / Igem Waarbij: GBR = gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit Ct = de vrije kasstroom van het project over jaar t Igem = het gemiddeld geïnvesteerd vermogen N = looptijd van het project
De gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit • Gemiddelde winst gerelateerd aan het gemiddeld geïnvesteerd vermogen • Uitvoering project als GBR groter dan de geëiste rentabiliteit • Beperkt vanwege subjectiviteit van het winstbegrip
Opgave 4c – 12 Ten Cate • Opgave a: • Fiscale winst: afschrijven tot 0 • Vrachtkosten activeren • Uitkomst: - 67.500 (n.b. Belastingcompensatie) • Opgave b (zie voorbeeld blz. 80) • Op basis van extra cash flows • Let op alternatieve kosten (loods) • Initiele kasstroom – 4.000.000 • Exploitatiekasstroom 1.200.000 • Kasstroom laatste jaar 2.425.000