480 likes | 688 Views
Mamma Screening en Diagnostiek. Dr. Monique D. Dorrius AIOS Radiologie, Universitair Medisch Centrum Groningen. Nederland. Meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Prevalentie: 95.000 vrouwen Incidentie: 14.000 vrouwen diagnose invasief mammacarcinoom
E N D
Mamma Screening en Diagnostiek Dr. Monique D. Dorrius AIOS Radiologie, Universitair Medisch Centrum Groningen
Nederland • Meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. • Prevalentie: 95.000 vrouwen • Incidentie: • 14.000 vrouwen diagnose invasief mammacarcinoom • 1.900 vrouwen in situ carcinoom • Kans op mammacarcinoom: 12-13% • Sterftecijfer per 100.000: 3.200 IKA NKR CBS Doodsoorzakenstatistiek
TNM systeem • T: • de grootte van de tumor en de verspreiding naar de huid of de borstwand onder de borst. • Waarde 0-4 • N: • Verspreiding naar de lymfeklieren, de vaststelling of de aangetaste lymfeklieren aan elkaar of andere structuren onder de arm • Waarde: 0-3 • M: • Uitzaaiingen naar andere delen van het lichaam • Waarde: 0-1
Stadium 0 Stadium I Stadium II A en B Stadium III A en B Stadium IV Ductaal carcinoom in situ Tumor < 2 cm, geen verspreiding buiten de borst Tumor > 2 cm en/of verspreid naar de lymfeklieren Tumor > 5 cm en/of verspreid naar de lymfeklieren of huid, borstwand. Tumor elke afmeting met uitzaaiingen naar andere organen. Stadia van mammacarcinoomahv TNM classificatie
Stadium 0 Stadium I Stadium II A Stadium II B Stadium III A Stadium III B Stadium IV 100% 100% 92% 81% 67% 54% 20% . Gemiddelde overlevingspercentage(5 jaar na de diagnose)
Borstonderzoek als screening • Periodiek borstzelfonderzoek • geen betere prognose • zelfgevoelde knobbel neemt sensitiviteit mammogram toe, maar de specificiteit neemt af. • Klinisch borstonderzoek • lage sensitiviteit • hoge percentage foutpositieven (bij hoogrisico vrouwen is het aantal iets gunstiger • niet kosteneffectief
Screening mbv mammografie bevolkingsonderzoek (BOB) 50-75 jr • Screening van de algemene populatie vanaf 50 jaar mbv mammografie resulteert in mortaliteitsreductie bij voldoende kosteneffectiviteit bij vrouwen. • 1/3 toegeschreven aan de adjuvante systemnische therapie
Screening buiten BOB • Overwogen bij relatief risico (RR)≥ 4 • Screening is zeker geïndiceerd bij: • BRCA 1 of 2 mutaties en ander hoogpenetrante genen • Thoraxbestraling in voorgeschiedenis: • Radiotherapie ≤ 40ste : als BRCA 1 / 2 muataties • Radiotherapie > 40ste : instroom in BOB • Atypische benigne mamma-afwijkingen • Doorgemaakte mammacarcinoom of DCIS • RR 2-4 bij een matig of sterk belaste familieanamnese screening voorafgaand aan BOB geadviseerd.
Familieanamnese • Voorkomen van mammacarcinoom en andere tumoren in dezelfde tak van de familie (ovariacarcinoom, tubacarcinoom en prostaatcarcinoom.) • De hoogte van het risico wordt ingeschat aan de hand van het aantal • 1e graads: vader, moeder, dochter, zoon, broer, zus • 2e graads: grootouders, kleinkinderen, ooms en tantes en kinderen van broers en zussen en halfbroers en halfzusters • 3e graads: overgrootouers, achterkleinkinderen, oudoom en oudtante, neven en nichten
Hoe te screenen? • Screening bij een matig verhoogd risico (RR 2-3): • Vanaf 40-50 jaar, jaarlijks MG aan te vragen door huisarts • Vanaf 50-75 jaar deelname aan BOB • Screening bij een sterk verhoogd risico (RR 3-4): • Vanaf 35-60 jaar, jaarlijks MG en klinisch borstonderzoek • Vanaf 60-75 jaar deelname aan BOB • Screening bij BRCA 1 of 2 mutatie of 50% kans op (RR6-8) • Co door polikliniek erfelijke/familiare tumoren • Vanaf 25-60 jaar, jaarlijks MRI • Vanaf 30-75 jaar, jaarlijks mammografie • Vanaf 25-60 jaar, jaarlijks klinisch borstonderzoek • Afh van beoordeelbaarheid MG vanaf 60-75 jaar tweejaarlijks MG
Dosismetrie • Digitale mammografie • Gemiddelde weefseldosis per mammografie is • sterk afhankelijk van de dikte van de borst en • bedraagt ongeveer 1.66mGy bij een standaardopname van 6 cm • Dosis per onderzoek is gemiddeld ongeveer 3x1.66mGy • Dit getal kent per individu een grote spreiding, de dosis kan oplopen 2.12mGy per onderzoek bij vrouwen die een grotere borstdikte en veel klierweefsel hebben. • Glandulaire doses worden continue gecontroleerd door het LRCB
Stralingsgeïnduceerde mammacarcinoom (1) • De kans op een door straling geïnduceerd carcinoom is zeer klein en kan niet worden berekend. • Het lifetime risico om een stralingsgeïnduceerde mammacarcinoom is afhankelijk van de startleeftijd • Voor een vrouw 50-75 jaar, die deelneemt aan het BOB wordt geschat op 1.6 per 100.000 vrouwen. • Voor een vrouw tussen 25-30 jaar is het bijna 2x zo groot
Stralingsgeïnduceerde mammacarcinoom (2) • Blootstelling aan lage dosis ioniserende straling geeft een 1.3 x verhoogde kans op tumorinductie bij BRCA mutatiedraagsters vs niet-blootgestelde leeftijdsgenoten • Dit geld vooral voor de jonge leeftijdsgroepen • Daarom een startleeftijd < 30 jaar niet aangeraden • Het is niet terecht om bij vrouwen < 50 jaar op basis van stralingsangst af te wijken van een termijn van 1 jaar tussen de screeningsrondes, omdat daardoor het aantal intervalcarcinomen onevenredig zal toenemen.
Overzicht mammadiagnostiek • Mammografie (2D/3D) • Echo • MRI • Vergrotingsopname mammogram • 6 maanden follow-up • Invasieve procedures • Echogeleide cytologische puncties • Echogeleide histologische biopten • Stereotactisch biopten • Draadlocalisaties • MRI-geleide biopten
Indicaties mammogram • Screenings patiënten verhoogd risico borstkanker • Screening via bevolkingsonderzoek Nederland (>50 jaar) • Palpabele laesie • Tepeluitvloed/intrekking • FU na mammacarcinoom
Mammogram • Craniocaudale opname • Mediolaterale opname
Beoordeling mammogramMamma Densiteit • De mamma bestaat vrijwel volledig uit vetweefsel (<25% klierweefsel) • Er zijn verspreid velden fibroglandulair weefsel (25-50%) • Heterogeen verspreide velden fibroglandulair weefsel (51-75%) • Zeer dens klierweefsel (> 75% glandular)
Beoordeling mammogramAfwijkingen • Massa • Vorm, begrenzing, spiculated • Architectuurverstoring • Focale asymmetrie • Calcificaties
BIRADS ↔ Work-up • 0: onbeoordeelbaar aanvullend ond. • 1: geen afwijkingen geen work-up • 2: benigne geen work-up • 3: waarschijnlijk benigne biopsie of • Kans op maligne < 2% 6 mnd FU • 4: waarschijnlijk maligne biopsie • Kans op maligne 2-95% • 5: zeer verdacht voor maligniteit biopsie • Kans op maligne >95%
Mammogram Afwijking mammogram Geen afwijking mammogram Mammogram onbeoordeelbaar BIRADS 0 BIRADS 2, 3, 4, 5 BIRADS 1, 2 • Vergrotingsopname MG • Echo met evt: • cytologische punctie • histologisch biopt • Stereotactisch biopt • FU 6 mnd mammogram/echo • (MRI) Geen FU • Oude beelden • Evt. gerichte echo bij palpabele laesie • Evt. MRI bij zeer dense klierweefsel
Screening met MRI • Het toevoegen van MRI aan mammografie voor screening van hoogrisico vouwen leidt tot een hogere sensitiviteit voor mammacarcinoom. • Dient gereserveerd te blijven voor vrouwen met sterk verhoogd risico, mn BRCA 1 /2 mutaties • Onvlodoende draagvlak voor vrouwen met verhoogd risico zonder genmutatie
Beoordeling MRI • Morfologie • Vorm • Afgrensbaarheid • Verdeling contrastmiddel • Kinetiek