1 / 47

Mamma Screening en Diagnostiek

Mamma Screening en Diagnostiek. Dr. Monique D. Dorrius AIOS Radiologie, Universitair Medisch Centrum Groningen. Nederland. Meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Prevalentie: 95.000 vrouwen Incidentie: 14.000 vrouwen diagnose invasief mammacarcinoom

rusk
Download Presentation

Mamma Screening en Diagnostiek

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Mamma Screening en Diagnostiek Dr. Monique D. Dorrius AIOS Radiologie, Universitair Medisch Centrum Groningen

  2. Nederland • Meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. • Prevalentie: 95.000 vrouwen • Incidentie: • 14.000 vrouwen diagnose invasief mammacarcinoom • 1.900 vrouwen in situ carcinoom • Kans op mammacarcinoom: 12-13% • Sterftecijfer per 100.000: 3.200 IKA NKR CBS Doodsoorzakenstatistiek

  3. TNM systeem • T: • de grootte van de tumor en de verspreiding naar de huid of de borstwand onder de borst. • Waarde 0-4 • N: • Verspreiding naar de lymfeklieren, de vaststelling of de aangetaste lymfeklieren aan elkaar of andere structuren onder de arm • Waarde: 0-3 • M: • Uitzaaiingen naar andere delen van het lichaam • Waarde: 0-1

  4. Stadium 0 Stadium I Stadium II A en B Stadium III A en B Stadium IV Ductaal carcinoom in situ Tumor < 2 cm, geen verspreiding buiten de borst Tumor > 2 cm en/of verspreid naar de lymfeklieren Tumor > 5 cm en/of verspreid naar de lymfeklieren of huid, borstwand. Tumor elke afmeting met uitzaaiingen naar andere organen. Stadia van mammacarcinoomahv TNM classificatie

  5. Stadium 0 Stadium I Stadium II A Stadium II B Stadium III A Stadium III B Stadium IV 100% 100% 92% 81% 67% 54% 20% . Gemiddelde overlevingspercentage(5 jaar na de diagnose)

  6. Mamma Screening

  7. Borstonderzoek als screening • Periodiek borstzelfonderzoek • geen betere prognose • zelfgevoelde knobbel neemt sensitiviteit mammogram toe, maar de specificiteit neemt af. • Klinisch borstonderzoek • lage sensitiviteit • hoge percentage foutpositieven (bij hoogrisico vrouwen is het aantal iets gunstiger • niet kosteneffectief

  8. Screening mbv mammografie bevolkingsonderzoek (BOB) 50-75 jr • Screening van de algemene populatie vanaf 50 jaar mbv mammografie resulteert in mortaliteitsreductie bij voldoende kosteneffectiviteit bij vrouwen. • 1/3 toegeschreven aan de adjuvante systemnische therapie

  9. Screening buiten BOB • Overwogen bij relatief risico (RR)≥ 4 • Screening is zeker geïndiceerd bij: • BRCA 1 of 2 mutaties en ander hoogpenetrante genen • Thoraxbestraling in voorgeschiedenis: • Radiotherapie ≤ 40ste : als BRCA 1 / 2 muataties • Radiotherapie > 40ste : instroom in BOB • Atypische benigne mamma-afwijkingen • Doorgemaakte mammacarcinoom of DCIS • RR 2-4 bij een matig of sterk belaste familieanamnese screening voorafgaand aan BOB geadviseerd.

  10. Familieanamnese • Voorkomen van mammacarcinoom en andere tumoren in dezelfde tak van de familie (ovariacarcinoom, tubacarcinoom en prostaatcarcinoom.) • De hoogte van het risico wordt ingeschat aan de hand van het aantal • 1e graads: vader, moeder, dochter, zoon, broer, zus • 2e graads: grootouders, kleinkinderen, ooms en tantes en kinderen van broers en zussen en halfbroers en halfzusters • 3e graads: overgrootouers, achterkleinkinderen, oudoom en oudtante, neven en nichten

  11. Hoe te screenen? • Screening bij een matig verhoogd risico (RR 2-3): • Vanaf 40-50 jaar, jaarlijks MG aan te vragen door huisarts • Vanaf 50-75 jaar deelname aan BOB • Screening bij een sterk verhoogd risico (RR 3-4): • Vanaf 35-60 jaar, jaarlijks MG en klinisch borstonderzoek • Vanaf 60-75 jaar deelname aan BOB • Screening bij BRCA 1 of 2 mutatie of 50% kans op (RR6-8) • Co door polikliniek erfelijke/familiare tumoren • Vanaf 25-60 jaar, jaarlijks MRI • Vanaf 30-75 jaar, jaarlijks mammografie • Vanaf 25-60 jaar, jaarlijks klinisch borstonderzoek • Afh van beoordeelbaarheid MG vanaf 60-75 jaar tweejaarlijks MG

  12. Dosismetrie • Digitale mammografie • Gemiddelde weefseldosis per mammografie is • sterk afhankelijk van de dikte van de borst en • bedraagt ongeveer 1.66mGy bij een standaardopname van 6 cm • Dosis per onderzoek is gemiddeld ongeveer 3x1.66mGy • Dit getal kent per individu een grote spreiding, de dosis kan oplopen 2.12mGy per onderzoek bij vrouwen die een grotere borstdikte en veel klierweefsel hebben. • Glandulaire doses worden continue gecontroleerd door het LRCB

  13. Stralingsgeïnduceerde mammacarcinoom (1) • De kans op een door straling geïnduceerd carcinoom is zeer klein en kan niet worden berekend. • Het lifetime risico om een stralingsgeïnduceerde mammacarcinoom is afhankelijk van de startleeftijd • Voor een vrouw 50-75 jaar, die deelneemt aan het BOB wordt geschat op 1.6 per 100.000 vrouwen. • Voor een vrouw tussen 25-30 jaar is het bijna 2x zo groot

  14. Stralingsgeïnduceerde mammacarcinoom (2) • Blootstelling aan lage dosis ioniserende straling geeft een 1.3 x verhoogde kans op tumorinductie bij BRCA mutatiedraagsters vs niet-blootgestelde leeftijdsgenoten • Dit geld vooral voor de jonge leeftijdsgroepen • Daarom een startleeftijd < 30 jaar niet aangeraden • Het is niet terecht om bij vrouwen < 50 jaar op basis van stralingsangst af te wijken van een termijn van 1 jaar tussen de screeningsrondes, omdat daardoor het aantal intervalcarcinomen onevenredig zal toenemen.

  15. Mammodiagnostiek

  16. Overzicht mammadiagnostiek • Mammografie (2D/3D) • Echo • MRI • Vergrotingsopname mammogram • 6 maanden follow-up • Invasieve procedures • Echogeleide cytologische puncties • Echogeleide histologische biopten • Stereotactisch biopten • Draadlocalisaties • MRI-geleide biopten

  17. Mammografie

  18. Indicaties mammogram • Screenings patiënten verhoogd risico borstkanker • Screening via bevolkingsonderzoek Nederland (>50 jaar) • Palpabele laesie • Tepeluitvloed/intrekking • FU na mammacarcinoom

  19. Mammogram • Craniocaudale opname • Mediolaterale opname

  20. Beoordeling mammogramMamma Densiteit • De mamma bestaat vrijwel volledig uit vetweefsel (<25% klierweefsel) • Er zijn verspreid velden fibroglandulair weefsel (25-50%) • Heterogeen verspreide velden fibroglandulair weefsel (51-75%) • Zeer dens klierweefsel (> 75% glandular)

  21. Beoordeling mammogramAfwijkingen • Massa • Vorm, begrenzing, spiculated • Architectuurverstoring • Focale asymmetrie • Calcificaties

  22. Archictectuurverstoring

  23. Asymmetrie

  24. Microcalcificaties

  25. BIRADS ↔ Work-up • 0: onbeoordeelbaar aanvullend ond. • 1: geen afwijkingen geen work-up • 2: benigne geen work-up • 3: waarschijnlijk benigne biopsie of • Kans op maligne < 2% 6 mnd FU • 4: waarschijnlijk maligne biopsie • Kans op maligne 2-95% • 5: zeer verdacht voor maligniteit biopsie • Kans op maligne >95%

  26. BIRADS 1

  27. BIRADS 2

  28. BIRADS 3

  29. BIRADS 4

  30. BIRADS 5

  31. Mammogram Afwijking mammogram Geen afwijking mammogram Mammogram onbeoordeelbaar BIRADS 0 BIRADS 2, 3, 4, 5 BIRADS 1, 2 • Vergrotingsopname MG • Echo met evt: • cytologische punctie • histologisch biopt • Stereotactisch biopt • FU 6 mnd mammogram/echo • (MRI) Geen FU • Oude beelden • Evt. gerichte echo bij palpabele laesie • Evt. MRI bij zeer dense klierweefsel

  32. Screening met MRI • Het toevoegen van MRI aan mammografie voor screening van hoogrisico vouwen leidt tot een hogere sensitiviteit voor mammacarcinoom. • Dient gereserveerd te blijven voor vrouwen met sterk verhoogd risico, mn BRCA 1 /2 mutaties • Onvlodoende draagvlak voor vrouwen met verhoogd risico zonder genmutatie

  33. Beoordeling MRI • Morfologie • Vorm • Afgrensbaarheid • Verdeling contrastmiddel • Kinetiek

  34. Voorbeeld 1 : MIP

  35. Voorbeeld 1 : MIP kleurcodering

  36. Voorbeeld 1 : volume

  37. Voorbeeld 1 : kinetiek

  38. Voorbeeld 1: subtractiebeelden en T1 vetsuppressie

  39. Voorbeeld 1: curve

  40. Voorbeeld 2

  41. Voorbeeld 3

  42. Conclusies

  43. Bedankt voor jullie aandacht

More Related