200 likes | 570 Views
Diagnostiek en indicatiestelling van persoonlijkheidsstoornissen. - Een stapsgewijze benadering -. Wat is een persoonlijkheidsstoornis ?. “Van een persoonlijkheidsstoornis spreken we indien de persoon wordt gekenmerkt door een aantal maladaptieve trekken, nl. trekken die:
E N D
Diagnostiek en indicatiestelling van persoonlijkheidsstoornissen - Een stapsgewijze benadering -
Wat is een persoonlijkheidsstoornis ? “Van een persoonlijkheidsstoornis spreken we indien de persoon wordt gekenmerkt door een aantal maladaptieve trekken, nl. trekken die: • afwijken van de populatienorm • Inflexibel / star zijn • resulteren in lijdensdruk of functionele beperkingen • niet uitsluitend gerelateerd zijn aan As I / As III” (American Psychiatric Association, 1994)
Cluster A paranoid schizoid schizotypisch Cluster B borderline theatraal narcistisch antisociaal Cluster C afhankelijk ontwijkend dwangmatig Niet-anderszins omschreven Appendix zelfondermijnend Passief-agressieve depressief Persoonlijkheidsstoornissen volgens de DSM-IV-TR
Algemene diagnostische criteria • A - deviantie van culturele context • B - situationele stabiliteit • C - lijdensdruk of functionele beperkingen • D - temporele stabiliteit (vroege aanvang, lange duur, stabiel) • E - onafhankelijk van As-I • F - onafhankelijk van somatiek
Voordelen bekendheid / traditie gemakkelijke communicatie beschikbaarheid semi-gestructureerde interviewschema’s DSM-IV: Algemene diagnostische criteria Nadelen meervoudige (overlappende) diagnoses doet geen recht aan fenotypische heterogeniteit Voor- en nadelen categoriale classificatie van persoonlijkheidspathologie
Alternatieven voor classificerende diagnostiek • Symptomatologie van persoonlijkheidsstoornissen lijken maladaptieve varianten van persoonlijkheidskenmerken die deel uit maken van algemene modellen van functioneren • De bekendste dimensionale modellen: • interpersoonlijk circumplexmodel • zevenfactorenmodel van Cloninger • Vijffactorenmodel NEO-PI-R
Nood aan een integraal instrument • Iets zegt over de ernst • Generiek is aan alle DSM-IV TR-TR persoonlijkheidsstoornissen • Sensitief genoeg is om veranderingen t.g.v. behandeling te meten • Zich richt op structurele veranderingen i.p.v. gedragsveranderingen • Makkelijk te gebruiken is • Degelijke psychometrische kwaliteiten bezit
Severity Index of Personality Pathology (SIPP) • Amplificatie van trekken door leerervaringen • Mate van maladaptiviteit m.n. ontwikkeling • Ernst PP wordt bepaald door defecten of beperkingen in ego-functies = samenspel afweerstrategieën en adaptieve functies die persoon in staat stellen tot adaptatie aan beperkingen en eisen die zijn eigen persoon en de omgeving aan hem / haar stellen
Severity Index for Personality Pathology (SIPP) • Zelfcontrole • frustratietolerantie, emotieregulatie, zelfbeheersing • Identiteitsintegratie • stabiel zelfbeeld, zelfreflectie, zelfrespect, zinvolheid, plezier • Verantwoordelijkheid • verantwoord presteren, betrouwbaarheid • Relationele functies • intimiteit, stabiele relaties, gewaardeerd voelen • Sociale concordantie • respect, samenwerking, agressieregulatie
Indicatiestelling Geheel van diagnostische overwegingen en beslissings-procedures dat vaak via impliciete regels verloopt Uitspraken over : • noodzaak en nut van behandeling • type (setting - formaat - strategie - duur - frequentie - …) • aard van interventies Weinig systematisch onderzocht : • Weerstandsniveau is omgekeerd evenredig aan intensiteit van behandeling • Voorkeur van patiënt is essentieel
Welke gegevens nodig ? • Algemene symptomatologie(aard,ernst en verloop van de klachten) • Co-morbiditeit • behandelverloop • Ontwikkelingscompetenties • Object-relationeel functioneren • Doel • Psychologische vaardigheden • Integratieve vermogens • Psychologiserend vermogen(reflecteren en mentaliseren) • Categoriale diagnostiek • Dimensionele diagnostiek
Situatie op De Viersprong Individuele intake (algemene informatieverzameling) Indicatiestelling Diagnostiek (2 semi-gestructureerde interviews, NEO-PI, SIPP)
Pleidooi voor stapsgewijze diagnostiek • Classificatie alleen kan geen uitspraken doen over indicatie • Klinisch oordeel kan geen betrouwbare uitspraken doen over classificatie • Beide zijn minimaal noodzakelijk om tot een goede indicatie te komen
Stelling • Diagnostiek in brede zin is noodzakelijk om tot een goede indicatie en behandeling van persoonlijkheidsstoornissen te komen. Implementatie van de aanbevelingen uit de evidence-based richtlijn persoonlijkheidsstoornissen vormt hierbij een essentieel uitgangspunt. • Onderzoek blijft noodzakelijk om de relatie tussen patiëntenkenmerken en klinische beslissingen doorzichtiger te maken.