130 likes | 297 Views
DE COACHENDE ROL VAN DE PSYCHOLOOG IN DE PALLIATIEVE EENHEID?. Studiedag Federatie Palliatieve Zorg 15 december 2006. Wim Schrauwen Klinisch Psycholoog UZ Gent Medische Oncologie & Palliatieve Zorg. De psycholoog en het team.
E N D
DE COACHENDE ROL VAN DE PSYCHOLOOG IN DE PALLIATIEVE EENHEID? Studiedag Federatie Palliatieve Zorg 15 december 2006 Wim Schrauwen Klinisch Psycholoog UZ Gent Medische Oncologie & Palliatieve Zorg
De psycholoog en het team • Particulariteit van een PE-team rond psychosociale zorg • Particulariteit van een team rond het eigen omgaan met sterven • Particulariteit van een team rond de verhoudingen met anderen (pst/etc) • Psycholoog in een palliatieve eenheid
taakdifferentiatie • Hoe zit het met het aanbod? Wie rekent wat tot zijn competentie als het over psychosociale zorg gaat? • Psychologen zitten op een relatief nieuw domein, wat soms verovering betekent. • Begeleiding blijft een taak van alle disciplines • Daarenboven op een domein dat per definitie interdisciplinair is • Sterk afhankelijk van geschiedenis,… van ziekenhuis tot ziekenhuis, dus in welke mate moet elke psycholoog een particulier antwoord zoeken?
Differentiatie in psychosociale taken -- Algemeen wordenbasisvaardigheden erkend door iedereen - Toch ook een gebrek aan kennis omtrent specifieke domeinen in psychsociale zorg, bvb psychotherapieën. - Onderwaardering van de expertise van psychosociale werkers. - artsen en vooral verpleegkundigen nemen realtief veel meer psychosociale taken op zich dan dat ze aan anderen toeschrijven. - Daar waar er intensieve samenwerking is, wordt er veel gedeeld Schrauwen, Decoene, Schelfout
‘Psychologen’reflecties • Professionele identiteit is belangrijk, maar hoe zitten we er persoonlijk bij, versus.. • Samenwerken is een bewuste keuze, vanuit persoonlijke motieven is het geen lang leven beschoren. • Bewust zijn van regels in de groep • Je kan blijven vragen dat iedereen naar elkaar luistert, maar informatie zo vormen dat anderen er iets van herkennen is effectiever. • Je kan interdiscipline zien als het incorporeren van verschillende standpunten, maar het identificeren van blinde vlekken is cruciaal
teameffectiviteit • Gedragingen en processen verklaren niet alles, want effectiviteit van een team is zonder twijfel het flexibel kunnen reageren op contextuele veranderingen en taken. (effectiviteit ifv patiënt/team/management) • Wat er achter het gedrag van een team zit, en zich dus op een cognitief niveau bevindt, heeft te maken met rolbewustzijn, bewustzijn van de ander zijn perspectieven en vaardigheden. • Goede teams houden hun eigen functioneren in het oog en corrigeren dat; ze anticiperen elkaars acties en noden en coördineren hun acties. Een goed team heeft een ‘shared mental model' (Cannon-Bowers et al. 1990).
Een symbolische relatie • Een team kan vertrekken vanuit een gemeenschappelijke visie, maar dat betekent dat het team samen moet reflecteren over die visie • Het betekent dat er moet gecommuniceerd worden en dus naar elkaar geluisterd wordt, maar vooral dat er de bereidheid bestaat om meningen zodanig te verwoorden dat ze door de ander begrepen worden. • Het doel van de zorgverlener in inter- en transdisciplinaire zorg bestaat er in het probleem vanuit een ander gezichtspunt dan het zijne te bekijken. Dat is een nieuw perspectief. De psycholoog is hier de katalysator.
Shared Mental Model in teams • Hoe kan de psycholoog de ontwikkeling van cognitieve voorstellingen van de teamtaak (met procedures, strategieën, scenario’s), van het team ( waaronder de kennis, vaardigheden en mogelijkheden van teamgenoten) en van de teaminteractie (waaronder de rollen en verantwoordelijkheden, de interactie en communicatiepatronen, onderlinge afhankelijkheden en informatiebronnen) vergemakkelijken, aansturen? • Daar waar de voorstellingen (van taken, team en teaminteractie) van individuele leden van het team mekaar overlappen kun je spreken van een gedeeld mentaal model, wat toelaat te anticiperen op de noden en bijdragen van de leden van het team. • Hoe meer `shared knowledge' een team bezit, des te beter hun teamwerk potentieel zal zijn.
Zelfregulatie en motivatie • Opdat een team zelfregulerend kan zijn moet het een behoorlijke kennis van zichzelf hebben (zijn rollen, doelen, sterktes en zwaktes) en de mogelijkheid hebben om zijn kennis en praktijk opnieuw te bekijken en erover te reflecteren, om ze te verfijnen of te corrigeren. Dan krijgen we het zich aanpassende team. (Lynne Millward) • Teammotivatie: identiteit en potentie: • De identiteit van een individu wordt beïnvloed door trots te zijn deel uit te maken van het team, zodat zelfbeeld en waardering verbonden zijn met de successen van het team • Potentie: is het collectieve geloof dat het team succesvol kan zijn.
De Psycholoog in het team of To become useful to the system,one needs to know the system • ‘Aanpassingsstoornissen’ • communicatie • Relationele aspecten • Verwachtingen: van wie komt de vraag • Inwerken in het systeem • Staffs, overlegmomenten,… • Deel zijn van het geheel; mensen leren kennen
literatuur • Corner J., The multidisciplinary team – fact or fiction, European Journal of Palliative Care, 10 (2), 10-13 (2003). • Kristeller, J L, Sheedy Zumbrun C, Schilling,R F, ‘I would if I could’: how oncologists and oncology nurses adress spiritual distress in cancer patients, psycho-oncology 8: 451 – 458 (1999) • Millward L.J., Jeffries N., The team survey: a tool for health care team development, 35 (2), 276-287 (2001). • Prins, M., Psychosociale begeleiding van patiënten: samenwerking niet omdat het moet, maar omdat het nuttig is, Onderwijs en gezondheidszorg, 3 (23), 62-67 (1999).