190 likes | 505 Views
Diffusie, osmose en plasmolyse. Diffusie. Diffusie is een passieve vermenging van twee ongelijksoortige vloeistoffen, gassen, of warmte tot een volkomen homogeen mengsel, waarbij een concentratiegradiënt de drijvende kracht is.
E N D
Diffusie • Diffusie is een passieve vermenging van twee ongelijksoortige vloeistoffen, gassen, of warmte tot een volkomen homogeen mengsel, waarbij een concentratiegradiënt de drijvende kracht is. • Simpeler gezegd: De concentratie van een bepaalde stof (in een andere stof) “wil” overal gelijk zijn.
Voorbeelden diffusie • Een druppel kleurstof in water. • Een suikerklontje in een kopje thee. • Een wolkje rook in een lokaal.
Diffusie door een celmembraan Gassen Hydrofobe Moleculen Kleine Polaire Moleculen Grote Polaire Moleculen Geladen Moleculen Ion Aminozuur Benzeen Polair = oplosbaar in water dus Hydrofiel
Nog een keer diffusie! • Een doorlaatbare wand Laag Hoog
Gelijkmatige verspreiding over de beschikbare ruimte. Gelijk Gelijk
Wat beïnvloed de diffusie-snelheid? • Concentratieverschil • Afstand waarover diffusie plaatsvindt • Oppervlakte waarover diffusie plaatsvindt Vb. Ademhaling opname O2 in de longen • Temperatuur • Vaste stof (langzaam), Vloeistof (sneller), Gas (snelst) • Wrijving, een hogere viscositeit (stroperigheid) verlaagt de diffusiesnelheid
Osmose • Osmose is een natuurkundig proces op basis van diffusie waarbij een vloeistof waarin stoffen zijn opgelost stroomt door een zogenaamd halfdoorlatend membraan (een semi-permeabele wand), dat wel de vloeistof doorlaat maar niet de opgeloste stoffen. • Simpeler gezegd: Osmose is diffusie door een halfdoorlaatbare (semi-permeabele) wand
Waar staat M voor? M staat voor Molair en betekent dat de concentratie van de oplossing 1 mol per Liter is. Een mol staat voor een vast aantal moleculen. Namelijk 6,02214 × 1023 deeltjes. 1 mol water = 6,02214 × 1023 moleculen H2O. 1 mol goud = 6,02214 × 1023 moleculen goud. De massa van 1 mol water = 18,016 gram De massa van 1 mol goud = 197,0 gram Zie Binas tabel 99
Dus massa moleculen (m) Aantal mol (n) = massa van 1 mol van deze moleculen (molaire massa M) Molariteit van een oplossing = de concentratie van deze oplossing, dus het aantal mol per liter. Dus wat gebeurde er in het plaatje?
Suiker kan niet door de semi-permeabele membraan maar het water wel! Om de concentraties gelijk te krijgen gaat het water dus naar de plek met de hoogste concentratie. Meer de zak in dan eruit. 2 mol suiker per liter Concen-tratie is gelijk dus wel water-verplaats-ing maar netto geen toe- of afname. 0 mol suiker per liter Concentratie buiten de ‘cel’ hoger dus water gaat de cel uit naar de plek met de hoogste osmotische waarde
Hypotone oplossing Hypertone oplossing Semi-permeabel membraan Isotone oplossing Osmose voorbeeld Hypotoon = Relatief lagere osmotische waarde Isotoon = Gelijke osmotische waarde Hypertoon = Relatief hogere osmotische waarde
Plasmolyse • Plasmolyse is de benaming voor het loslaten van de celmembraan van de celwand. Dit proces kan optreden wanneer bij een cel te veel water uit de cel gaat door osmose.
Maak de oefenopgaven! en n=m/M n