Vraag 1

1. Vraag 1 positie C) positie tijd A) positie tijd D) positie tijd B) tijd Mieke vertrekt na een tijdje op haar kot aan de Naamsepoort en gaat rechtstreeks naar de Grote Markt. Daar gaat ze even op een terrasje zitten en verliest de tijd uit het oog. Daarom loopt ze snel naar de Sint-Michielskerk, waar ze heeft afgesproken met vrienden. Zij is echter niet de enige die te laat is, zodat ze nog even moeten wachten tot al haar vrienden er zijn. Wanneer iedereen gearriveerd is, slenteren ze samen terug naar de Naamsepoort. Welke van onderstaande grafieken beschijft best de beweging van Mieke? GM SM NP positie 1 2 3 4 5 Natuurkunde en inleiding tot de biomechanica

2. positie B) tijd Mieke vertrekt na een tijdje op haar kot aan de Naamsepoort en gaat rechtstreeks naar de Grote Markt. Daar gaat ze even op een terrasje zitten en verliest de tijd uit het oog. Daarom loopt ze snel naar de Sint-Michielskerk, waar ze heeft afgesproken met vrienden. Zij is echter niet de enige die te laat is, zodat ze nog even moeten wachten tot al haar vrienden er zijn. Wanneer iedereen gearriveerd is, slenteren ze samen terug naar de Naamsepoort. Welke van onderstaande grafieken beschijft best de beweging van Mieke? Natuurkunde en inleiding tot de biomechanica

3. Vraag 2 Als je weet dat de gravitatieversnelling op de maan 6 keer kleiner is dan die op de aarde, wat weet je dan over je massa als je op de maan rondloopt? • 6 keer kleiner • 6 keer groter • blijft gelijk Natuurkunde en inleiding tot de biomechanica

4. Als je weet dat de gravitatieversnelling op de maan 6 keer kleiner is dan die op de aarde, wat weet je dan over je massa als je op de maan rondloopt? C) blijft gelijk Je MASSA blijft gelijk, je GEWICHT op de maan zal echter wel 6 keer kleiner worden. MASSA  GEWICHT Natuurkunde en inleiding tot de biomechanica

5. Vraag 3 Een passagier in een auto draagt zijn autogordel niet. De auto maakt een scherpe bocht naar links zonder zijn snelheid te veranderen. De passagier wordt tegen het rechtse portier gedrukt. Wat is de correcte analyse van de situatie? • Voor en na de botsing met het rechtse portier, is er een rechtse • kracht die de passagier tegen de deur duwt. • B) Vanaf het moment van de botsing met de deur, oefent de deur een • linkse kracht uit op de passagier • C) Zowel A) als B) zijn correct • D) Geen van de vorige antwoorden zijn correct Natuurkunde en inleiding tot de biomechanica

6. Een passagier in een auto draagt zijn autogordel niet. De auto maakt een scherpe bocht naar links zonder zijn snelheid te veranderen. De passagier wordt tegen het rechtse portier gedrukt. Wat is de correcte analyse van de situatie? B) Vanaf het moment van de botsing met de deur, oefent de deur een linkse kracht uit op de passagier Eerste wet van Newton (traagheidswet): Een voorwerp heeft de neiging om rechtdoor te bewegen. Wanneer de passagier dit doet, botst hij met de deur omdat deze, als deel van de auto een bocht naar links maakt. Door dit contact met de deur, wordt de passagier verplicht om naar links te bewegen in de bocht. Natuurkunde en inleiding tot de biomechanica

7. Vraag 4 • Stel dat je in een cabrio rijdt en dat je het vouwdak niet meer kan • sluiten. Het zit je echt niet mee vandaag en het begint te regenen. • De regen valt vertikaal naar beneden, jij rijdt perfect horizontaal met • een verwaarloosbare wrijving. Door het water dat in je auto terecht • komt, zal je snelheid • toenemen • afnemen • niet veranderen. Natuurkunde en inleiding tot de biomechanica

8. B) afnemen Verklaring: De horizontale impuls van de auto verandert niet omdat de regen vertikaal naar beneden valt. De massa van je auto neemt toe door de extra massa van het water, dus de snelheid zal afnemen. Stel dat je in een cabrio rijdt en dat je het vouwdak niet meer kan sluiten. Het zit je echt niet mee vandaag en het begint te regenen. De regen valt vertikaal naar beneden, jij rijdt perfect horizontaal met een verwaarloosbare wrijving. Door het water dat in je auto terecht komt, zal je snelheid Natuurkunde en inleiding tot de biomechanica

9. Vraag 5 Met een sleutel probeer je een vastgeroeste schroef los te draaien. Welke van de 4 getoonde mogelijkheden is het meest effectief (de vectoren stellen even grote krachten voor)? Natuurkunde en inleiding tot de biomechanica

10. grootte krachtmoment = opp. parallellogram Met een sleutel probeer je een vastgeroeste schroef los te draaien. Welke van de 4 getoonde mogelijkheden is het meest effectief (de vectoren stellen even grote krachten voor)? Natuurkunde en inleiding tot de biomechanica