420 likes | 656 Views
Taal en cognitie: Optimaliteitstheorie. Henri ëtte de Swart. Taal en cognitie. Taalkunde theorie: representatie van impliciete kennis van de moedertaalspreker (competence) Morfologie, Syntaxis: gericht op ‘harde’ symbolische regels, generatie Algoritme bepaalt welgevormdheid.
E N D
Taal en cognitie: Optimaliteitstheorie Henriëtte de Swart
Taal en cognitie • Taalkunde theorie: representatie van impliciete kennis van de moedertaalspreker (competence) • Morfologie, Syntaxis: gericht op ‘harde’ symbolische regels, generatie • Algoritme bepaalt welgevormdheid. • Creativiteit, oneindige recursie.
Taalvariatie • Taalvariatie: parameters. • Taalverwerving: universele grammatica is aangeboren, kind leert parameter setting van de moedertaal.
Problemen • Parametersetting soms onvoldoende voor taalvariatie: interactie meerdere regels. • Harde regels hebben (vaak) uitzonderingen. • Stricte scheiding systeem (competence) en gebruik (performance): weinig inzicht in processing, pragmatiek, preferenties. • Modulaire structuur vs. parallel processing.
Een alternatief • Optimaliteitstheorie: optimale oplossingen van strijdige regels in natuurlijke taal • Uitspraak van woorden (fonologie) • Zinsbouw (syntaxis) • Optimale interpretatie in contekst (semantiek)
‘Liever lui dan moe’ • Least Effort: Praten kost minder moeite als je een normale, makkelijke uitspraak van een klank kiest in een bepaalde positie. • Spreker
Ontstemd • stemloos: t k f s ch p stemhebbend: d g v z g b • Stemhebbend is ‘speciaal’, ‘moeilijker’, eist actie van de stembanden • Stemloos is ‘normaal’, ‘makkelijker’, vereist geen actie van de stembanden • Ontstemd: Klanken zijn stemloos aan het einde van een woord.
Getrouwheid • Getrouwheid: Een klankonderscheid moet behouden blijven in de uitspraak. • Bijvoorbeeld: Stemhebbende klanken behouden hun stem in de uitspraak. (Stemvast) • Hoorder
Taalvariatie • Verschillen tussen talen ontstaan door verschillend ‘belang’ toegekend aan bepaalde regels. • Nederlands: Ontstemd >> Stemvast • Engels: Stemvast >> Ontstemd • Nederlands kiest op een onderdeel voor een makkelijke uitspraak. Engels kiest op dat punt voor een duidelijke uitspraak.
Basisprincipes • OT beschouwt grammatica als relatie tussen input en output ( neuraal netwerk). • GEN: genereert mogelijke kandidaten voor gegeven input ( activatiepatronen). • Output: optimale kandidaat wint, alle andere kandidaten suboptimaal ( harmonische situatie netwerk). • Gelijktijdige evaluatie van alle regels.
Patroonherkenning • Gezichtsherkenning • Muziek • Herkenning van handgeschreven letters
Handgeschreven letters • Is dit een A of een H? • Vraag niet te beantwoorden zonder contekst
Letters in contekst • Letters in contekst zijn niet ambigu
Patroonherkenning = optimalisatieproces • Een waargenomen patroon wordt opgedeeld in samenstellende kenmerken • Kenmerken wijzen in de richting van bepaalde letters • Kenmerken blokkeren keuze voor een bepaalde letter • Neurale netwerken
Regelgestuurde processen • (Logisch) redeneren • Taal
Patronen versus regels • Optimalisatie in contekst versus Symbolische regels • Is er sprake van volledig gescheiden cognitieve processen? • OT: het verschil is niet zo groot als het lijkt!
Prince en Smolensky (1993) • Taal wordt gestuurd door proces van optimalisatie • Er zijn wel regels, maar die zijn niet hard • Schending van taalregels mag om te voldoen aan een sterkere regel • Grammatica: verzameling potentieel strijdige taalregels. • Talen verschillen in ordening van regels
Parallel met neurale netwerken • OT is geen directe modellering van taal in een neuraal netwerk • ‘harmonisch’ patroon van activatie van netwerk • gespiegeld in ‘harmonische’ uitkomst van combinatie van conflicterende regels.
Optimalisatie van interpretatie • Zes sollicitanten werden uitgenodigd voor een gesprek. Drie werden afgewezen. • Drie welke? • Zes sollicitanten werden aangenomen Drie werden afgewezen. • Drie welke?
Liever anaforisch • DOAP: Do not overlook anaphoric possibilities Mogelijkheden voor een anaforische interpretatie moet je gebruiken • Drie = sollicitanten, niet ‘anderen’
Conflicterende regels • ANTECEDENTREGEL Kies als het antecedent van een incomplete NP de verzameling AB van de voorgaande zin • Zes sollicitanten werden uitgenodigd voor een gesprek. Drie werden afgewezen. • Drie = drie van de sollicitanten die werden uitgenodigd voor een gesprek
Gezond verstandregel • Zes sollicitanten werden aangenomen. Drie werden afgewezen. • Drie drie van de sollicitanten die werden aangenomen. • GEZOND VERSTANDREGEL Vermijd tegenstrijdigheden • Drie = drie andere sollicitanten
Anafora resolutie • Als ik met een dokter praat, is de dokter het vaak met hem oneens. • Wie is hem? • Als ik met een dokter praat, is de dokter het vaak met zichzelf oneens. • Wie is zichzelf?
hem versus zichzelf • Reflexieve en niet-reflexieve pronomina • PRINCIPE B Als twee argumenten van dezelfde semantische relatie niet zijn gemarkeerd als identiek, interpreteer ze dan als verschillend.
Consekwenties Taalverwerving • Twee klassen constraints: • Markedness: vermijd structuur (‘liever lui dan moe’). b.v. ONTSTEMD • Faithfulness: respecteer input (‘getrouwheid) b.v. STEMVAST
Verschil begrip/productie /trein/ trein /tijn/ tijn • Volwassenentaal faithfulness > markedness • Kindertaal markedness > faithfulness /trein/ tein /tijn/ tijn
Reflexieven en pronomina • Productie: 100% goed (v.a. 3 jaar) • Begrip: reflexieven 100% goed (v.a. 3 jaar), pronomina coreferentie OK tot 6,6 jaar. Waarom? • Berti zag zichzelfi/*k. • Berti zag hem*i/k. (volwassentaal) • Berti zag hemi/k. (kindertaal)
Bi-directionele OT • Hendriks & Spenader (2004): Interpretatieproces van volwassenen houdt rekening met mogelijke alternatieve vormen (= bi-directionaliteit). • kinderen optimaliseren productie en interpretatie eerst nog ‘apart’. • Coreferentie interpretatie: consekwentie van late verwerving van bi-directionaliteit.
Twee constraints • Principe A: een reflexief moet ‘locaal’ worden gebonden. • Referentiële Economie: vermijd R-expressies >> vermijd pronomina >> vermijd reflexieven.
Coreferentie betekenis • Voorkeur voor productie reflexief
Niet co-referentie betekenis • Voorkeur voor productie pronomen
Reflexieve vorm • Voorkeur voor co-referentie interpretatie
Pronomen vorm • Geen voorkeur voor interpretatie!
Verwerving • Kinderen beginnen met uni-directionele optimalisering. • Bi-directionele optimalisering is leerproces.
Voorspelling • Voorspeld: contrasten in andere domeinen vorm/betekenis afweging. • B.v. Interpretatie van indefinieten in subject/object positie (de Hoop & Krämer 2004). • Interpretatie van implicaturen (Hendriks et al. 2005).
Conflicten in Interpretatie NWO cognitie projectUtrecht, Groningen, Nijmegen
Een goed verstaander.. • Bent u een goed verstaander? • Is de computer een goed verstaander? • Hoe wordt uw kind een goed verstaander? • 2006: tentoonstelling in Universiteitsmuseum.