Het (vroege) Cynisme.

1. Het (vroege) Cynisme. Het cynisme van Antisthenes en Diogenes, 4e eeuw v. Chr.

2. Wat staat er in het handboek (blz. 138) • Cynici (honden, levend als honden) • Keerden zich tegen bestaande maatschappij. • “Wie alles kan missen is het gelukkigst.” (zelfgenoegzaamheid) • Twijfel aan verstandelijke opleiding. • Meest deugdzame mens is tevens beste koning. • De cynici trokken als bedelaars rond langs de Griekse steden en hielden moralistische preken.

3. Mijn onderzoeks doel • Klopt deze beknopte beschrijving, of is een andere interpretatie mogelijk. • Ik kijk naar: Wie waren de cynici, hoe was hun houding ten opzichte van “het leven”, en in welke context ontstond hun leer. • Waren zij werkelijk zo “anti” of past het in de hellenistische traditie.

4. “Weetjes” • Antisthenes (446 - 366 v. Chr.) • - Retorische opleiding (Gorgias) • - Leerling Socrates. • Diogenes van Sinope (404 - 322 v. Chr.) • - Balling (valsmunterij) • - Leerling van Antisthenes.

5. Citaten / anekdoten Antisthenes • 1. "Ik zou liever gek zijn dan genieten" (Antisthenes) • 2. "Het hoogste geluk is gelukkig sterven " • 3. Volksstemming, ezels paarden => “Maar bij jullie kunnen mensen strateeg worden zonder ook maar iets geleerd te hebben, alleen maar door handopsteken van de volksvertegenwoordigers.”

6. Vervolg Antisthenes • 4. ”Deugd”: • kan onderwezen worden, • is voldoende om mensen echt gelukkig te maken, • heeft aan niets gebrek behalve aan de kracht van Socrates. • een zaak van daden en heeft geen behoefte aan een massa woorden en geleerdheid. • De wijze heeft niemand nodig dan zichzelf • 5. “ Voor de wijze is niets vreemd of onuitvoerbaar. Een goed man verdient het te worden bemind. Deugd is voor man en vrouw gelijk. Inzicht is het veiligste bolwerk. Men moet zulke bolwerken optrekken met eigen onneembare redeneringen.

7. Citaten / Anekdoten Diogenes • 1. Hij was erg bedreven in het bespotten van anderen. • 2. Diogenes vond wanneer hij kapiteins, artsen en filosofen zag de mens het intelligentste wezen, maar als hij droomuitleggers en waarzeggers zag en mensen die hen geloofden, het domste. • 3. “Musici stemmen de snaren van hun lier, terwijl ze de gesteldheid van hun eigen zielen in disharmonie laten.” • 4. Alexander de Grote wilde de cynicus ontmoetten. Toen hij aan hem verscheen mocht Diogenes wensen wat hij wilde, hij zou het krijgen. Diogenes die zat te zonnen zei: “Ga eens een beetje opzij, je staat in de zon.”

8. Vervolg Diogenes • 5. Hij volgde het voorbeeld van de koormeester. • 6. Alle dingen behoren aan de goden toe; de wijzen zijn de vrienden van de goden, en vrienden hebben alles gemeenschappelijk; dus zijn alle dingen eigendom van de wijzen. • 7. het is belachelijke als Agesilaus en Epaminondas in de modder zouden voortleven, maar een stel nietsnutten op de Eilanden der Gelukzaligen zouden verblijven omdat ze zijn ingewijd • 8. je vraagt niet om geschilderde vijgen, maar om echte, en toch wil je de ware levensoefening veronachtzamen en je richt naar geschreven regels.

9. Vervolg (2) Diogenes • 9. Tegen de stroom in. • 10. Over de wet en de staat zei hij: zonder een wet kan de staat niet bestaan; zonder een staat heeft beschaving geen zin; een staat is een instelling van beschaving. De enige juiste staat is de kosmos..

10. Vervolg (3) Diogenes • 11. Hij vond dat vrouwen gemeenschappelijk eigendom moesten zijn; een man leeft met een vrouw samen als hij haar heeft overgehaald en zij heeft laten overhalen. • 12. De mens kan gelukkig leven door in overeenstemming met de natuur te zijn • 13. Hij gaf vaak te kennen dat de goden de mensen een gemakkelijk leven hadden gegeven, maar dat die mogelijkheid verloren was gegaan, doordat mensen allerlei luxe gingen zoeken.

11. Fundament • Geluk is leven in overeenstemming met de natuur. • Geluk is door iedereen te bereiken, die bereid is zich te wijden aan fysieke en mentale training. • De essentie van geluk is zich zelf genoeg zijn, wat betekent dat een mens gelukkig kan leven onder iedere omstandigheid. • Zelfgenoegzaamheid is gelijk aan een deugdzame mentaliteit. • De gelukkige mens, is de enige die wijs, heerlijk en vrij is. • Zaken die cultureel bepaald noodzakelijk lijken, als welvaart, roem en politieke macht hebben geen waarde in de natuur. • Primaire belemmeringen voor geluk zijn de incorrecte beoordeling van waarden, het agressieve karakter van krachten die deze foutieve beoordeling oproepen, en emotionele belemmering

12. Achtergronden • Polis in verval. • Opkomst Macedonië. • mentaliteitsverandering, kritiek op maatschappij. • Onderzoek naar het fundament: filosofie • De Fortuna cultus. • De veroordeling van Socrates. (Antisthenes) • De ballingschap van Diogenes.

13. Mijn Conclusies: • Bouwt vooral op Socrates. • Het waren echte redenaars. • Spiegelfunctie van maatschappij. • Context gerelateerd. • Uniek in uiting. • Invloedrijk.

14. Kanttekeningen • Vrij zijn van iedere afhankelijkheid was het primaire doel; men leefde van wat men kreeg van anderen. • Wetenschap, schrijven zag men als onzin, terwijl zowel Diogenes als Antisthenes tal van boeken hebben nagelaten.

15. Einde !