290 likes | 482 Views
JONGENS TOCH… Schoolbeleving bij jongens en meisjes in het secundair onderwijs Toelichting van het onderzoek. Els Consuegra Marian De Groof Elke Govaerts Ellen Huyge Ankelien Kindekens Sofie Lietaert Wendelien Vantieghem.
E N D
JONGENS TOCH… Schoolbeleving bij jongens en meisjes in het secundair onderwijs Toelichting van het onderzoek Els Consuegra Marian De Groof Elke Govaerts Ellen Huyge Ankelien Kindekens Sofie Lietaert Wendelien Vantieghem Onderwijzen in het bed van Procrustes – Studiedag 13/12/2013 – Dr. Dimitri Van Maele
OVERZICHT • Achtergrond van het project Waarom? • Perspectieven binnen het project Wat is onze focus? • Methodologie van het project Wat is onze aanpak? • Tussentijdse resultaten van het project Wat weten we al?
Achtergrond jongens vs. meisjes Bron: Voorpublicatie Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs - schooljaar 2012-2013
Achtergrond jongens vs. meisjes Bron: Voorpublicatie Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs - schooljaar 2012-2013
Achtergrond jongens vs. meisjes Bron: Voorpublicatie Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs - schooljaar 2012-2013
Achtergrond jongens vs. meisjes Bron: Voorpublicatie Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs - schooljaar 2012-2013
Achtergrond Secundair Onderwijs The Boys’ Problem? Onderwijs/Scholen Leerlingen?
Onderzoeksperspectieven • (Gender-) identiteit van leerlingen • Macho-attitudes en -cultuur • Leerkracht-leerling relaties/interacties • Leerlingenbetrokkenheid en -welbevinden • Zelfregulerend leren
Onderzoeksmethodologie • Grootschalig onderzoeksluik: longitudinaal surveyonderzoek • Scholen: 59 deelnemende vestigingen met eerste graad secundair onderwijs (provincies, urbaan vs. ruraal, officiële vs. vrije onderwijs) • Leerlingen (start 1ste jaar): 6380 ingevulde enquêtes bij eerste meting • Leerkrachten (1ste graad): 1247 ingevulde enquêtes bij eerste meting (responsgraad: 69,5%) • Ouders: > 5000 ingevulde enquêtes
Onderzoeksmethodologie • Interventie-onderzoeken: • Identiteit en identiteitsontwikkeling • 3 interventiescholen en 3 controlescholen • Coachingstraject, interviews met leerlingen en leerkrachten • Klassikale leerkracht-leerling interacties • 3 interventiescholen en 3 controlescholen • Coachingstraject, lesopnames, video-gestimuleerde leerkrachtinterviews
Onderzoeksmethodologie • Interventie-onderzoeken: • Betrokkenheid en welbevinden in relatie tot leerkrachtaanpak • 5 interventiescholen en 3 controlescholen • Coachingstraject, klasobservaties, leerlingvolgsysteem • Zelfregulerend leren via artistieke werkvormen • 3 interventiescholen (Brussel, Gent, Antwerpen) • Sturingsgroepen en krijtlijnen voor implementatie artistiek-educatief project ter bevordering van motivatie/welbevinden/betrokkenheid
Onderzoeksfases Jan. 2012 Contactname scholen – opstellen vragenlijsten – voorbereiding interventieonderzoek Sept. 2012 Bevraging 1: leerlingen, ouders, leerkrachten en directie Nov. 2012 Interventie 1 (fine tuning) April 2013 Bevraging 2: leerlingen en leerkrachten Juni 2013 Nov. 2013 Interventie 2 April 2014 Bevraging 3: leerlingen, leerkrachten en directie Juni 2014 April 2014 Bevraging 4: leerlingen, leerkrachten en directie 2 Juni 2015
Onderzoeksbevindingen Nederlands
Onderzoeksbevindingen Wiskunde
Onderzoeksbevindingen Schoolverbondenheid Schaal: 3 items; betrouwbaarheid (α=.84)Voorbeelditems: - Ik voel me gelukkig en veilig op deze school.- Over het algemeen voel ik me als een echt deel van deze school.
Onderzoeksbevindingen Schoolse zinloosheid Schaal: 5 items; betrouwbaarheid (α=.76)Voorbeelditems: - Leerlingen zoals ik hebben geen geluk op school.- Hard werken op school heeft geen zin, een goede job is toch niet voor mensen zoals ik.
Onderzoeksbevindingen Schoolse doeltreffendheidsbeleving Schaal: 8 items; betrouwbaarheid (α=.84)Voorbeelditems: - Hoe goed ben jij in studeren terwijl er andere interessante dingen te doen zijn?- Hoe goed ben jij in je huiswerk op tijd afwerken?
Onderzoeksbevindingen Intrinsieke studiemotivatie Schaal: 8 items; betrouwbaarheid (α=.89)Voorbeelditems: - Ik ben gemotiveerd om te studeren omdat ik nieuwe dingen wil bijleren. - Ik ben gemotiveerd om te studeren omdat ik dit een belangrijk levensdoel vind.
Onderzoeksbevindingen Gelijke behandeling door leraren Schaal: 6 items; betrouwbaarheid (α=.87)Voorbeelditems: - Ik krijg evenveel hulp van de leerkrachten als andere leerlingen. - Ik word hetzelfde behandeld als andere leerlingen in de klas.
Onderzoeksbevindingen Zelfregulerende vaardigheden Schaal: 6 items; betrouwbaarheid (α=.74)Voorbeelditems: - Ik ondervraag mezelf zodat ik er zeker van ben dat ik de leerstof echt ken. - Voor ik begin met studeren, denk ik eerst na over wat ik allemaal moet doen.
Onderzoeksbevindingen Voorspellende rol genderidentiteit? Schoolse doeltreffendheidsbeleving Gender typicaliteit • Gender-atypische leerlingen (jongens en meisjes) scoren slechter qua schoolse doeltreffendheidsbeleving dan leerlingen die zichzelf als gendertypisch beschouwen • Gendertypicaliteit speelt een rol in de perceptie van de eigen schoolse doeltreffendheid
Onderzoeksbevindingen Voorspellende rol genderidentiteit? Presentatie van gestandaardiseerde regressie coëfficiënten; Controle voor: SES-achtergrond, Leeftijd, Stroom, Score toets begrijpend lezen, Score wiskundetoets; etnische minderheidspositie; *p ≤ .05; **p ≤ .01; ***p ≤ .001 Gendertypicaliteit: 6 items; betrouwbaarheid (α=.77)Voorbeelditem: Ik heb het gevoel te zijn zoals alle andere jongens/meisjes van mijn leeftijd.Welbevinden: 12 items; betrouwbaarheid (α=.81)Voorbeelditem: Ik voelde me de laatste 30 dagen nooit/zelden/soms/vaak/heel vaak vrolijk. Een lager welbevinden van gender-atypische leerlingen (jongens en meisjes) draagt bij tot een lagere schoolse doeltreffendheidsbeleving
Onderzoeksbevindingen Voorspellende rol identiteitsstijl? Presentatie van gestandaardiseerde regressie coëfficiënten; Controle voor: SES-achtergrond, Etnische minderheidspositie, Leeftijd, Stroom, Score toets begrijpend lezen, Score wiskundetoets (VIF-factoren < 1.80); *p ≤ .05; **p ≤ .01; ***p ≤ .001 Informatieve identiteitsstijl: 12 items; betrouwbaarheid (α=.69)Voorbeelditem: Wanneer ik een grote beslissing moet nemen, wil ik er zoveel mogelijk over weten.Diffuse identiteitsstijl: 6 items; betrouwbaarheid (α=.64)Voorbeelditem: Ik probeer zo lang als ik kan niet na te denken over problemen. Een informatieve identiteitsstijl draagt bij tot een hogere mate van schoolse doeltreffendheidsbeleving en intrinsieke studiemotivatie (jongens en meisjes)
Onderzoeksbevindingen Voorspellende rol traditionele genderrolvisie? Schoolverbondenheid Schaal: 15 items; betrouwbaarheid (α=.80)Voorbeelditems: - Het stoort me als een jongen zich gedraagt als een meisje. - Het is normaal dat meisjes meer aandacht besteden aan hun uiterlijk dan jongens. Traditionele genderrolvisie Traditioneel denkende leerlingen (jongens en meisjes) voelen zich minder verbonden met hun school dan meer progressief denkende leerlingen
Onderzoeksbevindingen Voorspellende rol van genderrolvisie en -cultuur? Presentatie van gestandaardiseerde regressie coëfficiënten o.b.v. multilevel-analyse.; Controle voor: SES-achtergrond, Etnische minderheidspositie, Schoolachterstand, Gendercompositie, SES-compositie, Etnische compositie, Onderwijsnet en Schooltype;*p ≤ 0.05; **p ≤ 0.01; ***p ≤ 0.001 Traditionele genderrolcultuur: individuele items geaggregeerd op schoolniveau (ICC-2: BMS-WMS/BMS=0.92) • Naast individuele leerlingen, verschillen ook leerlingenpopulaties qua traditionele genderrolvisie Genderrolcultuur verschilt van school tot school • Een traditionele genderrolcultuur heeft een grotere negatieve invloed op de schoolverbondenheid van leerlingen dan de genderrolvisie van individuele leerlingen
Onderzoeksbevindingen Waar vind je traditionele genderrolculturen? Presentatie van gestandaardiseerde regressie coëfficienten; VIF-factoren < 1.60 ; *p ≤ 0.05; **p ≤ 0.01; ***p ≤ 0.001 Compositievariabelen: berekend op basis van achtergrondkenmerken van deelnemende leerlingen 1ste jaar secundair onderwijs • Hoe meer jongens, hoe groter de kans op een traditionele genderrolcultuur • Hoe meer socio-economisch kansarme leerlingen, hoe groter de kans op een traditionele genderrolcultuur • De aanwezigheid van leerlingen uit etnische minderheidsgroepen heeft geen invloed op de genderrolcultuur indien rekening gehouden wordt met geslachts- en socio-economische leerlingencompositie
Onderzoeksbevindingen Gender-blindheid van leerkrachten ALGEMEEN Edward: 'Als je jongens bij elkaar zet, gaan ze praten. Als je meisjes bij elkaar zet, gaan ze precies hetzelfde doen.' SPECIFIEK Edward: “Jordan en Kenny praten hier weer over van alles en nog wat.” [...] “Kyle is iemand die graag rapt en met beatboxen bezig is en zo'n dingen. Hij maakt vaak geluiden in de les. Dan zeg ik: alsjeblieft stop ermee.” [...] “Ik weet niet of je het hier ziet wanneer Sean binnenkomt. (...) Hij krijgt er een opmerking over, je kan het niet zien op de opname, maar ik toon hem de rode kaart. Hij weet het ... wanneer hij binnenkwam maakte hij teveel lawaai.” • Leerkrachten hebben meer negatieve interacties met jongens dan met meisjes • Leerkrachten zijn zich weinig bewust van hun gedifferentieerde interactiepatronen met jongens en meisjes • Confrontatie met lesopnames vergroot het bewustzijn bij leerkrachten van hun gendergedifferentieerd handelen
Onderzoeksbevindingen Voorspellende rol leerkrachtaanpak Presentatie van gestandaardiseerde regressie coëfficienten ; Controle voor SES-achtergrond, aangeboden structuur en affectieve ondersteuning in de leerkrachtaanpak; *p ≤ .05; **p ≤ .01; ***p ≤ .001 Gedragsmatige klasbetrokkenheid: 7 items; betrouwbaarheid (α=.88)Voorbeelditem: Ik aanvaard verantwoordelijkheid voor een taak die de leerkracht Nederlands me geeft Autonomieondersteuning: 6 items; betrouwbaarheid (α=.83)Voorbeelditem: Mijn leerkracht Nederlands luistert naar mijn ideeën. • Meisjes rapporteren meer gedragsmatige betrokkenheid in het vak Nederlands dan jongens • Leerkrachten Nederlands waarbij leerlingen autonomie percipiëren in de aanpak versterken de klasbetrokkenheid van jongens en meisjes • Autonomie heeft een iets sterkere invloed op de klasbetrokkenheid voor het vak Nederlands bij jongens dan bij meisjes
Ter afronding • Jongens en meisjes verschillen in schoolbeleving • Inter- én intrasekse variatie • Aandacht voor (gender-)identiteit, macho-attitudes/cultuur, klassikale interacties en leerkrachtaanpak kunnen bijdragen tot reductie genderkloof • Klaspraktijk en schoolbeleid • Praktische toelichting bij de workshops