1 / 29

Leiderschap

Leiderschap. Planner.  Les 22 / 23  2-11-2011 / 4-11-2011  5.1 Omspanningsvermogen 5.2 Theorie X en theorie Y 5.3 Leiderschapsstijlen 5.4 Managerial Grid 5.5 Managementmethoden  leren theorie en maken wb 5.1 tm 5.12. 5.1 Leiderschap. Leider

svein
Download Presentation

Leiderschap

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Leiderschap

  2. Planner  Les 22 / 23  2-11-2011 / 4-11-2011  5.1 Omspanningsvermogen 5.2 Theorie X en theorie Y 5.3 Leiderschapsstijlen 5.4 ManagerialGrid 5.5 Managementmethoden  leren theorie en maken wb 5.1 tm 5.12

  3. 5.1 Leiderschap • Leider • Iemand die in staat is invloed op anderen uit te oefenen en die de bevoegdheden van een manager heeft • Idealiter zijn alle managers leiders • Niet alle leiders zijn ook effectieve managers • Leiderschap • Het beïnvloeden van anderen om bepaalde doelen te behalen

  4. Managementlagen Topmanagement Hoger management Middenmanagement Lager management Niet-leidinggevend personeel

  5. Spanwijdte en Omspanningsvermogen • Spanwijdte = aantal ondergeschikten aan wie direct leiding wordt gegeven (feitelijke situatie / span of control) • Omspanningsvermogen = aantal medewerkers aan wie een chef doelmatig leiding kan geven • Ideaalplaatje: Spanwijdte = omspanningsvermogen

  6. Effectiviteit van leiderschap afhankelijk van: • Persoon van de leider • Kennis, ervaring en motivatie van medewerkers • De situatie (moeilijkheidsgraad, routine of niet?)

  7. Platte structuur In een platte structuur heb je minder leidinggevenden, snellere communicatielijnen, maar…. een grotere spanwijdte van een leidinggevende.

  8. Steile structuur In een steile structuur: meer niveaus, langzamere beslissingsprocedures.

  9. Orders worden geaccepteerd als ze: • Worden begrepen • Niet strijdig zijn met het bedrijfsdoel • Niet strijdig zijn met het persoonlijk doel • Ze door de persoon kunnen worden uitgevoerd (fysiek en mentaal)

  10. 5.2 Theorie X en Theorie Yvan McGregor • TheorieX • personeel • houdtniet van werken • moetwordengedreigd met straffen • ontwijktverantwoordelijkheid • zoektformeleleiding • verlangtzekerheid • heeftweinigambitie • Theorie Y • personeel • zietwerkalsietsnatuurlijks • zelfleidend • oefentzelfsturing • aanvaardtverantwoordelijkheid • verlangtverantwoordelijkheid • is creatief

  11. TheorieX • Manager ziet werknemers als lui. • Ze moeten gedwongen worden om te werken. • Ze moeten dus nauw gecontroleerd worden • Er is een hiërarchische structuur nodig • Werknemers hebben weinig ambitie • De manager vermoed dat de enige reden waarom een werknemer werkt, het loon is. Het resultaat is dat managers een autoritaire stijl aannemen en dat motivatie wordt bekomen via bestraffing, beloning en strikte controle.

  12. Theorie Y • Het tegengestelde mensbeeld (binnen een organisatie) noemde McGregor theorie Y. • Bij deze theorie gaat men ervan uit dat mensen van nature graag werken, zichzelf onder controle kunnen houden en creatief zijn. Motivatie wordt in deze situatie bekomen via betrokkenheid en inspraak De leider zal…

  13. 5.3 Leiderschapsstijlen • Autocratisch • Leider – “alleenheerser” – schrijft voor • Taakgericht • Democratisch • Het betrekken van werknemers in het beslissingsproces; mensgericht • Het gebruiken van feedback om werknemers te begeleiden; ruimte voor creativiteit en innovatie • Laissez-faire • Volledige vrijheid voor werknemers • Delegeren van taken en leiding is eerder passief

  14. 5.3 Leiderschapsstijlen • Ondersteunend • Werkklimaat en welbevinden centraal • Gericht op teamgeest (met gevaar dat taken en doelstellingen verwateren) • Participeren • De leider en ondergeschikten hebben een even groot aandeel in de besluitvorming; de voornaamste rol van de leider bestaat uit ondersteunen en communiceren • Voorwaarden: positieve houding allen, door iedereen gedragen, voldoende kennis en vaardigheiden vereist! • Zowel welzijn werker als kwaliteit/kwantiteit werk

  15. M-theorie & L-stijlen • Klassieke theorie / Scientific management… • Human Relations… • Contingentiebenadering? • Autocratisch – Laissez-faire • Democratisch – Ondersteunend – participerend • Flexibel: de situatie bepaald wat nodig is…

  16. 5.4 ManagerialGridvan Blake en Mouton Leiderschapsmatrix in een assenstelstel: • x-as taakgericht • y-as sociaal gericht

  17. Leiderschapsmatrix

  18. 5 leiderschapsstijlen (1) 1.1 Verschraald leiderschap: geen aandacht voor resultaat of mensen (alleen voor zichzelf) 1.9 Relatiegericht leiderschap: aandacht voor mensen maar het werk schiet er bij in

  19. 5 leiderschapsstijlen (2) 9.1 Autoritair leiderschap: doel is alles, mensen zijn niet belangrijk, leider gaat over lijken 5.5 Middle of the road manager: alles komt aan bod (en niets helemaal) 9.9 Teamgericht leiderschap: zowel mensen als taak komen aan de orde (integratiegericht)

  20. De zendeling De compromissenzoeker De autocraat (eigenmachtig heerser) De deserteur De doelmatige leider Types leiderschap in de matrix? • 1.9 • 5.5 • 9.1 • 1.1 • 9.9

  21. 5.5 Managementmethoden • De methoden waarop managers al hun taken – niet alleen leiding geven (maar ook…) – vervullen worden ook wel genoemd“management-by-technieken” • Een uitzondering is het integraal management, waarbij management verantwoordelijk is voor alle beleidsaspecten, waarmee “kokervisie” (richten op één aspect) voorkomen wordt en er veel gebruik is van stafdiensten.

  22. ‘Management by’-technieken (1) • Management byDelegation (MBD) • Hierbij delegeert de manager werk (met bevoegdheden en verantwoordelijkheden) aan medewerkers, die deskundig en gemotiveerd zijn. • Management byDirection and Control (MBDC) • Dit is een autoritaire stijl van leidinggeven, waarbij de manager alles zelf beslist en zijn medewerkers scherp controleert. • Management byObjectives (MBO) • Manager en medewerker stellen vooraf de doelen vast die de medewerker in een bepaalde periode moet bereiken. Vaak gebeurt dat in de vorm van een contract (contractmanagement). • De manager stuurt op de realisatie van de doelstellingen (output); de medewerker is resultaatverantwoordelijk.

  23. ‘Management by’-technieken (2) • Management byException (MBE) • Hierbij krijgt een medewerker veel vrijheid, alleen grote afwijkingen van de planning (exceptions) moet hij aan zijn manager rapporteren. • Management byWalkingAround (MBWA) • De (top)manager stuurt zijn organisatie voor een belangrijk deel aan door een bepaalde bedrijfscultuur te stimuleren. Hij stelt zich (door walkingaround) persoonlijk op de hoogte of managers en medewerkers de bedrijfscultuur adopteren.

  24. Delegeren • Delegeren behelst overdracht van taken • Voor het delegeren van taken moet aan volgende voorwaarden voldaan worden: • Voldoende deskundigheid uitvoerder • Voldoende tijd/middelen uitvoerder • Voldoende duidelijke opdracht • Acceptatie door uitvoerder • Twee vormen • Incidenteel: tijdelijk • Structureel: permanent, blijvend

  25. Voorbeeld SE-vraag • Waar is er sprake van inspraak?

  26. Vallen SE-resultaten tegen?

  27. Vragen?

  28. http://123management.nl/index.html • http://www.gp-training.net/training/leadership/results.htm

More Related