160 likes | 322 Views
Sturen en bijsturen van handelingen. Programmeren en Feedback. Programmeren van een handeling. Probleem van de vrijheidsgraden: oplossing 1 = centrale sturing hiërarchisch model Open-lus model = programma staat centraal Omvat specificaties voor elke dF Definitie.
E N D
Sturen en bijsturen van handelingen Programmeren en Feedback
Programmeren van een handeling • Probleem van de vrijheidsgraden: oplossing 1 = centrale sturing hiërarchisch model • Open-lus model = programma staat centraal • Omvat specificaties voor elke dF • Definitie
IT-modellen: algemene kenmerken Doel Perceptueel mechanisme (input) Beslissingsmechanisme (executive) Effectormechanisme Actie (vaatwas, programmeren video)
Operationele timing (Tyldesley & Whiting, 1975) • (voorbijgestreefd model) • Extreem model op continuüm (tate, baseball,…) • Planning op voorhand • Variabele: starttijdstip • = reductie van complexiteit v/d controle
Gegeneraliseerd Motorisch Programma (GMP) (1) • 1 handeling = 1 programma leidt tot: • Capaciteitsprobleem • Nieuwheidsprobleem • GMP voor klasse van handelingen • Invariante kenmerken (geheugen) • Taakspecifieke parameters -grammofoon: a. ritme b. snelheid / volume
Gegeneraliseerd Motorisch Programma (GMP) (2) • Invariante kenmerken GMP: • (Zelfde spiergroepen) • Zelfde volgorde • Zelfde relatieve timing (vb. handouts) • Zelfde relatieve krachtinzet (cfr. concept ‘hond’) • Parameters: 1. Snelheid 2. Kracht …
Gegeneraliseerd Motorisch Programma (GMP) (3) • Oproepschema: • Responsspecificaties, nodig voor aanpassing aan specifieke situatie • Op basis van vroegere acties • Herkenningsschema: • Te verwachten sensorische consequenties • Op basis van vroegere acties
Schmidt’s open lus model IC Doel VRS OS VR HS VSS RS SS Motorisch programma • = eigenlijk hybride theorie • Kritiek?
Programma: pro en contra (1) • Theoretisch • Experimenteel: 1. Complexere beweging = langere RT
Programma: pro en contra (2) 2. Blokkage lidmaat -EMG-patroon gelijkaardig (p. 51) -beperkt in tijd 3. Deafferentiatie-experimenten -normaal gedrag mogelijk -niet optimaal
Bijsturen van een handeling (1) Input Vergelijkingsmechanisme Beslissingsmechanisme Effectormechanisme Feedback Actie
Adams’ gesloten lus model (2) • Geheugenspoor – Perceptueel spoor • Pro’s • Langdurige taken (thermostaat) • Elke taak apart programma • Contra’s • Opslagprobleem • Nieuwheidsprobleem • Korte bewegingen???? • Praktijkrelevantie
Reflexmatige bijsturing • Onverwacht toevoegen van belasting • EMG & verticale verplaatsing i/d tijd M1 M2 (M3) Conceptueel model (p. 60) / pro - contra
Visuele input voor bijsturing (1) 2 Verschillende systemen, met verschillende vorm (corticaal traject) en functie Central visueel veld: identificatie/reflectie -traag (min 200 ms) -bewust -via ventrale baan -statische info Perifeer visueel veld: beweging/on-line controle -snel (v.a. 80 ms) -onbewust -via dorsale baan -gevoelig voor beweging
Visuele input voor bijsturing (1)(Ungerleider & Mishkin, 1982; Milner & Goodale, 1995) DORSAL STREAM: 1. WHERE? 2.ACTION Parietal region VISUAL CORTEX VENTRAL STREAM: 1. WHAT? 2.PERCEPTION Infero-temporal cortex