270 likes | 421 Views
ARBEIDSRECHT. Mr. Eppo van Koldam. Goed werkgeverschap en goed werknemerschap. Algemene bepaling overeenkomsten Artikel 6:248, lid 1 BW
E N D
ARBEIDSRECHT Mr. Eppo van Koldam
Goed werkgeverschap en goed werknemerschap Algemene bepaling overeenkomsten Artikel 6:248, lid 1 BW Een overeenkomst heeft niet alleen de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen, maar ook die welke, naar de aard van de overeenkomst, uit de wet, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien. Toespitsing op arbeidsovereenkomst Artikel 7:611 BW De werkgever en de werknemer zijn verplicht zich als een goed werkgever en een goed werknemer te gedragen.
Concretisering art. 7:611 in de jurisprudentie Wat is jurisprudentie. Welke instanties? Rechtsbron? Ander werk Recht op tewerkstelling Gedeeltelijk werken na arbeidsongeschiktheid
Ander werk 1 Kan de werkgever ander werk opdragen en moet de werknemer dat accepteren? Uitgangspunt is inhoud gesloten arbeidsovereenkomst Als overeenkomst niet duidelijk is of als nieuw werk buiten de afspraken valt: toepassing art. 7:611 BW Contractuele en institutionele theorie
Ander werk 2 • Contractuele theorie: gemaakte afspraken zijn leidend => werknemer mag opdracht ander werk weigeren • Institutionele theorie: benadering onderneming als werkgemeenschap is leidend => werknemer moet zich flexibel opstellen (employability) • Overleg vereist + gewenningsperiode • HR 26 juni 1998, JAR 1998-199, Van der Lely/Taxi Hofman • Voorstel werkgever moet redelijk zijn en werknemer moet in redelijkheid niet kunnen weigeren
Recht op tewerkstelling Niet werken en wel loon ontvangen lijkt een wens-droom. Thuiszitten kan echter ook een nachtmerrie zijn. Door niet te werken kan men vaardigheden verliezen. Waarde op de arbeidsmarkt zal dalen. Hoge Raad erkent geen algemeen recht op tewerkstelling Lagere rechters gaan wel uit van noodzaak deugdelijke rechtvaardiging niet-tewerkstelling Afdwingen wedertewerkstelling via procedure in Kort Geding
Gedeeltelijk werken na arbeidsongeschiktheid Na twee jaar ziekte komt een werknemer in de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). WIA kent mogelijkheid gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Kan werknemer nu weer gedeeltelijk aan het werk? Ja, oordeelt HR = eis 7:611 BW Werkgever moet bewijzen dat passend werk niet mogelijk is Arbeidsongeschiktheid door het werk ontstaan of niet
Vragen Jan Schoorl werkt al jaren in Beton- en IJzerfabriek Betij bv aan de draaibank op de afdeling IJzer. Hij heeft het daar prima naar zijn zin. Ook op 21 maart 2001 staat hij (zoals gebruikelijk) fluitend achter zijn draaibank te werken, ondertussen grappen makend met zijn collega's. Zijn chef - Fred Pais - zit die ochtend met een probleem. Ten gevolge van een niet onbelangrijke opdracht bij de afdeling Beton, is hem gevraagd een ervaren werknemer van de afdeling IJzer voor twee maanden naar de andere afdeling over te plaatsen. Fred vindt dat Jan Schoorl de aangewezen figuur is, maar weet ook dat Jan niet erg flexibel is. Om twaalf uur trekt Fred Pais de stoute schoenen aan. 'Jan', deelt hij bij Jans draaibank mee, 'vanaf vanmiddag moet je voor twee maanden op de afdeling Beton werken. Ze hebben je nodig voor een belangrijke klus.' Jan ontploft terstond. 'Had je gedacht', gromt hij, 'ik heb het hier prima naar m'n zin. Ik blijf hier. Trouwens, ik ben als draaibankwerker aangenomen en voor niets anders. Je kiest maar iemand anders.' Na de lunchpauze gaat Jan gewoon door met zijn werk aan de draaibank. Om half twee 's middags wendt Pais zich tot u, werkzaam op de afdeling Personeelszaken. Mag Jan weigeren het werk op de afdeling Beton te verrichten? Op welke juridisch verantwoorde weg wijst u Fred Pais om Jan Schoorl overgeplaatst te krijgen naar de afdeling Beton? Welke juridische stappen zal Jan Schoorl vermoedelijk nemen als hij op staande voet wordt ontslagen wegens werkweigering?
Vragen Jos van Erp is werkzaam als assistent-inkoper in uw onderneming. U hebt redelijk spijt van het feit, dat u hem indertijd hebt aangenomen, omdat Jos een enthousiast beoefenaar is van het kickboksen. Die sport heeft er al herhaaldelijk toe geleid, dat Jos zich ziek heeft moeten melden wegens opgelopen letsel bij een wedstrijd. De laatste keer heeft hij een zodanige hersenbeschadiging opgelopen, dat hij nu al bijna een jaar arbeidsongeschikt is. Vandaag heeft u twee brieven ontvangen. Een van het UWV, dat u meedeelt, dat Jos binnenkort (namelijk na afloop van het eerste jaar ziekte) voor 60% arbeidsongeschikt en dus voor 40% arbeidsgeschikt is verklaard, maar wel voor passende werkzaamheden, anders dan als assistent-inkoper. De tweede brief is van Jos, die u meedeelt, dat hij binnenkort weer voor 40% van zijn arbeidstijd zijn diensten aanbiedt. “Ik kan nog niet als assistent-inkoper gaan werken; dat kunnen mijn hersenen nog niet aan. Wel zou ik meer algemene werkzaamheden kunnen doen, zoals het bijhouden van de debiteurenadministratie, het geven van voorlichting aan klanten en het ordelijk houden van de kantoorruimtes”. U ziet dat echter helemaal niet zitten. “We hebben precies zoveel mensen als nodig is voor het verrichten van alle werkzaamheden van ons bedrijf. Jos zou alleen maar overbodig werk verrichten”. Als u weigert Jos toe te laten tot het verrichten van passend werk, bent u dan toch verplicht hem een passend gedeelte van zijn loon te betalen? Kan Jos juridisch afdwingen, dat hij wordt toegelaten tot het verrichten van werkzaamheden? Welke procedure zal hij beginnen?
Bedrijfsongeval (7:658 BW) 1. De werkgever is verplicht de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee hij de arbeid doet verrichten, op zodanige wijze in te richten en te onderhouden alsmede voor het verrichten van de arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. 2. De werkgever is jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij aantoont dat hij de in lid 1 genoemde verplichtingen is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. 3. Van de leden 1 en 2 en van hetgeen titel 3 van Boek 6, bepaalt over de aansprakelijkheid van de werkgever kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken. 4. Hij die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft, is overeenkomstig de leden 1 tot en met 3 aansprakelijk voor de schade die deze persoon in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt. De kantonrechter is bevoegd kennis te nemen van vorderingen op grond van de eerste zin van dit lid.
“Lokaal” + “Werkgever” Hoge Raad hanteert ruime inhoud lokaal: werkomgeving of werkmilieu Woon-werkverkeer niet Thuis niet Werkgever ook aansprakelijk voor ongeval werknemer bij tewerkstelling bij onderaannemer
Wanneer verhaal schade bedrijfsongeval? 2. De werkgever is jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij aantoont dat hij de in lid 1 genoemde verplichtingen is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. • Bedrijfsongeval • Schade (materieel of immaterieel) • Causaal verband • Problemen met ziektes als RSI, longkanker door asbest • Hoge Raad: proportionele aansprakelijkheid • Zorgplicht werkgever => omkering bewijslast (werknemer hoeft niet schending zorgplicht te bewijzen). Zie 7: 658, lid 2 BW
Hoe kan werkgever claim pareren? • Naleven veiligheid rond machines. • Actuele voorschriften • Goede instructie personeel • Controle naleving voorschriften • Bekwaamheid personeel • Waarschuwen personeel (kort van te voren) • Opzet of bewuste roekeloosheid personeel (wordt door HR niet snel aangenomen)
Uitzendkracht Stel dat de gewonde bij Intermezzo een uitzendkracht was. Bij wie kan dan een claim worden ingediend 1. De werkgever is verplicht de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee hij de arbeid doet verrichten, op zodanige wijze in te richten en te onderhouden alsmede voor het verrichten van de arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. 4. Hij die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft, is overeenkomstig de leden 1 tot en met 3 aansprakelijk voor de schade die deze persoon in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt. De kantonrechter is bevoegd kennis te nemen van vorderingen op grond van de eerste zin van dit lid. Uitzendbureau Inlener
Vragen Mevrouw Drievin werkt als receptioniste/telefoniste in een groot psychiatrisch ziekenhuis. Tot haar taken behoort ook het ophalen van de post in de centrale postkamer en de distributie daarvan over de verschillende gebouwen die op het terrein staan. Tijdens een van haar rondes struikelt mevrouw Drievin op het pad dat is aangelegd van paviljoen B naar paviljoen H. Omdat zij haar armen vol had met postpakketten, zag zij niet dat de ene tegel iets hoger was dan de andere. Ten gevolge van de val breekt mevrouw Drievin haar enkel op verschillende plaatsen. De schade bedraagt €15.000. Mevrouw Drievin spreekt haar werkgever aan ex art. 7:658 BW tot vergoeding van de geleden schade. Zal zij succes hebben? Motiveer uw antwoord. JantienNoordam werkt in de generatorenkamer van Elektriciteitsbedrijf Amu bv. Ze is daarbij verplicht een helm te dragen. Het werk vindt Jantien prachtig, maar die helm vindt zij niets omdat daardoor haar haar aan het einde van de dag 'niet zit'. Meestal heeft ze dan ook tijdens het werk geen helm op. Ook niet op die fatale dag, toen er van grote hoogte een stuk gereedschap naar beneden viel, bovenop Jantiens hoofd. Pas twee jaren na het incident wordt Jantien weer arbeidsgeschikt verklaard en dat mag nog een wonder heten. De totale schade is €162.500. Zij wil deze op Amu bv ex art. 7:658 BW verhalen. Amu bv weigert echter te betalen omdat - zo stelt zij - Jantien eigen schuld aan het bedrijfsongeval had. Hoe beoordeelt u dit verweer?
Vragen Aanneembedrijf Biggo bv heeft de opdracht gekregen een groot flatgebouw in Aalsmeer te bouwen. Als reeds vier verdiepingen in de steigers staan, komt de Arbeidsinspectie een kijkje nemen. Zij wijst onder andere op een trap die opgesteld staat om van de derde naar de vierde verdieping te komen. De trap blijkt half verrot en zonder leuning. De Arbeidsinspectie draagt Biggo bv dan ook op terstond een aluminiumladder te plaatsen. Deze staat er binnen drie dagen, maar de oude trap wordt niet verwijderd. Aan het begin van de dag dat de nieuwe ladder er staat heeft de opziener alle werknemers bij zich geroepen. 'Die trap daar', zegt hij en wijst op de oude, 'is afgekeurd. Jullie moeten voortaan de ladder nemen.' Daar blijft het bij. Jelle Nijbrug is een van de werknemers van Biggo bv. Aan het einde van die ochtend wil hij van de derde naar de vierde etage en neemt gedachteloos de (oude) trap. Halverwege schiet hij door een (verrotte) trede en verlies zijn evenwicht. Hij valt naar beneden en komt met een smak op het dak van een bouwkeet terecht. Jelle komt blijvend in een rolstoel terecht. De schade is uiteraard enorm. Hij vordert dan ook €385.000 van zijn werkgever ex art. 7:658 BW. Wat zal Jelle Nijbrug in deze procedure moeten stellen en bewijzen? Is dit bewijs moeilijk te leveren? Wat zal Biggo bv moeten stellen en bewijzen, wil zij aan toewijzing van de vordering ontsnappen? Is dit bewijs moeilijk te leveren? Hoe zal de rechter naar uw mening over de vordering oordelen? Motiveer uw antwoord.
Vragen Willem Schalken werkt als uitzendkracht bij shampoofabriek Dubbel Aktief bv. Hij moet daar proefjes doen met chemische stoffen, teneinde te testen hoe de huid daarop reageert. Door een overduidelijke fout van Dubbel Aktief bv raakt de huid van de arm van Willem ernstig verbrand bij een van de proefjes. De schade is €4.000. Willem wendt zich tot Dubbel Aktief bv en wil deze kosten vergoed zien. 'Je moet niet bij ons zijn, maar bij het uitzendbureau' afdeling Personeelszaken van Dubbel Aktief. Maar het uitzendbureau wijst de vergoeding van de €4.000 ook van de hand. 'Je moet niet bij ons zijn, maar bij het inlenend bedrijf', aldus het uitzendbureau. Wie heeft gelijk en op welke rechtsgrond kan Willem een juridische procedure in werking stellen?
Ondernemingsraad Inleiding ondernemingsraad Wetten.overheid.nl heeft het afgelopen jaar een sterke groei gekend van het aantal bezoeken. Wij zijn verheugd te constateren dat wij in een groeiende behoefte voorzien. Door het toegenomen bezoek moet u nu als gebruiker echter soms te lang wachten bij het raadplegen van de site. Dit gaan wij oplossen door de vervanging van de huidige systemen door krachtige, nieuwe systemen. In de tweede helft van mei zal dit voltooid zijn. Eind juni zal een kort gebruikersonderzoek via de site worden gehouden. Wij horen dan graag uw ervaring hiermee, en op welke manier wij de functionaliteit van wetten.overheid.nl nog verder voor u kunnen verbeteren. Wet op de Ondernemingsraden (WOR) Ook voor de overheidssector en non-profit Per vestiging 50 personeelsleden gemiddeld 10-50 personeelsleden: personeelsvergadering of personeelsvertegenwoordiging
Rechten OR Jurisprudentie • Overleg met de bestuurder (= persoon die leiding onderneming heeft); overlegvergadering • Recht van initiatief • Recht op informatie • Recht op advies (art. 25 WOR) • Bij onenigheid maand opschorting uitvoering besluit (art. 25, lid 6 WOR) • Beroep OR mogelijk bij ondernemingskamer (art. 26 WOR) • Recht op instemming
Vragen Esther Swager is werkzaam als activiteitenbegeleidster in verpleegtehuis De Eilanden te Dordrecht. In dat tehuis werken 55 personeelsleden: 30 in de verzorging, 6 in de keuken, 4 bij de technische dienst en 15 (waaronder Esther) bij de verzorgingsondersteunende dienst. In tegenstelling tot de directie is Esther van mening dat er ten behoeve van het verpleegtehuis een or moet komen. Zij neemt zich voor er alles aan te doen om de instelling van een or gerealiseerd te krijgen. Geef gemotiveerd aan dat de stelling van Esther dat er voor het verpleegtehuis een or moet komen, juist is. Als de directie weigerachtig blijft een or in te stellen, wat kan Esther juridisch dan ondernemen om alsnog haar gelijk te krijgen?
Vragen Directeur Verspringen van Possimus bv komt enigszins in paniek bij u. In het diepste geheim heeft hij fusiebesprekingen gevoerd met een van zijn concurrenten, Prometeus bv. 'Samenwerken en samenvloeien is in de huidige tijd van internationalisering en globalisering beter dan elkaar doodconcurreren', aldus Verspringen. Maar wat is het geval? Nadat hij de or van zijn 150 personeelsleden tellende onderneming had meegedeeld dat zij over twee maanden een begin met de fusie zouden maken, kreeg Verspringen de wind van voren. De or stelde zich op het standpunt dat 1) met betrekking tot de fusie de or recht heeft op advies en 2) dat de or met betrekking tot de fusie alle relevante informatie wilde hebben. 'Dit is toch onjuist?' vraagt Verspringen u. 'Mag ik, ondernemer, niet eens zelfstandig beslissingen nemen?' Heeft de or gelijk met zijn standpunt dat hij recht op advies heeft met betrekking tot de fusie? Wat kan Verspringen volgens u, gegeven het antwoord op vraag a, juridisch het beste doen? Moet Verspringen volgens u de relevante informatie rondom de fusie aan de or ter beschikking stellen? Als ten aanzien van de informatieverstrekking een geschil tussen or en Verspringen ontstaat, hoe zal dit dan juridisch gezien kunnen worden opgelost? Wie neemt het initiatief?
Vragen Bestuurder Kruis van Kilt bv wil voor de onderneming in Vianen (alwaar 225 mensen werkzaam zijn) een prestatiebeloningssysteem invoeren. 'Al die vaste maandsalarissen sporen te weinig aan tot een maximale prestatie', aldus Kruis. Omdat dit principebesluit vermoedelijk wel op enig verzet in de onderneming zal stuiten en zeker ook bij de or, wendt Kruis zich tot u. U bent werkzaam op de afdeling Personeelszaken. Hij vraagt u met name naar het medezeggenschapstraject te kijken. Welk soort recht heeft de or met betrekking tot het beoogde prestatiebeloningssysteem? Bent u van mening dat Kruis al te laat is met het inschakelen van de or? Wat kunnen de motieven zijn voor het invoeren van een prestatiebeloningssysteem ? En stel dat dit bij de or wordt ingediend: waarop heeft de or dan in dit geval recht: advies of instemming? Na verloop van tijd, ondanks alle inspanningen uwerzijds, blijkt dat de or 'nee' tegen het systeem zegt en blijft zeggen, welke argumenten er ook worden aangevoerd. Kruis vraagt hoe hij alsnog zijn gelijk kan krijgen. Wat antwoordt u hem? En welk criterium zal hierbij worden gehanteerd?