420 likes | 854 Views
Chronische lymfatische leukemie. Inleiding. Monoklonale CD5-+ B-cellen (lijkt op memory B-cel) Recentelijk toename van behandelmogelijkheden Echter in meeste gevallen nog steeds niet te genezen Optimale behandeling voor subgroepen moet nog onderzocht worden. Epidemiologie.
E N D
Inleiding • Monoklonale CD5-+ B-cellen (lijkt op memory B-cel) • Recentelijk toename van behandelmogelijkheden • Echter in meeste gevallen nog steeds niet te genezen • Optimale behandeling voor subgroepen moet nog onderzocht worden
Epidemiologie • 700 nieuwe patiënten per jaar • Vooral bij ouderen • Meer bij mannen dan bij vrouwen
etiologie • Onduidelijk, straling geen oorzaak • Vnl bij Caucasiers • Wel erfelijk (1:10 patiënten heeft aangedaan familielid), steeds vroegere presentatie
Pathofysiologie • Oorzaak onduidelijk gestoorde apoptose
PathofysiologieGestoorde apoptose • p53 gen op chromosoom 17 is gemuteerd zorgt voor extra cyclusarrest 10-25% van CLL patiënten heeft disfunctionerend p53 • overexpressie van anti-apoptotische genen (folliculaire dendrietcellen/BM stromacellen/CD4+-cellen/nurselike-cellen/IL4/IFN-gamma/TNF/BAFF/APRIL)
Klinische presentatie • 40% asymptomatisch en bij toeval ontdekt • lymfocytose (> 5 x 109/L) • SLL = small lymfocytic lymphoma met < 5 x 109/L lymfocytose • symmetrische lymfadenopathie • hepato- en/of splenomegalie • vermoeidheid • anemie en trombopenie • recidiverende infecties tgv verminderd Ig en granulocytopenie
Differentiaal diagnose • Andere lymfoproliferatieve ziekte • Hairy cell leukemie • Leukemische manifestaties van: • Mantelcellymfoom • Marginale zone lymfoom milt • Folliculair lymfoom
Diagnostiek • Bloeduitstrijkje • BB + Leukocytendifferentiatie • Immunofenotypering PB + flowcytometrie • Chemie + hapto + b2-MG + EWS + M-prot + Ig’s + DAT • BM aspiraat en biopt niet noodzakelijk (wel voor evt onderscheid met auto-immuuncytopenie)
Diagnostiekbij behandelindicatie • interfase cytogenetica (FISH) op bloed • IgVHmutatiestatus op bloed • X-thorax en echo bovenbuik • CT-hals/thorax/abdomen alleen op indicatie • PET scan alleen in trial verband
Morfologie • Gumprechtse schollen (kapotte lymfo’s) • Rijpe lymfocyten met smalle zone cytoplasma • Dichte kern met gedeeltelijk geaggregeerd chromatine • Nucleoli meestal niet zichtbaar • Daarnaast tot 55% grotere, atypische cellen (promyelocyten) > 55% sprake van prolymfocytenleukemie (B-cel PLL) PB BM
Immunofenotypering • Expressie B-cel Ag (CD19, CD20, CD23, CD79b) • Expressie CD20 meestal zwak • Expressie T-cel Ag (CD5) • Lage expressie membraangebonden Ig • CD79b • Cycline D1 en CD10 negatief • FMC7, CD22, CD79a neg of zwak
Cytogenetica • Alleen bij recidief of refractaire ziekte gezien invloed op behandeling: • 17p-deletie (p53-gen) • 11q deletie (AMT-gen) • Alleen in studieverband: (eerder relapse, geen invloed op behandelingskeuze) • IgH mutatiestatus • ZAP-70 (intracellulair) • CD38 (membraan)
Moleculaire diagnostiek • Niet van toepassing
Criteria • CLL • Absolute lymfocytose > 5 x 109/l in bloed. • ≥ 30% lymfocytose in beenmerg. • Fenotype: CD5+, CD19+, CD23+, CD10-, FMC7-, zwak: CD20, CD22, CD79a, sIg • SLL • Lymfadenopathie en splenomegalie in afwezigheid van lymfocytosis. • B lymfocyten in PB < 5 x 109/l. • Monoclonale B lymfocytose: • B lymfocyten < 5x10/l, geen lymfadeno-pathie of organomegalie, geen sympt
Monoklonale B-lymfocytose • 5-20% van de gezonde populatie • Lymfocyten < 5 x 10e9/L zonder organomegalie, lymfadenopathie en cytopenie • Jaarlijks 1-2% kans op uitgroei richting CLL
RAI-classificatie 30% van RAI 0 of Binet A kan toch een snelle progressie doormaken
Prognostische factoren Gunstig • Gemuteerd IgHV • Del(13q14): del lange arm 50% van de patiënten Ongunstig • Ongemuteerd IgHV • 17p-deletie (slechtste) • Trisomie 12 (atyp morfologie) • Deletie q-arm chr 11 (p53) • Deletie p-arm chr 17 (ATM) • CD38 en ZAP70 • Hoog β2-microglobuline • Hoge lymf verdubbelingstijd • Hoog serumthymidinekinase • Ongunstige deleties vaker bij ongemuteerde status
Behandelcriteria Hallek CLL-8 studie
AIHA • Bij 5-10% van CLL patiënten treedt auto-immuun hemolytische anemie op • Het RAI/BINET stadium verandert hierdoor niet • Bij geen behandelindicatie CLL: steroiden • Bij wel behandelindicatie CLL: (CS +)chemotherapie • Bij geen behandelindicatie en geen reactie op steroiden: chemotherapie • LET OP: fludarabine kan AIHA induceren
1e lijns behandeling Goede PS: - CIRC < 6 en - Creat > 70 ml/min H-109: Lenalidomide interacteert met micromilieu waardoor minder resistentie te verwachten is Max effect na 6 cycli HOVON-68 niet meer open
Aanvullingen 1e lijn • Behandeling Binet A: betere PFS, OS zelfde en hogere kans AML bij behandelen, dus Watchfull waiting • Toevoegen Fludarabine aan Chloorambucil geeft betere PFS, OS zelfde of inferieur • Toevoegen Rituximab aan FC: 90% respons (44% CR), 20 mnd langere responsduur, verbeterde overleving van 87% tov 82% alleen fitte patiënten geen verbeterde overleving bij 17p-del • Nieuwe studie H-109 kijkt naar toevoegen Rituximab en Lenolidamide bij oudere, minder fitte patiënten
2e lijnsbehandeling Let op onderscheid in duur ziektevrije periode
Aanvullingen 2e lijn IWCLL richtlijn: • Recidief: nieuwe ziekte na > 6 mnd na min PR • Refractair: geen PR of < 6 mnd EBMT richtlijn tbv SCT: • Recidief: idem • Refractair: • recidief < 1 jr na Flud • < 2 jr na RF • bij elke 17p-deletie Recidief dus wel als chemogevoelig beschouwen, dan evt eerdere regime herhalen
Fludarabine refractair • 40% heeft p53-mutatie • 60% echter andere mutatie nog studies naar • SF3B1 mutaties • TP52 disrupties • NOTCH1 mutaties • ATM deleties Rossi Blood in press
bijwerkingen • Fludarabine: infecties, pancytopenie, GI bezwaren, vermoeidheid, zwakte • Chloorambucil: pancytopenie, GI bezwaren, mondulcera • Rituximab: infecties, pancytopenie, angio-oedeem, huidafwijkingen, jeuk • Alemtuzumab: koorts, vermoeidheid, hypotensie, GI bezwaren, oedeem, syncope • Lenalidomide: myelosuppressie
Profylaxe / extra • Vaccinatie influenza en pneumococcen nog niet standaard, indien wel, dan vroeg • Profylaxe: co-trim, fluconazol, valaciclovir • G-CSF en Epopoëtine • Kans CMV reactivatie bij Alemtuzumab • Bestraalde bloedproducten tot 1 jaar na Fludarabine of Alemtuzumab
Follow-up • Polikliniek controle 4 x per jaar • Controle: hema, diff, ANC, LF, NF (CT-alleen op indicatie)
Transformatie • 1-10% ontwikkelt hooggradiger lymfoom • Meest voorkomend: • prolymfocytaire transformatie: behandelen met purineanaloogcombinatie • Syndroom van Richter (= transformatie naar diffuus grootcellig lymfoom of M. Hodgkin): behandelen met (R-)CHOP en/of allogene BMTx • Vanuit ongemuteerde CLL: lymfocytose uit zelfde CLL kloon • Vanuit gemuteerde CLL: lymfocytose uit andere CLL kloon Dan overleving < 1 jaar en vaak B-symptomen
Eerdere studies • CLL-5 studie: Blood Eichhorst 2009;114:3382-3391 • OS met leukeran beter dan fludarabine • ORR met fludarabine beter • CLL-8 studie: Lancet Hallek 2010;376:1164-1174 • Toevoegen rituximab geeft verbetering overleving • NB
Huidige studies • HOVON-101: waarde van onderhoudsbehandeling met Ofatumumab (1 x per 2 mnd, duur 2 jr) • HOVON-88: R-DHAP + RIC-alloSCT • D’ACCORD: Dasatinib + Fludarabine GESLOTEN • Alemtuzumab (anti-CD52): 30% respons, niet bij lymfadenopathie, mediane respons 9 mnd • Ofatumumab (anti-CD20): bij resistentie F en alemtuzumab en lymfadenopathie, mediane respons 6 mnd (via AMC: v Oers/Kater)
Toekomst • thalidomide / lenalinomide (= imm. modulerend) • bortezomib(= proteasoominhibitor) • lumiliximab (= anti-CD23 antilichaam) • oblimersen (= antisense-oligonucl. Bcl-2) • flavopiridol (= inhibcyclineafh. kinase) • Specifieke behandeling p17-deletie CLL • Studies naar PI3-kinase remmers (bv ARD-studie) • Meer onderzoek naar invloed microenvironment • Verdere evaluatie diagnostische testen
Literatuur • Böttger et al. JCO 2012; Feb 13 (CLL-8 trial) • Kater et al. Ned Tijdschr Hematol 2011;8:190-201 *Richtlijn) • Kater et al. Clin Lymph 2010; vol 10; Suppl.1, S34-41 (Recidief) • Hallek et al. Blood. 2008;111:5446-5456 (toevoegen Rituximab)