Een ervaringenlaboratorium : Succesvol samenwerking organiseren

1. Een ervaringenlaboratorium: Succesvol samenwerking organiseren

2. Vraag: Wat kunnen we doen om in goed professioneel samenspel effectieve zorg voor jeugd te leveren?

3. Uitgangssituatie: • Beroepskrachten werken samen aan condities waarin kinderen zich goed kunnen ontwikkelen. Zij treffen elkaar in: • Zorgplatforms, Zorg- en adviesteams • Wijkteams, frontlijnteams • Veldtafels • En ander Multi disciplinair casuïstiekoverleg

4. Er zijn bestuurlijke afspraken over ambitie, verantwoordelijkheid en structuur. Beroepsgroepen gaan met summiere taak- en rolomschrijving samen aan het werk. maar er is geen ontwikkelmodel richting die gewenste praktijk. maar zij hebben geen weet van elkaars beroepsopvattingen, klantbeeld, doelen, aanpak en instrumenten regels en aansturing. Probleemstelling: Fragmentatie in uitvoering Zowel binnen als tussen instellingen

5. En hoe dat dan vaak gaat: Wat doe ik hier eigenlijk? Hadden we weer de juiste informatie niet op tafel Die jeugdzorg mevrouw pakt niet door .. 20 kinderen in een uur… wat voegt het toe? Ik snap niet wat die voorzitter wil! Als het zo doorgaat vindt mijn baas het niet langer rendabel dat ik hier zit .. Het lijkt wel of we langs elkaar heen blijven praten.. Zij verschuilt zich steeds achter privacy!

6. Propositie: Creëer een transitieruimte waarin je met elkaar een nieuwe praktijk maakt en daarvan gaat leren = • Transitie voor professionals • Voor managers • Voor overheid en bestuurders

7. “Het lab in”: • “Eigenschappen” van spelers en hun omgeving (leren) kennen; • “Reacties” testen; • “Chemie” versterken! • En “Op kweek zetten”.

8. Want: • Een beroepskracht denkt, voelt en handelt • In zijn beroep • Vanuit zijn specifieke werksituatie • En als persoon • En kent van daaruit betekenis toe aan eigen werk en dat van anderen. • Kennen = (leren)waarderen = benutten.

9. m.b.v. begeleidingskunde Beroep Werksituatie Handelen Persoon Voelen Denken

10. Facetten: • Je kijk op kinderen, waar streef je naar? • Welke instrumenten zet je in? • Welke regels volg je (on) bewust? • Wat reken je tot je taak en wat niet meer? • Wat voegt het werk van andere beroepsgroepen toe aan dat van jou en wat mis je?

11. m.b.v. Engeströms activiteitenmodel

12. Met oog voor grenzen: • wie heeft het voor het zeggen? • wie heeft welk belang? • wat van mijn eigen professie blijft overeind, verdwijnt of wordt versterkt? • wie doet wat?

13. m.b.v. bewuste perspectiefwisselingen Wat zie je vanuit het dagelijks werk op de school van Kees? En wat vanuit een instelling voor opvoedhulp? Leerkr/ IB-er Maatsch werker Kees Jan Miep Of vanuit een GGD? Jeugdverpleegkundige

14. Dus: Experimenteren! • Workshops • Korte serie leer/werkbijeenkomsten • Regulier onderhoud ‘Nieuwe hersenverbindingen’.

15. een praktijk- leer- en onderzoekssetting: • Werken in dagelijkse praktijk; • Case reviews; intervisie; • Reflectie op praktijkkeuzes; • Fricties benutten; • Nieuwsgierige en respectvolle basishouding; • Ontwerp op de groei.

16. Integratie

17. Wat levert dat op? • Een compleet en doorleefd ontwerp • Gezamelijk competent • Werkplezier, beroepstrots om samen succes voor kinderen te behalen.